2024-
2025
Samenvatting RZL
RENZO DE TROYER
ARTEVELDEHOGESCHOOL 2024-2025
,H0 Inleiding
2 themareeksen:
• Levensbeschouwing en zingeving
o Focus op zijnskwaliteiten
• Ethisch en kritisch denken
o Focus op systeemdenken
Wat is systeemdenken?
Het besef dat alles op een bepaalde manier met alles samenhangt, een
wetenschappelijke benadering die tracht overzicht van het geheel te behouden
Helpt ons de wereld beter te begrijpen
Eens lezen
H1 Ongelijkheid
• 90% vd welvaart dat is gecreëerd ging niet naar de armen maar naar de rijken
• Deze kloof wordt steeds groter
• Inkomen uit kapitaal is groter dan inkomen uit arbeid
1. Inkomensongelijkheid
De rijken groeien elk jaar harder en harder
1
,1.1 Carbon billionaires
De rijkste miljardairs stoten door hun vervuilende investeringen een miljoen keer meer
CO2 uit dan de gemiddelde persoon
Tegen 2030 is hun CO2-voetafdruk 30x groter dan de 1,5 graden celcius doelstelling van
het Parijse Klimaatakkoord
1.2 Vermogen en ongelijkheid in België
Hier is er geen vermogenskadaster; we weten niet hoeveel de rijkste bezitten
Reële ongelijk is wel groter (rijken hebben meer nettovermogen in handen)
1.3 Ongelijkheid en macht
Elke EUR meer voor de rijken is meer macht
1.4 Conclusie
• Ongelijkheid is wel degelijk sterk toe genomen, ook binnen landen
• Groeiende ongelijkheid heeft verregaande gevolgen voor het welzijn van de mens en de
planeet
• Economische ongelijkheid vertaalt zich in politieke ongelijkheid en ondergraaft
democratische structuren
2. Armoede
2.1 Wat is armoede?
• Extreme armoede = <2,15EUR/dag
Dit werd bepaald door de Wereldbank
Wrm dit getal? Internationale vergelijkbaarheid, koopkrachtpariteit en updates doorheen
de jaren. Het is het gemiddelde van de nationale armoedegrenzen van de armste landen
ter wereld, het is dus het minimum.
Deze grens is ook verlaagd tot dat niveau om vooropgestelde UN doelstellingen te
bereiken
2.2 Welke armoedegrens?
• Wereldbank = 2,15EUR/dag
• Absolute armoedegrens VSA/Europa = 6,85 EUR/dag
• Ethische grens = 8,40 EUR/dag (grens voor een normaal persoon)
2.3 The moral egregiousness of poverty (armoede en de morele schaamteloosheid ervan)
De morel relevante maatstaf voor het bestrijden van armoede is de omvang van de
wereldwijde armoede in vergelijking met ons vermogen om er een einde aan te maken
We doen het nu slechter dan ooit
• Armoede is afgenomen maar capaciteit om armoede te stoppen is heel groot!
• Is veel meer gestegen dan de procentuele daling van het armoedecijfer
• Het is duur om dit te realiseren, en de globale economie slaagt er niet in om in de
basisnoden van de wereldbevolking te voorzien.
2
,2.4 armoede als systemische keuze
• Armoede is niet natuurlijk, een gevolg van een bepaald beleid, het bestaan van armoede
is een keuze (in een rijke wereld zoals de onze hoeft er geen armoede te bestaan)
• De armste 57% levert onderbetaalde arbeid en goedkope middelen voor
massaconsumptie en eliteaccumulatie, voornamelijk in het noorden
• Dia 26-27 zie pwp
2.5 Armoede als onderdeel van de globale economie
• De consumptie van mensen in het Zuiden wordt ingeperkt, zodat arbeid, hulpbronnen en
goederen gemakkelijker beschikbaar zijn voor toe-eigening door noordelijke staten en
bedrijven
• Onder omstandigheden van ongelijke ruil waarbij de productie in armere landen wordt
toegeëigend voor consumptie in rijkere landen is convergentie niet haalbaar.
Ontwikkeling en uitroeiing van armoede, en elk plausibel traject om de ongelijkheid in de
wereld te verminderen, vereist een verschuiving in het machtsevenwicht tussen Noord
en Zuid
2.6 De spanning tussen arbeid en kapitaal
• De helft van alle in de wereldeconomie geproduceerde waarde komt ten goede aan
werknemers in de vorm van lonen.
3. Honger in de wereld
3.1 Honger is opnieuw aan het stijgen
• Aantal mensen dat honger lijdt is langzaamaan toegenomen.
• 820 miljoen mensen hebben nog steeds honger, dit maakt het moeilijk om het doen van
Zero Hunger tegen 2030 te halen.
3.2 Honger volgens VN
• 2018: 1 op de 9 honger
• 2020: 1 op de 10 honger
• 26,4% vd wereldbevolking kent voedselonzekerheid
• 1 op 7 pasgeboren baby’s hebben een laag geboortegewicht
• Miljoenen kinderen onder de 5 hebben last vn dwergroei/chronische ondervoeding
• Miljoenen kinderen onder de 5 hebben last vn acute ondervoeding
3
, 3.3 Voedselonzekerheid
3.4 Honger in een wereld van overproductie
• We kunnen 8 tot 10x de huidige wereldbevolking voeden, de rijkere landen kampen met
systematische voedseloverschotten (is teveel)
3.5 conclusie
• Meer genuanceerde blik toont echter dat wereldeconomie structurele probleem heeft→
laat je niet in slaap sussen!
• Pessimisme van het intellect, optimisme van de wil (Antonio Gramsci):
o Pessimisme van het intellect: eerlijk en kritisch durven kijken naar de wereld
o Optimisme van de wil: geloven dat er een betere toekomst mogelijk is en dat we
het systeem wel degelijk kunnen veranderen
4
2025
Samenvatting RZL
RENZO DE TROYER
ARTEVELDEHOGESCHOOL 2024-2025
,H0 Inleiding
2 themareeksen:
• Levensbeschouwing en zingeving
o Focus op zijnskwaliteiten
• Ethisch en kritisch denken
o Focus op systeemdenken
Wat is systeemdenken?
Het besef dat alles op een bepaalde manier met alles samenhangt, een
wetenschappelijke benadering die tracht overzicht van het geheel te behouden
Helpt ons de wereld beter te begrijpen
Eens lezen
H1 Ongelijkheid
• 90% vd welvaart dat is gecreëerd ging niet naar de armen maar naar de rijken
• Deze kloof wordt steeds groter
• Inkomen uit kapitaal is groter dan inkomen uit arbeid
1. Inkomensongelijkheid
De rijken groeien elk jaar harder en harder
1
,1.1 Carbon billionaires
De rijkste miljardairs stoten door hun vervuilende investeringen een miljoen keer meer
CO2 uit dan de gemiddelde persoon
Tegen 2030 is hun CO2-voetafdruk 30x groter dan de 1,5 graden celcius doelstelling van
het Parijse Klimaatakkoord
1.2 Vermogen en ongelijkheid in België
Hier is er geen vermogenskadaster; we weten niet hoeveel de rijkste bezitten
Reële ongelijk is wel groter (rijken hebben meer nettovermogen in handen)
1.3 Ongelijkheid en macht
Elke EUR meer voor de rijken is meer macht
1.4 Conclusie
• Ongelijkheid is wel degelijk sterk toe genomen, ook binnen landen
• Groeiende ongelijkheid heeft verregaande gevolgen voor het welzijn van de mens en de
planeet
• Economische ongelijkheid vertaalt zich in politieke ongelijkheid en ondergraaft
democratische structuren
2. Armoede
2.1 Wat is armoede?
• Extreme armoede = <2,15EUR/dag
Dit werd bepaald door de Wereldbank
Wrm dit getal? Internationale vergelijkbaarheid, koopkrachtpariteit en updates doorheen
de jaren. Het is het gemiddelde van de nationale armoedegrenzen van de armste landen
ter wereld, het is dus het minimum.
Deze grens is ook verlaagd tot dat niveau om vooropgestelde UN doelstellingen te
bereiken
2.2 Welke armoedegrens?
• Wereldbank = 2,15EUR/dag
• Absolute armoedegrens VSA/Europa = 6,85 EUR/dag
• Ethische grens = 8,40 EUR/dag (grens voor een normaal persoon)
2.3 The moral egregiousness of poverty (armoede en de morele schaamteloosheid ervan)
De morel relevante maatstaf voor het bestrijden van armoede is de omvang van de
wereldwijde armoede in vergelijking met ons vermogen om er een einde aan te maken
We doen het nu slechter dan ooit
• Armoede is afgenomen maar capaciteit om armoede te stoppen is heel groot!
• Is veel meer gestegen dan de procentuele daling van het armoedecijfer
• Het is duur om dit te realiseren, en de globale economie slaagt er niet in om in de
basisnoden van de wereldbevolking te voorzien.
2
,2.4 armoede als systemische keuze
• Armoede is niet natuurlijk, een gevolg van een bepaald beleid, het bestaan van armoede
is een keuze (in een rijke wereld zoals de onze hoeft er geen armoede te bestaan)
• De armste 57% levert onderbetaalde arbeid en goedkope middelen voor
massaconsumptie en eliteaccumulatie, voornamelijk in het noorden
• Dia 26-27 zie pwp
2.5 Armoede als onderdeel van de globale economie
• De consumptie van mensen in het Zuiden wordt ingeperkt, zodat arbeid, hulpbronnen en
goederen gemakkelijker beschikbaar zijn voor toe-eigening door noordelijke staten en
bedrijven
• Onder omstandigheden van ongelijke ruil waarbij de productie in armere landen wordt
toegeëigend voor consumptie in rijkere landen is convergentie niet haalbaar.
Ontwikkeling en uitroeiing van armoede, en elk plausibel traject om de ongelijkheid in de
wereld te verminderen, vereist een verschuiving in het machtsevenwicht tussen Noord
en Zuid
2.6 De spanning tussen arbeid en kapitaal
• De helft van alle in de wereldeconomie geproduceerde waarde komt ten goede aan
werknemers in de vorm van lonen.
3. Honger in de wereld
3.1 Honger is opnieuw aan het stijgen
• Aantal mensen dat honger lijdt is langzaamaan toegenomen.
• 820 miljoen mensen hebben nog steeds honger, dit maakt het moeilijk om het doen van
Zero Hunger tegen 2030 te halen.
3.2 Honger volgens VN
• 2018: 1 op de 9 honger
• 2020: 1 op de 10 honger
• 26,4% vd wereldbevolking kent voedselonzekerheid
• 1 op 7 pasgeboren baby’s hebben een laag geboortegewicht
• Miljoenen kinderen onder de 5 hebben last vn dwergroei/chronische ondervoeding
• Miljoenen kinderen onder de 5 hebben last vn acute ondervoeding
3
, 3.3 Voedselonzekerheid
3.4 Honger in een wereld van overproductie
• We kunnen 8 tot 10x de huidige wereldbevolking voeden, de rijkere landen kampen met
systematische voedseloverschotten (is teveel)
3.5 conclusie
• Meer genuanceerde blik toont echter dat wereldeconomie structurele probleem heeft→
laat je niet in slaap sussen!
• Pessimisme van het intellect, optimisme van de wil (Antonio Gramsci):
o Pessimisme van het intellect: eerlijk en kritisch durven kijken naar de wereld
o Optimisme van de wil: geloven dat er een betere toekomst mogelijk is en dat we
het systeem wel degelijk kunnen veranderen
4