PSYCHODIAGNOSTIEK
Louise Marie Van hoeck
BACHELOR TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE
FASE 1 – SEMESTER 2
2024-2025
,PSYCHODIAGNOSTIEK
DEEL 1
1. IN LE ID IN G T O T P S Y C H O D IA G N O S T IE K
1 .1 . O M S C H R IJV IN G & B E LA N G V A N P S YC H O D IA G N O S TIE K (H B P . 16 -2 4 )
1 .1 .1 . A LLED A A G S IM P LIC IE T D IA G N O STIC E R E N
- Diagnosticeren = toekennen van oorzaken aan verschijnselen of gedragingen (attributietheorie).
- Impliciet = onbewust, zonder erover na te denken.
- Iedereen doet het, elke dag, vooral als er een afwijking is van een verwacht patroon
o Experiment dakloze (kijk ppt)
- Wordt vaak gebruikt als entertainment
o Online of in tijdschriften: “testjes”
o Media, televisie en documentaires: extremer (on)gewenst gedrag
PROBLEEM VAN IMPLICIET DIAGNOSTICEREN
- We maken oordeelsfouten owv tekorten en vertekeningen in het denken (= foutenbronnen) en dat bepaalt ons gedrag.
- Er zitten vaak fouten in onze redenering => bv. wanneer we gokken.
OMGAAN MET KANSEN EN WAARSCHIJNLIJKHEDEN
- Voorbeeld 1: welk type woorden zijn het meest frequent in het Nederlands?
a) Woorden die beginnen met een ‘r’?
b) Woorden die ‘r’ als vierde letter hebben?
ð Meeste vinden a) waarschijnlijker dan b) omdat je sneller op voorbeelden van a) kan komen.
- Mensen zijn slecht in schatten, afwegen en herzien van kansen à foutenbronnen.
- Voorbeeld 2: Experiment (Tversky & Kahneman)
“Bart is 34 jaar. Hij is intelligent, maar weinig creatief. Hij is dwangmatig en maakt een saaie indruk. Hij was altijd sterk in wiskunde, maar
zwak in taal”.
Rangschik naar waarschijnlijkheid:
a) Bart is accountant
b) Bart speelt in een hardrockband
c) Bart is een accountant die in een hardrockband speelt.
ð Minder waarschijnlijk dat 2 dingen waar zijn dan dat 1 van de 2 waar is.
o Kans dat hij beide is, is kleiner dan kans dat hij hardrocker is.
ð Uitkomst: 85% vindt a) het meest waarschijnlijk en b) het minst waarschijnlijk.
ð Mensen redeneren niet statistisch, maar gebruiken heuristieken/vuistregels => oorzaak foutenbronnen.
o Bart voldoet niet aan beeld van hardrocker maar meer aan accountant & hardrocker.
Louise Marie Van hoeck 2024-2025 1
,OORZAAK VAN FOUTENBRONNEN
- Heuristieken = (vuist)regels om sneller tot de oplossing van een probleem te komen (vaak impliciet of onbewust) => zijn vaak de oorzaak van
foutenbronnen.
o Zijn informele, intuïtieve en speculatieve oplossingsstrategieën (buikgevoel
o Ontwikkeld om snel beslissingen te nemen ( ~ overleven).
o Zijn specifieke strategieën die we leren gebruiken in specifieke situaties en die niet altijd een oplossing garanderen.
§ Tegenovergestelde: algoritmen, werken altijd en overal.
o Hoe meer ervaring met een taak, hoe beter heuristieken ontwikkeld zijn.
- 2 soorten heuristieken:
o Beschikbaarheidsheuristiek
o Representativiteitsheuristiek
BESCHIKBAARHEIDSHEURISTIEK REPRESENTATIVITEITSHEURISTIEK
= als iets makkelijk uit het geheugen te halen is, schatten mensen dat dit = hoe meer iemand overeenkomstige kenmeren vertoont die typisch zijn
vaker gebeurt. voor leden van een bepaalde groep, hoe groter de kans is dat de persoon
ook tot die groep behoort.
~ gebeurtenissen ~ groepen
Bv. welk type woorden zijn het meest frequent in het Nederlands? Bv. experiment hardrockende accountant.
woorden die beginnen met een ‘r’ of
woorden die ‘r’ als vierde letter hebben?
Goede examenvragen!
- Oefening 1: “Mijn vriend is professor. Hij schrijft graag gedichten, is nogal verlegen en klein van gestalte. Op welk terrein is hij werkzaam:
Chinese literatuur of psychologie?”
o Meeste mensen denken hoogleraar Chinese literatuur omdat ze denken dat ‘nogal verlegen en klein van gestalte’ eigenschappen
zijn van Chinese mensen.
o = representativiteitsheuristiek: kenmerken die horen tot een bepaalde categorie.
- Oefening 2: velen denken dat vliegen gevaarlijker is dan autorijden.
o Hoe gemakkelijker voorbeelden van fenomeen te binnenschieten, des te frequenter het fenomeen is.
o = beschikbaarheidsheuristiek: als er een vliegtuig crasht, wordt dit vaker in de media getoond dan wanneer een auto crasht.
- Oefening 3: lijst van 19 “beroemde” mannen en 20 “gewone” vrouwen.
o Meeste mensen denken dat er meer mannen dan vrouwen op de lijst staan.
o = beschikbaarheidsheuristiek: je herkent de namen van de “bekende” mannen.
- Oefening 4: “mijn ouders slagen mij regelmatig, dit is geen probleem want dit gebeurt toch in elk gezin?”
o = beschikbaarheidsheuristiek: veel herinneringen doen denken dat het vaak gebeurt.
- Oefening 5: een man en zijn zoon hebben een zwaar verkeersongeval. De man overlijdt en de zoon wordt met zware verwondingen naar het
ziekenhuis gebracht. De chirurg van dienst stelt echter: “ik kan niet opereren, want dit is mijn zoon”. Hoe kan dit?
o = representativiteitsheuristiek: mensen plaatsen mannen als artsen.
Louise Marie Van hoeck 2024-2025 2
, 1 .1 .2 . IM P LIC IE T D IA G N O S TIC E R E N IN P S YC H O D IA G N O S TIE K
MOGELIJKE FOUTENBRONNEN (BELANGRIJK VOOR EXAMEN)
- Diagnostisch proces onvoldoende afgestemd op de hulpvragen van de cliënt.
o Aan cliënt kunnen uitleggen wat je doet en waarom, anders speelt buikgevoel mee.
- Informatie zoeken die idee bevestigt.
o Enkel vragen stellen in richting van idee waardoor je andere info mist.
- Geen systematische en consistente werkwijze hanteren.
o Bij de ene persoon heel uitgebreid, maar bij de andere niet.
- Gebrekkige kwaliteit van de onderzoeksmiddelen en ongeschikte normen.
- Besluitvorming onvoldoende gebaseerd op beschikbare gegevens; geen objectieve criteria hanteren (= verhoging van subjectiviteit).
- Besluitvorming onvoldoende geëxpliciteerd en daardoor onvoldoende duidelijk voor collega’s en cliënten.
o Duidelijk maken welke stappen je zet en hoe je tot een bepaald besluit komt, iemand moet jou stappen kunnen doorlopen en tot
dezelfde conclusie komen.
- Voor de hand liggende diagnosen en interventies over het hoofd zien.
- Eigen persoon als foutenbron.
o Sneller geneigd zijn om adviezen die bij jou gewerkt hebben aan te bevelen bij de cliënt.
- Teveel vakjargon in de communicatie.
o Termen zijn niet voor iedereen zo vanzelfsprekend.
- Onvoldoende samenwerking met cliënt en zijn omgeving.
o Ook samenwerken met de omgeving (ouders, partner, …)
- Fouten en vertekeningen zijn mogelijk in elke fase van de psychodiagnostische besluitvorming.
o De invloed van foutenbronnen kan verminderd worden door gebruik van een duidelijk systematisch denkkader
= expliciete diagnostiek.
1 .1 .3 . E XP LIC IE T D IA G N O S TIC E R E N A LS O P LO S S IN G
- Expliciet diagnosticeren = wetenschappelijk verantwoorde vormgeving van het proces obv valide en betrouwbare producten (instrumenten /
heuristieken) = prescriptief kader of model
ð Psychodiagnostisch procesmodel
A. BASIS VAN HET PSD PROCESMODEL
- = empirische cyclus
- = hypothesetoetsend denken
Louise Marie Van hoeck 2024-2025 3