FILOSOFIE
, Wie of wat is de mens? Wat is kennis?
Werkelijkheid is in beweging Val van het West Romeinse Rijk Ontstaan van de moderne natuurwetenschappen Ontstaan menswetenschappen
Orakels, sofisten Neoplatonisme Godsdienstoorlogen Darwin, Humanisme
Ontstaan van de Filosofie (Parmenides) Christendom: Schepping Empirisme: Hume, Locke Mens is een gespleten subject
Subject van de werkelijkheid = natuur Subject van de werkelijkheid = God Subject van de werkelijkheid = menselijke bewustzijn Subject van de werkelijkheid = grondeloos
ANTIEKE TIJD MIDDELEEUWEN MODERNE TIJD half de 16e HEDENDAAGSE TIJD
500 v.C. – 200 n.C. 200 n.C. – half de 16e eeuw eeuw – half de 19e eeuw half de 19e eeuw – ….
1
,goed begrijpen iedereen
De werkelijkheid richt zich naar ons. na Plato is een reactie op Plato.
2
, ANTIEKE TIJD (500 v.C. – 200 na C.) MIDDELEEUWEN (200 na.C. – half 16e eeuw na C.)
SCHEMA: Plato ‘De mens als verlangen naar zichzelf’ SCHEMA: Augustinus
- Tegen wie of wat reageert Plato? - tegen wie of wat reageert Augsutinus?
Tegen Parmenides’s problematische uitspraak: ‘het zijn is, Tegen de pretentie van de heidenen dat ze zelf op kracht van de
het niet-zijn is niet eigen rede, geluk kunnne bereiken
- Wat is zijn uitgangspunt - Wat is zijn uitgangspunt
Hoe de verandering/beweging denken De schepping theoretiseren vanuit neoplatoons denken
SCHEMA: Aristoteles ‘De mens als psychisch wezen’ SCHEMA: Thomas van Aquino
- Tegen wie of wat reageert Aristoteles? - Tegen wie of wat reageert Thomas?
Tegen de problematische uitspraak van Parmenides: ‘het zijn Tegen de tegenspraak tussen twee waarheden (de heidense filosofie en
is, het niet-zijn is niet het christelijke geloof)
- Wat is zijn uitgangspunt - Wat is zijn uitgangspunt?
Hoe de verandering/beweging denken De rede speelt een rol in het geloof: Aristoteles verzoenen met het
christendom
MODERNE TIJD (half 16e eeuw na C.. – half 19e eeuw na C.) HEDENDAAGSE TIJD (half 19e eeuw na.C. – ….)
SCHEMA: Descartes ‘De mens is twee’ SCHEMA: Nietzche ‘De mens als transgressieve wil’
- Tegen wie of wat reageert Descartes? - Tegen wie of wat reageert Nietzsche?
Tegen de middeleeuwse filosofie dat het nieuwe weten niet kan Tegen de fundamenten van de burgerlijke cultuur.
verklaren, hij wil net als in de wiskunde zekerheid en evidentie Tegen de platoons-christelijke metafysica. (alle filosofen tot nu toe)
- Wat is zijn uitgangspunt? - Wat is zijn uitgangspunt?
Het zoeken naar een nieuw (onbetwijfelbaar en zeker) uitgangspunt Ontmaskering van het waarheidsdenken
3
, Wie of wat is de mens? Wat is kennis?
Werkelijkheid is in beweging Val van het West Romeinse Rijk Ontstaan van de moderne natuurwetenschappen Ontstaan menswetenschappen
Orakels, sofisten Neoplatonisme Godsdienstoorlogen Darwin, Humanisme
Ontstaan van de Filosofie (Parmenides) Christendom: Schepping Empirisme: Hume, Locke Mens is een gespleten subject
Subject van de werkelijkheid = natuur Subject van de werkelijkheid = God Subject van de werkelijkheid = menselijke bewustzijn Subject van de werkelijkheid = grondeloos
ANTIEKE TIJD MIDDELEEUWEN MODERNE TIJD half de 16e HEDENDAAGSE TIJD
500 v.C. – 200 n.C. 200 n.C. – half de 16e eeuw eeuw – half de 19e eeuw half de 19e eeuw – ….
1
,goed begrijpen iedereen
De werkelijkheid richt zich naar ons. na Plato is een reactie op Plato.
2
, ANTIEKE TIJD (500 v.C. – 200 na C.) MIDDELEEUWEN (200 na.C. – half 16e eeuw na C.)
SCHEMA: Plato ‘De mens als verlangen naar zichzelf’ SCHEMA: Augustinus
- Tegen wie of wat reageert Plato? - tegen wie of wat reageert Augsutinus?
Tegen Parmenides’s problematische uitspraak: ‘het zijn is, Tegen de pretentie van de heidenen dat ze zelf op kracht van de
het niet-zijn is niet eigen rede, geluk kunnne bereiken
- Wat is zijn uitgangspunt - Wat is zijn uitgangspunt
Hoe de verandering/beweging denken De schepping theoretiseren vanuit neoplatoons denken
SCHEMA: Aristoteles ‘De mens als psychisch wezen’ SCHEMA: Thomas van Aquino
- Tegen wie of wat reageert Aristoteles? - Tegen wie of wat reageert Thomas?
Tegen de problematische uitspraak van Parmenides: ‘het zijn Tegen de tegenspraak tussen twee waarheden (de heidense filosofie en
is, het niet-zijn is niet het christelijke geloof)
- Wat is zijn uitgangspunt - Wat is zijn uitgangspunt?
Hoe de verandering/beweging denken De rede speelt een rol in het geloof: Aristoteles verzoenen met het
christendom
MODERNE TIJD (half 16e eeuw na C.. – half 19e eeuw na C.) HEDENDAAGSE TIJD (half 19e eeuw na.C. – ….)
SCHEMA: Descartes ‘De mens is twee’ SCHEMA: Nietzche ‘De mens als transgressieve wil’
- Tegen wie of wat reageert Descartes? - Tegen wie of wat reageert Nietzsche?
Tegen de middeleeuwse filosofie dat het nieuwe weten niet kan Tegen de fundamenten van de burgerlijke cultuur.
verklaren, hij wil net als in de wiskunde zekerheid en evidentie Tegen de platoons-christelijke metafysica. (alle filosofen tot nu toe)
- Wat is zijn uitgangspunt? - Wat is zijn uitgangspunt?
Het zoeken naar een nieuw (onbetwijfelbaar en zeker) uitgangspunt Ontmaskering van het waarheidsdenken
3