SAMENVATTING INFORMATICA
H1 Informatiesystemen
1.1 Inleiding
1.1.1 De productiviteitsparadox
Hoewel bedrijven enorme sommen investeren in informatiesystemen, zie je dat niet
weerspiegeld in hun productiviteitscijfers.
Hoewel de technologie op lange termijn voordelen kan bieden, is de impact op productiviteit
in de korte en middellange termijn vaak minder groot dan verwacht. Dit illustreert de
productiviteitsparadox.
Bijvoorbeeld in ziekenhuizen nog altijd veel tijdverlies in ziekenhuizen (artsen
spenderen meer tijd met het ingeven van gegevens dan aan directe patiëntenzorg).
IT heeft wel impact
IT is economisch belangrijk
o Denk aan: e-commerce
IT zorgt voor nieuwe opportuniteiten
o Denk aan: Too good to go
Lokale initiatieven kunnen globaal ontplooid worden.
Globale trends kunnen lokaal ingezet worden.
IT zorgt voor oplossingen van bedrijfsproblemen
o Denk aan: Retailer die barcode vervangt door RFID (geen wachttijden meer
aan kassa)
Dikwijls kunnen bedrijven bepaalde barrières (of bedrijfsproblemen)
overwinnen door gebruik te maken van IT.
1.1.2 Bedrijven zijn afhankelijk van informatiesystemen
Bedrijven investeren in informatiesystemen om hun strategische doelen te halen.
Bedrijven zullen strategische objectieven bepalen.
Om dergelijke objectieven te halen dienen ze te weten welke bedrijfsprocessen aan
de realisatie ervan kunnen bijdragen.
Bedrijfsprocessen aanpassen zodanig dat de vooropgestelde strategische
objectieven waargemaakt kunnen worden (nood aan informatie)
Zes manieren hoe informatiesystemen een rol kunnen spelen:
,1. Informatiesystemen kunnen een rol spelen bij het ontwikkelen van operationele
excellentie.
2. Informatiesystemen kunnen de basis vormen voor de ontwikkeling van nieuwe
producten, nieuwe services of volledig nieuwe bedrijfsmodellen.
3. Informatiesystemen kunnen een rol spelen bij het integreren van bepaalde actoren in
bedrijfsprocessen.
4. Informatiesystemen kunnen bedrijven helpen om hun besluitvormingsprocessen te
ondersteunen of efficiënter te maken.
5. Informatiesystemen kunnen bedrijven helpen om een competitief voordeel te creëren.
6. Informatiesystemen zijn soms noodzakelijk om als bedrijf te kunnen overleven.
1.2 Gelaagdheid van informatie
We moeten onderscheid maken tussen ‘data’ (of gegevens), ‘informatie’ en de manier
waarop die informatie ingezet wordt.
1.2.1 Data
Data kan worden gedefinieerd als een reeks vastgestelde feiten die zich hebben
voorgedaan.
1.2.2 Informatie
Informatie vloeit voort uit data die gestructureerd verwerkt wordt of in een bepaalde context
geplaatst wordt.
Informatie kan gezien worden als een eindproduct, terwijl data de ruwe grondstof is.
De bedoeling van een informatiesysteem is zowel het vergaren en opslaan van data
als het verwerken van die data tot inzetbare informatie.
1.2.3 Kennis
Om informatie goed te begrijpen en naar waarde te kunnen schatten heb je nood aan
kennis. Organisaties moeten in staat zijn om te leren (kennis te vergaren).
1.2.4 Wijsheid
Wanneer je over kennis en over bepaalde inzichten beschikt, dan is er sprake van
wijsheid.
1.2.5 De transitie van data naar wijsheid
2
,Informatiesysteem:
Wanneer data geregistreerd wordt en in de juiste context wordt geplaatst, ontstaat
informatie.
Bedrijf:
Betekenis toevoegen aan informatie -> kennis
o Toename in waarde
Kennis koppelen aan bestaande inzichten of kennis inzetten om nieuwe inzichten te
verkrijgen -> wijsheid
o Ook een toename waarde
Een voetganger wenst een drukke straat over te steken en drukt op de knop van een
verkeerslicht om dat aan te geven (data).
De vier verkeerslichten krijgen het signaal en gebruiken dat om hun status aan te passen
van groen naar rood of van rood naar groen (informatie).
Auto’s die op die baan rijden zien een rood licht en weten dat dat betekent dat een
voetganger kan oversteken (kennis).
Bestuurders interpreteren dat rode licht door te stoppen en de voetganger veilig te laten
oversteken (wijsheid).
1.3 Onderdelen van een informatiesysteem
1.3.1 Input
Informatiesysteem vertrekt altijd van ruwe data. Bijvoorbeeld door muis.
1.3.2 Verwerking
Ruwe data verwerken tot inzetbare informatie. Wordt veelal gedaan door software.
1.3.3 Output
Informatie uit systeem halen. Bijvoorbeeld door beeldscherm, printer.
1.3.4 Opslag
Informatie en ruwe data opslaan -> informatie op een later tijdstip opvragen.
Informatie gebruiken als data om zo nieuwe informatie te bekomen. Bijvoorbeeld door USB.
3
, 1.3.5 Terugkoppeling
Informatiesysteem kan soms terecht komen waar het zelf niet mee om kan en waarin het
bijkomende informatie nodig heeft van de buitenwereld. -> Terugkoppeling dus.
1.4 De rol van stakeholders
Klanten, Leveranciers, Aandeelhouders, Concurrenten, Financiële instellingen, Personeel,
Vakbonden, De maatschappij en de overheid, …
1.5 De belangrijke dimensies voor informatiesystemen
Een informatiesysteem vormt eigenlijk het kruispunt in dit spanningsveld.
Namelijk:
De organisatorische omgeving waarin het informatiesysteem actief is.
De technologieën die men ter beschikking heeft om het informatiesysteem vorm te
geven.
De mensen die de informatiesystemen gebruiken en/of vorm geven
De omgeving waarin een informatiesysteem actief is.
1.5.1 Organisatiecontext
1. Verschillende noden aan informatie binnen een organisatie
a. Verschillende niveaus van processen (en medewerkers) hebben nood aan
andere vormen en andere inzichten van informatie.
2. De waardeketen van informatiesystemen
a. Bedrijven zullen pas investeren in informatiesystemen als die waarde kunnen
creëren.
4
H1 Informatiesystemen
1.1 Inleiding
1.1.1 De productiviteitsparadox
Hoewel bedrijven enorme sommen investeren in informatiesystemen, zie je dat niet
weerspiegeld in hun productiviteitscijfers.
Hoewel de technologie op lange termijn voordelen kan bieden, is de impact op productiviteit
in de korte en middellange termijn vaak minder groot dan verwacht. Dit illustreert de
productiviteitsparadox.
Bijvoorbeeld in ziekenhuizen nog altijd veel tijdverlies in ziekenhuizen (artsen
spenderen meer tijd met het ingeven van gegevens dan aan directe patiëntenzorg).
IT heeft wel impact
IT is economisch belangrijk
o Denk aan: e-commerce
IT zorgt voor nieuwe opportuniteiten
o Denk aan: Too good to go
Lokale initiatieven kunnen globaal ontplooid worden.
Globale trends kunnen lokaal ingezet worden.
IT zorgt voor oplossingen van bedrijfsproblemen
o Denk aan: Retailer die barcode vervangt door RFID (geen wachttijden meer
aan kassa)
Dikwijls kunnen bedrijven bepaalde barrières (of bedrijfsproblemen)
overwinnen door gebruik te maken van IT.
1.1.2 Bedrijven zijn afhankelijk van informatiesystemen
Bedrijven investeren in informatiesystemen om hun strategische doelen te halen.
Bedrijven zullen strategische objectieven bepalen.
Om dergelijke objectieven te halen dienen ze te weten welke bedrijfsprocessen aan
de realisatie ervan kunnen bijdragen.
Bedrijfsprocessen aanpassen zodanig dat de vooropgestelde strategische
objectieven waargemaakt kunnen worden (nood aan informatie)
Zes manieren hoe informatiesystemen een rol kunnen spelen:
,1. Informatiesystemen kunnen een rol spelen bij het ontwikkelen van operationele
excellentie.
2. Informatiesystemen kunnen de basis vormen voor de ontwikkeling van nieuwe
producten, nieuwe services of volledig nieuwe bedrijfsmodellen.
3. Informatiesystemen kunnen een rol spelen bij het integreren van bepaalde actoren in
bedrijfsprocessen.
4. Informatiesystemen kunnen bedrijven helpen om hun besluitvormingsprocessen te
ondersteunen of efficiënter te maken.
5. Informatiesystemen kunnen bedrijven helpen om een competitief voordeel te creëren.
6. Informatiesystemen zijn soms noodzakelijk om als bedrijf te kunnen overleven.
1.2 Gelaagdheid van informatie
We moeten onderscheid maken tussen ‘data’ (of gegevens), ‘informatie’ en de manier
waarop die informatie ingezet wordt.
1.2.1 Data
Data kan worden gedefinieerd als een reeks vastgestelde feiten die zich hebben
voorgedaan.
1.2.2 Informatie
Informatie vloeit voort uit data die gestructureerd verwerkt wordt of in een bepaalde context
geplaatst wordt.
Informatie kan gezien worden als een eindproduct, terwijl data de ruwe grondstof is.
De bedoeling van een informatiesysteem is zowel het vergaren en opslaan van data
als het verwerken van die data tot inzetbare informatie.
1.2.3 Kennis
Om informatie goed te begrijpen en naar waarde te kunnen schatten heb je nood aan
kennis. Organisaties moeten in staat zijn om te leren (kennis te vergaren).
1.2.4 Wijsheid
Wanneer je over kennis en over bepaalde inzichten beschikt, dan is er sprake van
wijsheid.
1.2.5 De transitie van data naar wijsheid
2
,Informatiesysteem:
Wanneer data geregistreerd wordt en in de juiste context wordt geplaatst, ontstaat
informatie.
Bedrijf:
Betekenis toevoegen aan informatie -> kennis
o Toename in waarde
Kennis koppelen aan bestaande inzichten of kennis inzetten om nieuwe inzichten te
verkrijgen -> wijsheid
o Ook een toename waarde
Een voetganger wenst een drukke straat over te steken en drukt op de knop van een
verkeerslicht om dat aan te geven (data).
De vier verkeerslichten krijgen het signaal en gebruiken dat om hun status aan te passen
van groen naar rood of van rood naar groen (informatie).
Auto’s die op die baan rijden zien een rood licht en weten dat dat betekent dat een
voetganger kan oversteken (kennis).
Bestuurders interpreteren dat rode licht door te stoppen en de voetganger veilig te laten
oversteken (wijsheid).
1.3 Onderdelen van een informatiesysteem
1.3.1 Input
Informatiesysteem vertrekt altijd van ruwe data. Bijvoorbeeld door muis.
1.3.2 Verwerking
Ruwe data verwerken tot inzetbare informatie. Wordt veelal gedaan door software.
1.3.3 Output
Informatie uit systeem halen. Bijvoorbeeld door beeldscherm, printer.
1.3.4 Opslag
Informatie en ruwe data opslaan -> informatie op een later tijdstip opvragen.
Informatie gebruiken als data om zo nieuwe informatie te bekomen. Bijvoorbeeld door USB.
3
, 1.3.5 Terugkoppeling
Informatiesysteem kan soms terecht komen waar het zelf niet mee om kan en waarin het
bijkomende informatie nodig heeft van de buitenwereld. -> Terugkoppeling dus.
1.4 De rol van stakeholders
Klanten, Leveranciers, Aandeelhouders, Concurrenten, Financiële instellingen, Personeel,
Vakbonden, De maatschappij en de overheid, …
1.5 De belangrijke dimensies voor informatiesystemen
Een informatiesysteem vormt eigenlijk het kruispunt in dit spanningsveld.
Namelijk:
De organisatorische omgeving waarin het informatiesysteem actief is.
De technologieën die men ter beschikking heeft om het informatiesysteem vorm te
geven.
De mensen die de informatiesystemen gebruiken en/of vorm geven
De omgeving waarin een informatiesysteem actief is.
1.5.1 Organisatiecontext
1. Verschillende noden aan informatie binnen een organisatie
a. Verschillende niveaus van processen (en medewerkers) hebben nood aan
andere vormen en andere inzichten van informatie.
2. De waardeketen van informatiesystemen
a. Bedrijven zullen pas investeren in informatiesystemen als die waarde kunnen
creëren.
4