Inleiding
Niet-exhaustieve lijst onderwerpen die we bespreken
o De Franse Revolutie, de opkomst van Napoleon, geopolitieke gevolgen van de Napoleontische
oorlogen voor Europa en de wereld.
o Het Congres van Wenen (1815)
o De Krimoorlog (1854-56) en de geleidelijke ontbinding van het "Concert van Europa
o De geopolitieke reorganisatie van Europa in de periode 1860-1900
o De "Great Game" en de "Scramble for Africa”
o De toenemende spanningen binnen Europa in de periode voorafgaand aan de "Grote Oorlog"
(de zogenoemde"Oostelijke" en "Westelijke" kwesties)
o De oorzaken van de Eerste en Tweede Wereldoorlog
o De Volkenbond (1919-1945), de Verenigde Naties sinds 1945
Voorlopig programma – Slechts een kleine teaser
o Franse Revolutie
• Hoe komt die in de problemen?
• Noodzaak om de verworvenheden van de Franse Revolutiete beschermen via een
‘erfelijke dynastie’
• 1802 Premier Consul (Napoleon) → 1804 Empereur des Français
• Nood aan dynastie of een erfopvolging en daarom kroont hij zichzelf in het keizerrijk
o Waterloo 1815: Napoleon is verslagen, voor altijd
o Het congres van Wenen 1814-1815
• Herstelling van het Ancien Regime
• Voorloper van de VN → Waarom? Het is een soort van Veiligheidsraad waar de
grootmachten hun zegje hebben
• Conferentiesysteem wanneer er een crisis is
o Territoriale reconfiguraties in Europa
• Van Europa waarin Oostenrijk de dominante macht is naar de ontmantelin van het
Heilige Roomse rijk naar een reorganisatie van deze Duitse gebieden tot de
Napoleontische oorlogen en de gevolgen hiervan
o Krimoorlog 1854-1856
• Conferentiesysteem komt in de problemen
• Instrumentaliseren van de Russische diaspora in het buitenland om haar eigen
politieke doelstellingen te bereiken
o Opiumoorlogen China
• Opium groeit goed in het gebied en wordt gebruikt in China → gaat het exporteren →
politiek proces in Londen want Opium door China vernietigd
• Zal leiden tot een vernedering van China door westerse landen, in dit geval de Britten
• 1839-1842 → De belangrijkste ronde
• 1856-1860
o Amerikaanse Burgeroorlog 1861-1865
• Katoenproductie, slavernij in Zuidelijke staten vs. Het kapitaal in de Noordelijke staten
• Andere belangen tussen Noord en Zuid = enorme spanningen die ontaarden
• Verenigde staten overwinnen wat zorgt voor een mentale klik
o Territoriale herschikkingen in Europa
• Grote rode draad in de colleges = Het verhaal van het ottomaanse rijk dat zwak is en
geleidelijk aan gaat verbrokkelen
• Dit is een kans voor anderen zoals de Britten en de Grieken om de macht te nemen →
Machtsstrijd in de Balkan tussen grootmachten
1
,o Wat gebeurde er 1840-1890
• De opkomst van de grote natiestaten in Europa
• samenvallend met de Industriële Revolutie
• Toenemende geopolitieke en geo-economische spanningen
o 1840: Zollverein, 1871: Duitse eenwording
• In de tweede helft van de 19e eeuw zullen de pruisen sterker worden en zal Bismarck
(Eerste minister Koninkrijk Pruisen) zal een soort oorlog uitlokken tegenover Frankrijk
• Hierdoor gezamenlijk gevaar voor Duitse staten → zullen verenigen tegen Frankrijk
• Duitsers kwamen in 1870 te laat op de internationale scene → Duitsland voelt zich
misbegrepen → kiem voor andere problemen
o 1861: Risorgimento - Italiaanse eenwording
• Beweging om tot 1 Italië te komen
• Door de Napoleontische oorlogen worden deze gebieden even verenigd
o De “Scramble for Africa” en de Conferentie van Berlijn
• 15 november 1884 tot 26 februari 1885
• Leopold II → kolonies
• Machtsstrijd tussen de Europese grootmachten binnen Afrika
o 1871: Duitse eenwording verklaard in Versailles
o 1878-1914: de "Oostelijke” Kwestie
• Ottomaanse rijk
• Alle gebieden die zichzelf onafhankelijk verklaren
o Duitse marinebouw komt “op stoom” 1904: Het keizerrijk van Wilhem II lanceert het slagschip
SMS Deutschland → Hoe gaat de Indsutriele revolutie zich vertalen in de machtspolitiek
o De Balkan in 1911 vergeleken met 1914
o 1914-1918: de "Groote Oorlog”
o 28 juni 1914: Sarajevo – stadhuis
o 1918-1919: het "Verdrag van Versailles → De onderhandelingen in Versailles in 1918
o De grote depressie in 1929
• Komt 2 jaar later aan in Europa (jaren 30)
• Wall Street Crash
o De jaren ‘30
• Februarirevolutie en Oktoberrevolutie in Rusland → Stalin
• Nieuw deal politiek
• Redistributie van de rijkdom
• Sociaal contract
o 1918-1939: Het Interbellum
o 1939-1945: de Tweede Wereldoorlog → laatste les
o 26 juni 1945: Charter of the United Nations
2
,Enkele basisbegrippen in Internationale Relaties
o Anarchie: betekent niet chaos, maar de afwezigheid van een overkoepelende politieke
autoriteit in de wereld
• Realisten: er zijn alleen staten die zichzelf kunnen helpen, eigenbelang
• Liberalen: condities waarin samenwerking mogelijk is
• Neoliberalisten: focussen op instellingen
o Machtsevenwicht / Balance of power: een evenwicht tussen staten; historisch realisten
beschouwen het als een product van diplomatie, terwijl structureel realisten het systeem
beschouwen als neigend naar een natuurlijk evenwicht.
o Veiligheidsdilemma: Je bouwt je militaire capaciteiten op en je tegenstander zal dit ook doen.
Hierdoor komt er een oneindige strijd. Omdat staten in onzekerheid verkeren over elkaars
motieven weten ze niet of hun veiligheid al dan niet in gevaar is. Ze willen in staat zijn zichzelf
te verdedigen indien nodig en er ontstaat een wapenwedloop.
o Globalisering proces van de-territorialisering en reterritorialisering
• Door technologie
• Industriele revolutie
• Bv. Europeanen nemen hun waarden en normen mee en drukken dit door op onder
meer Afrika
o Capaciteiten: bevolking en grootte van het grondgebied, hulpbronnen, economische kracht,
militair vermogen, en competentie (Waltz 1979: 131)
o Internationaal systeem: een geheel van onderling samenhangende delen die met elkaar
verbonden zijn om een geheel te vormen. Systemen hebben bepalende beginselen zoals
hiërarchie (in de binnenlandse politiek) en anarchie (in de internationale politiek).
o Nationaal belang: wordt door realisten en staatsleiders aangehaald om datgene aan te duiden
wat voor de staat het belangrijkst is - overleven staat bovenaan de lijst.
o Macht/Power: het vermogen om andere actoren te beïnvloeden. Het hebben van "materiële
middelen" vertaalt zich in "invloed" (zie:vermogens). Macht kan politiek, militair, economisch,
maar ook moreel zijn.
• Machtsbronnen: “stok en de wortel”
• Stok:
▪ dreigen met militaire macht
▪ ontradingsstrategie
▪ economische sancties
▪ → MAAR in vb Rusland is dit niet goed gelukt
▪ → Meestal werken ze niet
• Wortel:
▪ Economische samenwerking
▪ Soft power
▪ Cultuur als drempelverlaging
o Staat: een territoriale entiteit bestaande uit een stabiele bevolkingen regering, die het
monopolie heeft op het legitieme gebruik van geweld (intern en extern), en waarvan de
soevereiniteit wordt erkend door andere staten.
o Interdependentie: een toestand waarin staten (of volkeren) de gevolgen ondervinden van
besluiten die door anderen worden genomen. Deze afhankelijkheid kan symmetrisch zijn
(beide groepen actoren ondervinden dezelfde gevolgen), of asymmetrisch (de gevolgen
verschillen per actor). → liberaal concept om oorlog te vermijden
3
, Hoofdstuk 1: Internationale betrekkingen voor 1815
Middeleeuwen: de staat bestond nog niet
o In de middeleuwen heb je een antal steden die handel drijven met elkaar (vb. brugge,
kopenhagen, Oslo,…)
o Die steden hebben zich geleidelijk aan al ontwikkeld
o Maritieme contacten tussen de steden
o Steden worden politiek steeds belangrijker en zal tegenover de adel gaan staan met het
geboorterecht
Hanze: netwerk van handelssteden
o In 1576 sloot Antwerpen zich aan bij de Pacificatie van Gent. Het jaar daarop kwam er een
sterk calvinistisch bewind in de stad aan de macht dat zich zelf de Antwerpse Republiek
noemde, deze stond onder leiding van buiten burgemeester Filips van Marnix van Sint-
Aldegonde. In die periode van radicalisering was het katholicisme officieel verboden. Vanaf
1582 zal de Spaanse landvoogd Farnese de stad via een pontonbrug afsluiten van de Schelde
1585: Antwerpen, een calvinistisch bolwerk, valt in handen van katholiek Spanje ("Tachtigjarige
Oorlog")
Dertigjarige oorlog (1618-1648)
o De Dertigjarige Oorlog was een conflict dat grotendeels binnen het Heilige Roomse Rijk werd
uitgevochten van 1618 tot 1648, één van de meest vernietigende oorlogen in de Europese
geschiedenis
o Gerelateerde conflicten; de Tachtigjarige Oorlogen de Portugese Restauratieoorlog. De oorlog
begon in 1618 toen Ferdinand II werd afgezet als koning van Bohemen en vervangen door
Frederik V van de Palts.
o Hoewel de Boheemse Opstand snel werd onderdrukt, breidden de gevechten zich uit naar de
Palts, waarvan het strategisch belang de Nederlandse Republiek en Spanje aantrok, die toen in
de Tachtigjarige Oorlog verwikkeld waren.
o Een centraal thema hierbinnen was de strijd tussen katholieken en protestanten, waardoor
een eindeloze religieuze strijd op gang kwam. De les voor de internationale politiek zou
uiteindelijk het “principe van de ‘niet-inmenging in interne aangelegenheden’” worden
o Machtstrijd in Europa is ontaard in een strijd tussen Katholieken en Protestanten
Vrede van Westfalen: begin van de “staat”?
o Westfaalse soevereiniteit is het concept van soevereiniteit van een natiestaat gebaseerd op:
• Territorialiteit (met wettelijke grenzen in plaats van 'limes')
• Geen rol voor externe actoren in de binnenlandse structuren (“niet-inmenging in
interne aangelegenheden”)
o Vrede van Westfalen – 1648
o Cruciaal in de vrede van Westfalen → De oorlog (soort Europese burgeroorlog in de 17e eeuw)
→ zo dramatisch dat in sommige gebieden de helft van de bevolking sterft
o Komt tot een einde door totale uitputting van beide zijden
o Het principe van de niet-inmenging van de interne aangelegenheden van andere staten komt
hier overeind
4