100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Ondernemingsrecht TEW

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
85
Geüpload op
28-04-2025
Geschreven in
2020/2021

Uitgebreide samenvatting voor het vak Ondernemingsrecht in de 2e bachelor TEW. Alle hoofdstukken worden besproken.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
28 april 2025
Aantal pagina's
85
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

H1: SITUERING VAN HET HANDELS, ECONOMISCH EN ONDERNEMINGSRECHT

AFBAKENING

Handelsrecht (tegenhanger van burgerlijk recht) = set van regels, specifiek voor het handelsleven

Regelen:

1. Inzake bewijs (vb. factuur)
2. Inzake kennelijk onvermogen (faillissement)
3. Inzake gerechtelijke procedures (vroegere rechtbanken van koophandel)

Centraal aanknopingspunt: juridische begrip “handelaar” + “kopen om te verkopen” + “winst”

= een onderneming was aan het handelsrecht onderworpen omdat het handelingen stelde die door de wet als
“daden van koophandel” werden omschreven

 Natuurlijke personen
o Rekening houden met werkelijke activiteit
 Rechtspersonen
o Rekening houden met de activiteit die in de statuten is omschreven

Voorwaarden handelaar:

 Kopen om te verkopen
 Winstoogmerk
 Handelsverrichtingen voor zichzelf stellen

Sinds 2018 wordt het begrip “onderneming” gebruikt (veel ruimer dan handelaar)

+ nieuw wetboek: Wetboek Economisch Recht (WER)

 Insolventierecht
 Recht van handelscontracten
 Prijzenreglementering
 Mededingingsrecht
 Recht van marktpraktijken

Afzonderlijke wetgeving:

 Vennootschapsrecht
 Kapitaalmarktrecht

Ondernemingsrecht = amalgaam van regels die met elkaar gemeen hebben dat zij betrekking hebben op het
commerciële leven

Economisch recht = een geheel van rechtsregels die de economische activiteit beheersen

Vennootschapsrecht = onderdeel van ondernemingsrecht OF economisch recht ; richt zich op de
werkingsregels van bepaalde types van ondernemingen met name de vennootschappen

Verenigings-en stichtingenrecht = richt zich op de werkingsregels van verenigingen en stichtingen

ACTOREN

1

,1. ONDERNEMING
Onderneming = de geadresseerde van rechtsregelen die zij dient te respecteren

1.1 ALGEMENE DEFINITIE (ART I.1, 1° WER, P135)
 Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
o Behalve indien geen uitkeringsoogmerk en dit ook niet doet
 Iedere rechtspersoon
o Behalve publiekrechtelijke RP die geen goederen of diensten aanbiedt op een markt
o Behalve de Staat en OCMW (politieke RP + openbare instellingen)
 Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid (vb. maatschappen)
o Behalve indien geen uitkeringsoogmerk en dit ook niet doet (feitelijke vereniging)

1.2 BIJZONDERE DEFINITIE VOOR DE REGELS INZAKE INFORMATIE, MEDEDINGING EN
MARKTPRAKTIJKEN
Oude algemene definitie van onderneming toepassen op BOEK IV, BOEK V en BOEK VI WER:

Onderneming = elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch
doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen

 Nastreven van een economisch doel
o het verrichten van een economische activiteit ; het aanbieden van goederen en diensten op
de markt staat centraal
 Op duurzame wijze
o Een zekere structuur of organisatie

Rechtsvorm en winstoogmerk zijn niet van belang

Afwijkende definitie in BOEK III WER:

= inschrijvingsplicht KBO (zie later)


2. VENNOOTSCHAP, VERENIGING EN STICHTING

2.1 VENNOOTSCHAP (ART 1 WVV; P1)
Vennootschap (vroeger) = opgericht door een contract op grond waarvan 2 of meer personen overeenkomen
iets in gemeenschap te brengen met als doel één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten uit te oefenen
en met het oogmerk aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te bezorgen

=> uitzondering: E-BVBA (éénpersoons-BVBA)

Zonder RP Met RP en onbeperkte Met RP en beperkte
aansprakelijkheid aansprakelijkheid
Maatschap Vennootschap onder firma (VOF) BVBA
Tijdelijke vennootschap Coöperatieve vennootschap met CVBA
onbeperkte aansprakelijkheid
(CVOA)
Stille vennootschap Comm. V. Naamloze vennootschap (NV)



2

,Vennootschap (nu) = opgericht bij een rechtshandeling door 1 of meer personen, vennoten genaamd, die een
inbreng doen. Zij heeft een vermogen en stelt zich de uitoefening van één of meer welbepaalde activiteiten tot
voorwerp. Zij heeft tot doel aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te
keren of te bezorgen

=> keuzevrijheid maar typendwang

LET OP:

 Maatschap, VOF en Comm. V moeten door minstens 2 personen worden opgericht
 Coöperatieve vennootschap moet door minstens 3 personen worden opgericht

2.2 VERENIGING EN STICHTING (ART 1:2 EN 1:3 WVV, P1)
Vereniging = opgericht bij overeenkomst tussen 2 of meer personen, leden genaamd. Zij streeft een
belangeloos doel na in het kader van één of welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zij mag
rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de oprichters, leden,
bestuurders of enig andere persoon BEHALVE voor het in de statuten bepaald belangeloos doel.
(elke verrichting in strijd met dit verbod is nietig)

 Vereniging met rechtspersoonlijkheid
o VZW en IVZW = onderneming
 Vereniging zonder rechtspersoonlijkheid
o Feitelijke vereniging = geen onderneming

Stichting = rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door 1 of meer personen, stichters
genoemd. Haar vermogen wordt bestemd om een belangeloos doel na te streven in het kader van één of meer
welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zij mag rechtstreeks noch onrechtstreeks enig
vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de stichters, bestuurders of enig ander persoon BEHALVE voor
het in de staturen bepaald belangeloos doel.
(elke verrichting in strijd met dit doel is nietig)

 Stichting met rechtspersoonlijkheid
o Private stichting (PS) en Stichting van openbaar nut (SON) = onderneming


3. CONSUMENT
Consumentenrecht = onderdeel van het economisch recht ; voorziet in verstrengde regels ter bescherming van
de consument als economisch zwakkere partij in het economisch leven ten aanzien van ondernemingen

Consument (Art I.1, 2° WER, p136) = iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn
handels-,bedrijfs-,ambachts- of beroepsactiviteiten vallen

=> enkel een natuurlijke persoon kan een consument zijn!




3

, H2: OPSTART VAN DE ONDERNEMING
Boek II WER:

 Belangrijkste: vrijheid van ondernemen (vrijheid van handel)
o Vrije keuze van activiteit
o Vrije keuze van de wijze waarop deze wordt uitgeoefend
o Beperkt door wettelijk kader
o Geen willekeurige inperkingen door uitvoerende macht

MAAR bij aanvang van economische activiteit moeten ondernemingen voorschriften in acht nemen

= toegangsvoorwaarden

Vestigingsrecht = wettelijke voorschriften voor de aanvang van welbepaalde bedrijvigheden

Overzicht van algemene voorwaarden en verplichtingen:

1. Economische bekwaamheid
2. Handelsnaam
3. Openen van een zichtrekening
4. Inschrijving in Kruispuntbank Ondernemingen (KBO)
5. Fiscale en sociale verplichtingen


1. VESTIGINGSWETGEVING: TOEGANG TOT HET BEROEP
Vestigingsrecht = wettelijke afwijkingen op het gewaarborgd beginsel van vrijheid van ondernemen

=> Gewesten hebben de principiële bevoegdheid voor de vestigingsvoorwaarden!
(verschillen kunnen ontstaan tussen gewesten)

Gewesten: decreet basiskennis bedrijfsbeheer & bewijs specifieke beroepsbekwaamheid afgeschaft

=> uitzonderingen: advocaat, banken, dokters, verzekeraars,.. onderworpen aan specifieke federale
vestigingswetgeving

Algemene doelstelling van het Vlaams Handelsvestigingsdecreet (zie IKEA-wet):

 Het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden
van ongewenste kleinhandelslinten
 Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten
 Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het
verstreken van kernwinkelgebieden
 Het bewerken van een duurzame mobiliteit


2. ECONOMISCHE BEKWAAMHEID
Men moet handelingsbekwaam zijn:

 Rechtsbekwaam
 Meerderjarig
 Niet onbekwaam verklaard (vb. zwakzinnigen en krankzinnigen)



4
€8,48
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
hannedewint
3,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
hannedewint Universiteit Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
7 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
4
Laatst verkocht
6 maanden geleden

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen