ALLERGOLOGIE – PROF
SCHRIJVERS
INLEIDING
Het immuunsysteem beschermt ons tegen pathogenen (bacteriën, virussen, parasieten, schimmels) en
eventuele ontaarde lichaamseigen cellen (maligniteit).
Het immuunsysteem maakt een onderscheid tussen lichaamsvreemd – lichaamseigen en tussen gevaarlijke –
ongevaarlijke antigenen.
Een immuunrespons voor een gevaarlijk lichaamsvreemd antigeen beschouwen we als adequaat.
AANGEBOREN IMMUUNSYSTEEM
Het systeem is aangeboren
Maakt gebruik van receptoren (pattern recognition receptors, bv Toll-like receptoren) die vaststaande
patronen in lichaamsvreemde (pathogen associated molecular patters – PAMP’s) en lichaamseigen
(damage associated molecular patterns -DAMP’s) moleculen herkennen + inflammatoire reactie
kunnen activeren.
Onderdelen van aangeboren IS:
o Fagocyten
Granulocyten, monocyten en macrofagen.
Verwerken lichaamsvreemd materiaal en debris verder
o Mastcellen
= centrale speler in de “onmiddellijke” reacties
Activatie zorgt voor degranulatie histamine en andere mediatoren vrijzetten
lokale en systemische klachten + bijdrage aan chroniciteit.
o Complement
o Huid en slijmvliezen fysieke barrière vormen
DE MASTCEL: CENTRALE SPELER IN DE “ONMIDDELLIJKE” REACTIES
Allergeen in de circulatie IgE productie sensibilisatie van de mastcel
door binding van IgE op FcER1 bij volgende blootstelling gaat allergeen
binden aan IgE cross linking IgE receptoren mastcelactivatie
degranulatie vrijzetten van histamine en andere mediatoren.
Lokale klachten:
Allergische rhinitis (bv bij huisstofmijd)
Weal and flare bij huidtest
Oraal allergie syndroom
Systemische klachten: anafylaxie
Bijdrage aan chroniciteit
Allergische rhinitis
Astma
CSU: chronic spontaneous urticaria
Idiopatisch histaminerg angio-oedeem
1
,Aanleiding tot mastcel activatie:
Allergisch (type I): Huisstofmijd, pinda’s, medicatie, wespensteek, ...
Pseudo-allergisch (niet immunologisch) = degranulatie zonder IgE gemedieerd proces. Medicijnen (bv
vancomycine, rocuronium)
Mastcelaandoeningen (= mastocytose)
Er is een teveel aan mastcellen die bovendien hyperreactief zijn te makken degranuleren (zonder
allergeen)
Idiopatisch: chronische spontane urticaria: diverse oorzaken.
VERWORVEN IMMUUNSYSTEEM
Het systeem ontwikkelt zich in de loop van het leven
Uitvoerende taak: Immuunrespons genereren tov lichaamsvreemde producten
Geheugenfunctie bij herexpositie zal voortaan een sneller en adequater immuunantwoord
gegenereerd worden.
Adhv aanmaak van Ag-specifieke As (IgM, IgG, IgA, IgE) door B-cellen en/of Ag-specifieke T cel
receptoren op T cellen.
IMMUUNZIEKTEN
Problemen in het IS kunnen aanleiding geven tot diverse ziekten:
Immuundeficiëntie
o = IS faalt in of is afwezig voor een of meerdere componenten.
o Hogere kans op infecties (en auto-immuniteit, allergie, maligniteiten of auto-inflammatie)
o Aangeboren (PID) of verworven (bv tgv HIV of bij gebruik van immunosuppressiva)
Auto-immuniteit
o = Verworven immuunsysteem dat reageert op lichaamseigen Ag.
o Ag = auto-antigenen
Auto-inflammatie
o = Bepaalde cascades in het IS die continu actief zijn terwijl dit niet nodig is
o Er is inflammatie zonder dat er een relevante lichaamsvreemde trigger aanwezig is
Allergie
o = Respons van het verworven immuunsysteem op lichaamsvreemde, maar in se ongevaarlijke
producten. Het antigeen wordt in dit geval ‘allergeen’ genoemd.
o Kan gevaarlijk zijn indien er symptomen optreden
ALLERGIE EN ONDERSCHEID MET SENSIBLISATIE
VOORWAARDEN ALLERGIE
Om van een allergie te spreken moeten er 3 voorwaarden vervuld zijn:
1. Reactie gemedieerd door componenten van het verworven immuunsysteem (IgE, IgG, T cellen met
allergeen specifieke TCR)
2. Reactie gericht op lichaamsvreemd, ongevaarlijk antigeen (= het allergeen)
3. Symptomatisch (of wordt verwacht symptomatisch te zijn)
2
,ALLERGIE VERSUS SENSIBILISATIE
Sensibilisatie: voorwaarden 1 en 2 zijn voldaan.
Allergie: De 3 voorwaarden zijn voldaan.
Iemand dat allergisch is voor een bepaald allergeen, is hiervoor ook gesensibiliseerd.
Omgekeerd niet altijd.
Vermoedelijk heeft iemand met louter sensibilisatie wel een grotere kans om in de toekomst een
allergie te ontwikkelen voor dit allergeen.
De meeste allergieën beschouwen het als een statisch gegeven. Eens allergisch = voor het leven
allergisch.
o MAAR iemand kan een allergie verliezen en na verloop van tijd enkel nog maar
gesensibiliseerd zijn. Ook sensibilisatie verliezen is mogelijk.
NIET-MMUNOLOGISCHE OVERGEVOELIGHEIDSREACTIE OF PSEUDO-ALLERGISCHE KLACHTEN
Veel klachten die ‘doen denken aan’ een allergie, blijken uiteindelijk niet het gevolg te zijn van een expositie
aan allergenen of door het verworven IS gemedieerd te zijn.
De term niet-immunologische overgevoeligheidsreactie wordt gebruik in context van medicatie-
overgevoeligheidsreactie. De term “pseudo-allergische klachten” wordt best vermeden omdat er geen
allergiespecifieke of pseudo-allergiespecifieke klachten bestaan.
VOORBEELD: VANCOMYCINE (GLYCOPEPTIDE ANTIBIOTICUM)
Een te snelle IV-toediening van vancomycine basofiel en mastceldegranulatie.
1. Lichaam beschouwt vancomycine als lichaamsvreemd maar het is in se een ongevaarlijk antigeen
2. Reactie is symptomatisch
Voorwaarde 2 en 3 voor ‘een allergie’.
MAAR de reactie is een gevolg van histaminevrijzetting uit cellen, die niet gemedieerd werd door specifiek IgE
voor vancomycine. Voorwaarde 1 (verworven immuunsysteem) is dus niet vervuld. De reactie wordt
omschreven als ‘aspecifiek’
Cave: bij een zeer ernstige reactie (type anafylaxie) na vancomycine blijkt er wel IgE gemedieerde allergie te zijn!
Andere medicijnen die hetzelfde werken op het IS: morfine, bepaalde curares, peptiderge medicijnen,
quinolones, iodiumhoudende contrastmiddleen, etc.
CASUS
28 jarige dame met klachten van jeuk, neusloop, nasale congestie en niezen (4 cardinale symptomen van
rhinitis), geïsoleerd in de periode van mei tem augustus (gras- en onkruidpollenperiode) ondergaat een
bloedname en huidtesten.
Wat kan je hieruit concluderen?
3
, Antwoord: De dame blijkt allergisch voor graspollen, gesensibiliseerd voor boompollen en negatief voor overige
geteste inhalatieallergenen. Het testresultaat voor boompollen beschouwen we, op dit ogenblik, voor deze pt,
als irrelevant.
OVERGEVOELIGHEIDSREACTIES VOLGENS GELL EN COOMBS CLASSIFICATIE
De standaard oververdeling voor overgevoeligheidsreacties gebeurt volgens de Gell en Coombs classificatie.
Type I en IV zijn de frequentste vormen in de context van allergienazicht, diagnostiseren en behandeling door
allergologen.
4
SCHRIJVERS
INLEIDING
Het immuunsysteem beschermt ons tegen pathogenen (bacteriën, virussen, parasieten, schimmels) en
eventuele ontaarde lichaamseigen cellen (maligniteit).
Het immuunsysteem maakt een onderscheid tussen lichaamsvreemd – lichaamseigen en tussen gevaarlijke –
ongevaarlijke antigenen.
Een immuunrespons voor een gevaarlijk lichaamsvreemd antigeen beschouwen we als adequaat.
AANGEBOREN IMMUUNSYSTEEM
Het systeem is aangeboren
Maakt gebruik van receptoren (pattern recognition receptors, bv Toll-like receptoren) die vaststaande
patronen in lichaamsvreemde (pathogen associated molecular patters – PAMP’s) en lichaamseigen
(damage associated molecular patterns -DAMP’s) moleculen herkennen + inflammatoire reactie
kunnen activeren.
Onderdelen van aangeboren IS:
o Fagocyten
Granulocyten, monocyten en macrofagen.
Verwerken lichaamsvreemd materiaal en debris verder
o Mastcellen
= centrale speler in de “onmiddellijke” reacties
Activatie zorgt voor degranulatie histamine en andere mediatoren vrijzetten
lokale en systemische klachten + bijdrage aan chroniciteit.
o Complement
o Huid en slijmvliezen fysieke barrière vormen
DE MASTCEL: CENTRALE SPELER IN DE “ONMIDDELLIJKE” REACTIES
Allergeen in de circulatie IgE productie sensibilisatie van de mastcel
door binding van IgE op FcER1 bij volgende blootstelling gaat allergeen
binden aan IgE cross linking IgE receptoren mastcelactivatie
degranulatie vrijzetten van histamine en andere mediatoren.
Lokale klachten:
Allergische rhinitis (bv bij huisstofmijd)
Weal and flare bij huidtest
Oraal allergie syndroom
Systemische klachten: anafylaxie
Bijdrage aan chroniciteit
Allergische rhinitis
Astma
CSU: chronic spontaneous urticaria
Idiopatisch histaminerg angio-oedeem
1
,Aanleiding tot mastcel activatie:
Allergisch (type I): Huisstofmijd, pinda’s, medicatie, wespensteek, ...
Pseudo-allergisch (niet immunologisch) = degranulatie zonder IgE gemedieerd proces. Medicijnen (bv
vancomycine, rocuronium)
Mastcelaandoeningen (= mastocytose)
Er is een teveel aan mastcellen die bovendien hyperreactief zijn te makken degranuleren (zonder
allergeen)
Idiopatisch: chronische spontane urticaria: diverse oorzaken.
VERWORVEN IMMUUNSYSTEEM
Het systeem ontwikkelt zich in de loop van het leven
Uitvoerende taak: Immuunrespons genereren tov lichaamsvreemde producten
Geheugenfunctie bij herexpositie zal voortaan een sneller en adequater immuunantwoord
gegenereerd worden.
Adhv aanmaak van Ag-specifieke As (IgM, IgG, IgA, IgE) door B-cellen en/of Ag-specifieke T cel
receptoren op T cellen.
IMMUUNZIEKTEN
Problemen in het IS kunnen aanleiding geven tot diverse ziekten:
Immuundeficiëntie
o = IS faalt in of is afwezig voor een of meerdere componenten.
o Hogere kans op infecties (en auto-immuniteit, allergie, maligniteiten of auto-inflammatie)
o Aangeboren (PID) of verworven (bv tgv HIV of bij gebruik van immunosuppressiva)
Auto-immuniteit
o = Verworven immuunsysteem dat reageert op lichaamseigen Ag.
o Ag = auto-antigenen
Auto-inflammatie
o = Bepaalde cascades in het IS die continu actief zijn terwijl dit niet nodig is
o Er is inflammatie zonder dat er een relevante lichaamsvreemde trigger aanwezig is
Allergie
o = Respons van het verworven immuunsysteem op lichaamsvreemde, maar in se ongevaarlijke
producten. Het antigeen wordt in dit geval ‘allergeen’ genoemd.
o Kan gevaarlijk zijn indien er symptomen optreden
ALLERGIE EN ONDERSCHEID MET SENSIBLISATIE
VOORWAARDEN ALLERGIE
Om van een allergie te spreken moeten er 3 voorwaarden vervuld zijn:
1. Reactie gemedieerd door componenten van het verworven immuunsysteem (IgE, IgG, T cellen met
allergeen specifieke TCR)
2. Reactie gericht op lichaamsvreemd, ongevaarlijk antigeen (= het allergeen)
3. Symptomatisch (of wordt verwacht symptomatisch te zijn)
2
,ALLERGIE VERSUS SENSIBILISATIE
Sensibilisatie: voorwaarden 1 en 2 zijn voldaan.
Allergie: De 3 voorwaarden zijn voldaan.
Iemand dat allergisch is voor een bepaald allergeen, is hiervoor ook gesensibiliseerd.
Omgekeerd niet altijd.
Vermoedelijk heeft iemand met louter sensibilisatie wel een grotere kans om in de toekomst een
allergie te ontwikkelen voor dit allergeen.
De meeste allergieën beschouwen het als een statisch gegeven. Eens allergisch = voor het leven
allergisch.
o MAAR iemand kan een allergie verliezen en na verloop van tijd enkel nog maar
gesensibiliseerd zijn. Ook sensibilisatie verliezen is mogelijk.
NIET-MMUNOLOGISCHE OVERGEVOELIGHEIDSREACTIE OF PSEUDO-ALLERGISCHE KLACHTEN
Veel klachten die ‘doen denken aan’ een allergie, blijken uiteindelijk niet het gevolg te zijn van een expositie
aan allergenen of door het verworven IS gemedieerd te zijn.
De term niet-immunologische overgevoeligheidsreactie wordt gebruik in context van medicatie-
overgevoeligheidsreactie. De term “pseudo-allergische klachten” wordt best vermeden omdat er geen
allergiespecifieke of pseudo-allergiespecifieke klachten bestaan.
VOORBEELD: VANCOMYCINE (GLYCOPEPTIDE ANTIBIOTICUM)
Een te snelle IV-toediening van vancomycine basofiel en mastceldegranulatie.
1. Lichaam beschouwt vancomycine als lichaamsvreemd maar het is in se een ongevaarlijk antigeen
2. Reactie is symptomatisch
Voorwaarde 2 en 3 voor ‘een allergie’.
MAAR de reactie is een gevolg van histaminevrijzetting uit cellen, die niet gemedieerd werd door specifiek IgE
voor vancomycine. Voorwaarde 1 (verworven immuunsysteem) is dus niet vervuld. De reactie wordt
omschreven als ‘aspecifiek’
Cave: bij een zeer ernstige reactie (type anafylaxie) na vancomycine blijkt er wel IgE gemedieerde allergie te zijn!
Andere medicijnen die hetzelfde werken op het IS: morfine, bepaalde curares, peptiderge medicijnen,
quinolones, iodiumhoudende contrastmiddleen, etc.
CASUS
28 jarige dame met klachten van jeuk, neusloop, nasale congestie en niezen (4 cardinale symptomen van
rhinitis), geïsoleerd in de periode van mei tem augustus (gras- en onkruidpollenperiode) ondergaat een
bloedname en huidtesten.
Wat kan je hieruit concluderen?
3
, Antwoord: De dame blijkt allergisch voor graspollen, gesensibiliseerd voor boompollen en negatief voor overige
geteste inhalatieallergenen. Het testresultaat voor boompollen beschouwen we, op dit ogenblik, voor deze pt,
als irrelevant.
OVERGEVOELIGHEIDSREACTIES VOLGENS GELL EN COOMBS CLASSIFICATIE
De standaard oververdeling voor overgevoeligheidsreacties gebeurt volgens de Gell en Coombs classificatie.
Type I en IV zijn de frequentste vormen in de context van allergienazicht, diagnostiseren en behandeling door
allergologen.
4