Samenvatting OG 5 - blok 1.1

BLOK 1.1: onderwijsgroepen

OG 5:Regelsystemen

1. Situering en verantwoording
ZS en HS zorgen voor integratie v info en homeostatische regulering, Werken las conductor



2. Verband homeostase en regelsystemen
 Effector
o Cel/orgaan die reageert op signalen vh besturingscentrum & waarvan de werking de
prikkel tegengaat/versterkt
o  Structuur die reactie op prikkels mogelijk maakt
o Vb spieren  zorgen vr beweging /klieren  zorgen vr sap afscheiding(exo/endocrienen)

 Homeostase
o  streven nr intern evenwicht/stabiel intern milieu
o Noodzakelijk voor normale werking vh lichaam
o Continue afvoer van afvalstoffen
o Continue aanvoer van voedingsstoffen
o Fysiologische mechanismen zorgen hiervoor
o Vb temperatuur, voldoende voedsel voor energie, werking vd hormonen

 Homeostatische regulering
o aanpassen v fysiologische systemen waardoor homeostase gehandhaafd w/aanwezig is
o vr behouden v stabiele omgeving  gaan cel aanpassen aan omstandigheden
o aanpassen v systemen binnen cel = homeostatische regulering
o Als verstoord is  ziek worden
o Alles wat gebeurt tijdens positieve & negatieve trgkoppeling
o Vb thermostaat

 Input
o Info / prikkel die binnenkomt via receptoren  doorsturen naar integratiecentrum
o Bestaat uit taxeren (inschatten v een object) van interne en externe omstandigheden vh
organisme
 Output
o Info die door effector w uitgestuurd
o Afstemming v onderling uiteenlopende individuele handelingen: versterking vh natuurlijk
systeem
o stuurt verwerkte info v integratiecentrum naar effector

 Integratiecentrum
o Info ontvangen en verwerken (hersenen)
o =besturingssysteem waar prikkel verwerkt w

,  Intern milieu
o Doorgeefluik (buffer), ruimte in lichaam die niet aan buitenwereld is aangesloten
o Geen opslagplaats v voedings-/ afvalstoffen (direct doorgeven naar buitenwereld/intern)
o Bedraagt 15 l vloeistof/ extracellulaire vloeistof (=12 interstitiële, 3 bloedplasma)
o Vb bloed/cellen

 Extern milieu
o Alle organen die met buitenwereld zijn verbonden, omgeving buiten je lichaam
o (long, keel) ademhalingsstelsel, spijsverteringsstelsel

 Interstitiële vloeistof  tss de weefselcellen in
 Receptor
o  structuur die prikkel registreert/ontvangt
o Gevoelig voor een bepaalde verandering id omgeving (een stimulus/prikkel)

 Stimulus/prikkel
o Verandering/variatie in organisme die sterk genoeg is om reactie uit te lokken/ leidt tot
een verandering vd cel-activiteit
o Vb licht ve hele donkere kamer nr ergens waar h opeens fel licht is

 setpoint
o gewenste waarde in regelststeem (homeostase), het doel
o een gemiddelde waar rond h evenwicht zou moeten schommelen
o vb lichaamstemperatuur/bloeddruk



schema homeostatische regeling