OZM: DEEL ONDERZOEKSTECHNIEKEN
Kenmerken van empirischonderzoek:
• systematisch verzamelen van gegevens
• systematisch analyseren van gegevens
• doel = iets nieuws ontdekken
10 fasen van empirisch onderzoek
1 KEUZE EN VERKENNING VAN EEN ONDERWERP
• Interesseert het onderwerp je?
• Houd je voldoende rekening met de wensen van de opdrachtgever (bijv. promotor)?
• Ben je vaardig genoeg (bijv. talenkennis, ICT-kennis)?
• Is het praktisch haalbaar (tijd, toegang tot informatie)?
• Is het maatschappelijk relevant
2 IDENTIFICATIE VAN DE BELANGRIJKSTE TOPICS
Wetenschappelijke relevantie van je onderzoek bepalen
Lees een review = kritisch literatuuroverzicht
Þ Geeft gestructureerd een stand van zaken
Þ Kritisch: witte vlekken, discussie, fouten
Þ Geeft pistes voor verder onderzoek
3 FORMULEREN VAN EEN PROBLEEMSTELLING
DEDUCTIEF OF INDUCTIEF ONDERZOEK
Inductief onderzoek = je weet niet of er een theorie is dus je probeert een hypothese te stellen om zo tot een
theorie te komen
à empirie – observatie à generaliseren: axioma à theorie
Deductief onderzoek = er is al een theorie en jij gaat deze afleiden (deductie) en nagaan of dit ook geldt voor
jouw doelgroep
à toetsing à theorie aanvaarden/verwerpen/aanpassen
KWANTITATIEF OF KWALITATIEF ONDERZOEK
Kwantitatief onderzoek = gebaseerd op betekenissen die van getallen zijn afgeleid
• Verzamelen resulteert in numerieke en gestandardiseerde gegevens
, • Analyse gebeurt dmv diagrammen en statistische methoden
Kwalitatief onderzoek = gebaseerd op betekenissen die door woorden worden uitgedrukt
• Verzamelen resulteert in niet-gestandaardiseerde gegevens, die in categorieën worden ingedeeld
• Analyse wordt uitgevoerd door middel van conceptualisatie
FUNDAMENTEEL OF TOEGEPAST ONDERZOEK
Fundamenteel onderzoek
• Kennis omwille van kennis
• Universele principes
• Algemeen voor de maatschappij van belang
Toegepast onderzoek
• Zorgt voor een concrete oplossing voor een specifiek probleem
• Nieuwe kennis wordt opgedaan, specifiek enkel voor dit probleem
EEN ONDERZOEKSVRAAG OF HYPOTHESE FORMULEREN
Een goede onderzoeksvraag is
• Eenduidig
• Goed afgebakend
• Doelgericht
• Gekoppeld aan theorie en/of methodologie
• Intern logisch en consistent (deelvragen)
BESCHRIJVEND OF VERKLAREND ONDERZOEK
Beschrijvend onderzoek doe je wanneer je een bepaald onderwerp in kaart wilt brengen. Dat doe je door
bepaalde kenmerken te beschrijven van bijvoorbeeld een specifieke groep, probleem of situatie, die je
vervolgens grondig gaat analyseren. Als onderzoeker ga je op zoek naar kenmerken en aspecten die het
probleem of situatie typeren.
• Welke eigenschappen heeft …?
• Wat zijn de kenmerken van …?
• Wat houdt … in?
Bij verklarend onderzoek gaat het om de ‘waarom-vragen’. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht wat de oorzaak
van een bepaald verschijnsel is of waarom verandering in variabel A een verandering teweegbrengt in variabel
B.
• Hoe komt het dat …?
• Welke factoren beïnvloeden …?
• Wat heeft X voor een voorwaarden/oorzaken/gevolgen
Nog andere doelen:
o Toetsend: onderzoeken of een hypothese klopt
o Diagnostisch: de problemen of knelpunten zoeken
Kenmerken van empirischonderzoek:
• systematisch verzamelen van gegevens
• systematisch analyseren van gegevens
• doel = iets nieuws ontdekken
10 fasen van empirisch onderzoek
1 KEUZE EN VERKENNING VAN EEN ONDERWERP
• Interesseert het onderwerp je?
• Houd je voldoende rekening met de wensen van de opdrachtgever (bijv. promotor)?
• Ben je vaardig genoeg (bijv. talenkennis, ICT-kennis)?
• Is het praktisch haalbaar (tijd, toegang tot informatie)?
• Is het maatschappelijk relevant
2 IDENTIFICATIE VAN DE BELANGRIJKSTE TOPICS
Wetenschappelijke relevantie van je onderzoek bepalen
Lees een review = kritisch literatuuroverzicht
Þ Geeft gestructureerd een stand van zaken
Þ Kritisch: witte vlekken, discussie, fouten
Þ Geeft pistes voor verder onderzoek
3 FORMULEREN VAN EEN PROBLEEMSTELLING
DEDUCTIEF OF INDUCTIEF ONDERZOEK
Inductief onderzoek = je weet niet of er een theorie is dus je probeert een hypothese te stellen om zo tot een
theorie te komen
à empirie – observatie à generaliseren: axioma à theorie
Deductief onderzoek = er is al een theorie en jij gaat deze afleiden (deductie) en nagaan of dit ook geldt voor
jouw doelgroep
à toetsing à theorie aanvaarden/verwerpen/aanpassen
KWANTITATIEF OF KWALITATIEF ONDERZOEK
Kwantitatief onderzoek = gebaseerd op betekenissen die van getallen zijn afgeleid
• Verzamelen resulteert in numerieke en gestandardiseerde gegevens
, • Analyse gebeurt dmv diagrammen en statistische methoden
Kwalitatief onderzoek = gebaseerd op betekenissen die door woorden worden uitgedrukt
• Verzamelen resulteert in niet-gestandaardiseerde gegevens, die in categorieën worden ingedeeld
• Analyse wordt uitgevoerd door middel van conceptualisatie
FUNDAMENTEEL OF TOEGEPAST ONDERZOEK
Fundamenteel onderzoek
• Kennis omwille van kennis
• Universele principes
• Algemeen voor de maatschappij van belang
Toegepast onderzoek
• Zorgt voor een concrete oplossing voor een specifiek probleem
• Nieuwe kennis wordt opgedaan, specifiek enkel voor dit probleem
EEN ONDERZOEKSVRAAG OF HYPOTHESE FORMULEREN
Een goede onderzoeksvraag is
• Eenduidig
• Goed afgebakend
• Doelgericht
• Gekoppeld aan theorie en/of methodologie
• Intern logisch en consistent (deelvragen)
BESCHRIJVEND OF VERKLAREND ONDERZOEK
Beschrijvend onderzoek doe je wanneer je een bepaald onderwerp in kaart wilt brengen. Dat doe je door
bepaalde kenmerken te beschrijven van bijvoorbeeld een specifieke groep, probleem of situatie, die je
vervolgens grondig gaat analyseren. Als onderzoeker ga je op zoek naar kenmerken en aspecten die het
probleem of situatie typeren.
• Welke eigenschappen heeft …?
• Wat zijn de kenmerken van …?
• Wat houdt … in?
Bij verklarend onderzoek gaat het om de ‘waarom-vragen’. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht wat de oorzaak
van een bepaald verschijnsel is of waarom verandering in variabel A een verandering teweegbrengt in variabel
B.
• Hoe komt het dat …?
• Welke factoren beïnvloeden …?
• Wat heeft X voor een voorwaarden/oorzaken/gevolgen
Nog andere doelen:
o Toetsend: onderzoeken of een hypothese klopt
o Diagnostisch: de problemen of knelpunten zoeken