Deel 1: het menselijk lichaam
Hoofdstuk 1: hoe ziet het eruit?
1. Het belang van kennis hebben over “het menselijk lichaam” als onderwijzeres
2. De correcte benaming van de lichaamsdelen
1
, 3. De delen van het gezicht
Hoofdstuk 2: hoe werkt het?
4. De functie van het skelet + haar synoniem: geraamte
Het skelet draagt de mens en dient om de kwetsbare organen van het lichaam te
beschermen.
5. Wat is kraakbeen en haar functie binnen het lichaam?
= de schokdemper van het lichaam. Zonder steun van het bot zou het niet mogelijk zijn om
bijvoorbeeld op en neer te springen. Wanneer de benen echter alleen uit bot zouden
bestaan, zouden zware schokken van bot tot bot worden doorgegeven.
6. De werking en de functie van gewrichten
Gewrichten zijn de plekken waar twee botten bij elkaar komen, en hun belangrijkste functies
zijn:
Beweging mogelijk maken
Gewrichten zorgen ervoor dat je kunt buigen, draaien, strekken,..
= Zonder gewrichten zou je als een houten pop zijn: stijf en onbeweeglijk!
Verbinden van botten
Ze houden botten bij elkaar op een flexibele manier.
Schokdemping
Sommige gewrichten (zoals je knieën) helpen ook bij het opvangen van schokken,
bijvoorbeeld als je springt of rent.
Stabiliteit geven
Dankzij gewrichtsbanden en kapsels blijven je botten op hun plek tijdens het bewegen.
Soorten gewrichten:
• Scharniergewricht: knie, elleboog (heen en weer)
• Kogelgewricht: schouder, heup (alle kanten op)
• Rolgewricht: onderarm, ellepijp (bewegen rondom elkaar)
2
,7. De definitie van een spier + functie
Een spier is een verzameling van vezels die zich kunnen samentrekken en daardoor kracht
kunnen uitoefenen.
Spierfuncties:
Beweging mogelijk maken
Ze brengen gewrichtsbotten in beweging
Ze maken het mogelijk om te lopen, rennen, voorwerpen op te tillen, te knikken, en te bijten.
Lichaamsdelen op hun plaats houden
Ze zorgen dat onderdelen van het lichaam op de juiste plek blijven.
Ondersteunen van de werking van organen
Hartspier = pompt bloed door het lichaam
Spieren in de darmwand = bewegen voedsel voort
Spierweefsel in bloedvaten = helpt bij bloedvoorziening
Spieren in klieren en kanalen = regelen de werking van klieren
8. Waarom zit er aan elk bot 2 spieren?
Spieren kunnen alleen trekken, niet duwen. Wanneer een spier samentrekt, trekt hij aan een
bot, waardoor dat bot in één richting beweegt. Maar omdat de spier het bot niet terug kan
duwen naar zijn oorspronkelijke positie, is er altijd een tweede spier nodig.
Die spier trekt in de tegengestelde richting, zodat het bot weer terug kan bewegen.
Zo werken spieren altijd in duo’s om een soepele beweging mogelijk te maken.
3
, 9. De onderdelen van het zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel
Het centraal zenuwstelsel bestaat uit de grote hersenen, de kleine hersenen, de hersenstam
en het ruggenmerg.
Grote hersenen
De grote hersenen zijn het deel van je hersenen waar alles wordt geregeld wat je
bewust doet en denkt. Ze verwerken informatie die binnenkomt via je zintuigen (zoals
wat je ziet, hoort of voelt), en ze regelen bewuste bewegingen, zoals lopen of
schrijven.
Ook vinden daar je emoties en je denkprocessen plaats. Dus als je nadenkt, plannen
maakt, iets onthoudt of gevoelens ervaart, gebeurt dat allemaal in de grote hersenen.
Kleine hersenen
De kleine hersenen liggen onder en achter de grote hersenen en zijn ongeveer zo
groot als een perzik. Ze zorgen ervoor dat je bewegingen soepel verlopen en dat je je
evenwicht kunt bewaren.
Hersenstam
De hersenstam is het deel van de hersenen dat de verbinding maakt tussen de
hersenen en het ruggenmerg. Hij regelt belangrijke dingen zoals je hartslag,
ademhaling, lichaamstemperatuur en bloeddruk.
De hersenstam zorgt ook voor automatische reflexen, zoals bijvoorbeeld wegtrekken
als iets heet is — zonder dat je erover nadenkt.
Het ruggenmerg
Het ruggenmerg is een soort zenuwkabel in je rug. Het stuurt boodschappen van de
hersenen naar je lichaam en van je lichaam terug naar de hersenen.
Perifere zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit motorische en sensorische zenuwen:
Motorische zenuwen sturen boodschappen van de hersenen naar de spieren, zodat
je kunt bewegen.
Sensorische zenuwen sturen informatie van het lichaam naar de hersenen, zoals of je
iets voelt als pijn, warmte, kou of waar je armen en benen zich bevinden.
Dat noemen we ook wel zintuiglijke waarnemingen.
4