OPLOSBAARHEID EN
GELEIDBAARHEID VAN
IONVERBINDINGEN
Bij een elektrolyt zijn bewegende ladingen aanwezig en kan deze bij gevolg ook elektrische
stroom geleiden. Ionen moeten los komen van elkaar en beweeglijk worden, dit kan op 2 manieren:
1 | Ionverbinding smelten
2 | Ionverbinding oplossen in water
Dissociatie:
de ionen komen los van elkaar
Hydratatie:
ionen worden omgeven door een watermantel
De dissociatievergelijking (of splitsingsreactie) beschrijft hoe een verbinding uiteenvalt in
ionen wanneer deze oplost in water. Je kan deze geven door de brutoformule te splitsen tussen
het metaal (altijd het eerste element) en de rest van de formule. Het metaal krijgt altijd een
positieve lading, de zuurrest of het hydroxide-ion een negatieve lading. Een index bij een metaal
wordt een coëfficiënt na de reactiepijl. Indexen bij het tweede deel worden enkel een coëfficiënt als
de index bij het volledige tweede deel staat.
Dissociatievergelijking:
NaCl Na+ + Cl-
Ca3(PO4)2 3 Ca2+ + 2 PO43-
Mg(OH)2 Mg2+ + 2OH-
Dissociatie gebeurt wanneer de aantrekkingskrachten tussen het water-ion groter zijn dan de
aantrekkingen tussen de ionen onderling. Ionverbindingen lossen goed op in polaire
oplosmiddelen zoals water, ionverbindingen met een héél sterke ion-ionkrachten lossen niet op in
water. De ionen blijven als één geheel bestaan en zullen een neerslag vormen in het water.
Een elektrolyt is een stof die elektrische stroom geleid. Een stof die dit niet doet, noemen we een
niet-elektrolyt of een isolator. Een ionverbinding zal de elektrische stroom nooit geleiden in
vaste toestand, wel als
Ze in gesmolten toestand voorkomt;
Ze opgelost is in water (‘dissociatie’).
Zouten en hydroxiden (OH) zijn elektrolyten.
Polaire stoffen lossen op in polaire oplosmiddelen = hydrofiele stoffen SOORT ZOEKT SOORT
Apolaire stoffen lossen op in apolaire oplosmiddelen = hydrofobe stoffen
De moleculen van een apolaire stof verdelen zich tussen de moleculen van het apolair oplosmiddel.
Ionisatie is het proces van polaire covalente verbindingen (zoals zuren) die ionen vormen.
Ionisatievergelijking:
HCl + H2O Cl- + H3O+
H2SO4 + 2 H2O SO42- + 2 H3O+
Apolaire covalente verbindingen bezitten geen ladingen en lossen niet op in water, het zijn
isolatoren. Polaire covalente verbindingen zullen elektrische stroom geleiden wanneer ze
opgelost worden in water, dit zijn elektrolyten.
DISSOCIATIE IONISATIE
GELEIDBAARHEID VAN
IONVERBINDINGEN
Bij een elektrolyt zijn bewegende ladingen aanwezig en kan deze bij gevolg ook elektrische
stroom geleiden. Ionen moeten los komen van elkaar en beweeglijk worden, dit kan op 2 manieren:
1 | Ionverbinding smelten
2 | Ionverbinding oplossen in water
Dissociatie:
de ionen komen los van elkaar
Hydratatie:
ionen worden omgeven door een watermantel
De dissociatievergelijking (of splitsingsreactie) beschrijft hoe een verbinding uiteenvalt in
ionen wanneer deze oplost in water. Je kan deze geven door de brutoformule te splitsen tussen
het metaal (altijd het eerste element) en de rest van de formule. Het metaal krijgt altijd een
positieve lading, de zuurrest of het hydroxide-ion een negatieve lading. Een index bij een metaal
wordt een coëfficiënt na de reactiepijl. Indexen bij het tweede deel worden enkel een coëfficiënt als
de index bij het volledige tweede deel staat.
Dissociatievergelijking:
NaCl Na+ + Cl-
Ca3(PO4)2 3 Ca2+ + 2 PO43-
Mg(OH)2 Mg2+ + 2OH-
Dissociatie gebeurt wanneer de aantrekkingskrachten tussen het water-ion groter zijn dan de
aantrekkingen tussen de ionen onderling. Ionverbindingen lossen goed op in polaire
oplosmiddelen zoals water, ionverbindingen met een héél sterke ion-ionkrachten lossen niet op in
water. De ionen blijven als één geheel bestaan en zullen een neerslag vormen in het water.
Een elektrolyt is een stof die elektrische stroom geleid. Een stof die dit niet doet, noemen we een
niet-elektrolyt of een isolator. Een ionverbinding zal de elektrische stroom nooit geleiden in
vaste toestand, wel als
Ze in gesmolten toestand voorkomt;
Ze opgelost is in water (‘dissociatie’).
Zouten en hydroxiden (OH) zijn elektrolyten.
Polaire stoffen lossen op in polaire oplosmiddelen = hydrofiele stoffen SOORT ZOEKT SOORT
Apolaire stoffen lossen op in apolaire oplosmiddelen = hydrofobe stoffen
De moleculen van een apolaire stof verdelen zich tussen de moleculen van het apolair oplosmiddel.
Ionisatie is het proces van polaire covalente verbindingen (zoals zuren) die ionen vormen.
Ionisatievergelijking:
HCl + H2O Cl- + H3O+
H2SO4 + 2 H2O SO42- + 2 H3O+
Apolaire covalente verbindingen bezitten geen ladingen en lossen niet op in water, het zijn
isolatoren. Polaire covalente verbindingen zullen elektrische stroom geleiden wanneer ze
opgelost worden in water, dit zijn elektrolyten.
DISSOCIATIE IONISATIE