Iedereen kansrijk
Hoofdstuk 1: Inclusie
Historiek inclusie
Van integratie naar meer inclusie:
Verschillende groepen moeten zich integreren en aanpassen aan een bepaalde maatschappij. Er bestaan
binnen de maatschappij nog groepen, maar we zorgen ervoor dat iedereen word omarmd. Je kan van de ene
groep naar de andere groep zonder extreme aanpassingen te doen.
(Integratie: kleine groepen die zich moeten aanpassen naar omgeving)
‘De ontstaansgeschiedenis en evolutie van het leersteundecreet kaderen aan de hand van ten minste 3
geschiedkundige gebeurtenissen’
a. Het Salamanca-akkoord met als streefdoel dat alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
toegang hebben tot reguliere scholen. Dit verdrag is de basis van het inclusief onderwijs.
b. Het VN-verdrag waarbij België het verdrag ratificeert 3 jaar later, we bieden inclusief onderwijs aan.
MAAR in de praktijk wordt het niet nageleefd.
c. Het M-decreet is de doorbraak van het inclusief onderwijs in de praktijk. Leerlingen met speciale
onderwijsbehoeften worden geïntegreerd in ‘normale’ klassen en worden minder snel doorgestuurd
naar het buitengewoon onderwijs MAAR weinig middelen om dit te kunnen realiseren => knelpunt.
(M: maatregelen voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften – SOB)
d. Het leersteundecreet betrekt hoogbegaafde leerlingen bij het M-decreet voor leerlingen met SOB.
!! België is verplicht om inclusief onderwijs aan te bieden aangezien we het VN-verdrag getekend hebben.
Redenen om inclusie meer na te streven: (Waarom komt het leersteundecreet steeds terug?)
België heeft in vergelijking met Europa veel leerlingen met SOB (6,6%)
, België kiest meer voor oplossingen in aparte scholen (BuBaO of BuSo)
Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs blijft groeien
België ondertekende het gelijkekansen- en gelijkbehandelingsdecreet én het VN-verdrag DUS
moeten er in de praktijk ook gelijke kansen komen.
Leerlingen met SOB
Van generatie op generatie? Leerlingen die thuis minder of geen speelgoed hebben, krijgen niet voldoende
kansen om zich te bewijzen en zich ten volle te ontwikkelen => zo gaan vaak kinderen van andere culturen of
met ouders die in het buitengewoon onderwijs zitten, doorgestuurd worden naar het buitengewoon onderwijs
Leerstoornissen? Wanneer hebben leerlingen een leerstoornis? Hebben sommige leerlingen geen honger,
geen nood aan affectie, andere zaken die innerlijk en in het thuiscontext spelen?
SOB => leerlingen met langdurige belangrijke participatieproblemen die ontstaan door een samenspel tussen
a. Functiebeperkingen (fysieke beperking, leerproblemen)
b. Beperkingen in activiteiten (gebroken voet zonder lift)
c. Persoonlijke en externe factoren (karakter – motivatie, vrienden en familie)
In plaats van te focussen op de beperking van de leerling, legt SOB de nadruk op hoe je de omgeving kunt
aanpassen aan de specifieke noden van elk kind of jongere zonder label te plakken, maar te kijken naar een
samenspel met persoonlijk en externe factoren.
Inclusie en leersteundecreet
Het leersteundecreet geeft aan hoe Vlaamse scholen moeten omgaan met specifieke onderwijsbehoeften met
als uitgangspunt, kwaliteitsvol onderwijs voor ALLE leerlingen, dat werkbaar blijft voor de leraar.
!! Doel: optimale ontwikkeling van ieder kind om tot maximale leerwinst
Een leerling met specifieke onderwijsbehoeften kan zich dus inschrijven in een gewone school om:
- Het gemeenschappelijk curriculum te volgen
- Een individueel aangepast curriculum te volgen
Inclusieve leeromgevingen zijn leeromgevingen die goed onderwijs mogelijk maken voor alle leerlingen,
ongeacht beperking, gender, etniciteit, afkomst, meertaligheid, … Alle mogelijke ondersteuningsbronnen
worden aangeboden en de nodige aanpassingen worden gemaakt om volwaardige participatie om het
schoolgebeuren mogelijk te maken.
De essentie van het inclusief onderwijs is:
o het bevorderen van participatie- en leermogelijkheden
o voor alle leerlingen met diverse achtergronden (diversiteitsgedachte)
o leraren die in staat zijn om drempels, die het leren en participeren van leerlingen bemoeilijken, te
herkennen en te verlagen
o verschillende actoren in het inclusieverhaal en belang van goede samenwerking.
Het doel van het leersteundecreet: zorgen dat alle leerlingen zich optimaal en met maximale leerwinst kunnen
ontwikkelen én een breed draagvlak creëren dat inclusief onderwijs mogelijk maakt. Onderwijskansen
verhogen rekening houdende met de werkbaarheid voor de onderwijsprofessionals.
De krachtlijnen van het leersteundecreet:
1 Leersteunmodel als basis
Leersteun is ondersteuning die:
Hoofdstuk 1: Inclusie
Historiek inclusie
Van integratie naar meer inclusie:
Verschillende groepen moeten zich integreren en aanpassen aan een bepaalde maatschappij. Er bestaan
binnen de maatschappij nog groepen, maar we zorgen ervoor dat iedereen word omarmd. Je kan van de ene
groep naar de andere groep zonder extreme aanpassingen te doen.
(Integratie: kleine groepen die zich moeten aanpassen naar omgeving)
‘De ontstaansgeschiedenis en evolutie van het leersteundecreet kaderen aan de hand van ten minste 3
geschiedkundige gebeurtenissen’
a. Het Salamanca-akkoord met als streefdoel dat alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
toegang hebben tot reguliere scholen. Dit verdrag is de basis van het inclusief onderwijs.
b. Het VN-verdrag waarbij België het verdrag ratificeert 3 jaar later, we bieden inclusief onderwijs aan.
MAAR in de praktijk wordt het niet nageleefd.
c. Het M-decreet is de doorbraak van het inclusief onderwijs in de praktijk. Leerlingen met speciale
onderwijsbehoeften worden geïntegreerd in ‘normale’ klassen en worden minder snel doorgestuurd
naar het buitengewoon onderwijs MAAR weinig middelen om dit te kunnen realiseren => knelpunt.
(M: maatregelen voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften – SOB)
d. Het leersteundecreet betrekt hoogbegaafde leerlingen bij het M-decreet voor leerlingen met SOB.
!! België is verplicht om inclusief onderwijs aan te bieden aangezien we het VN-verdrag getekend hebben.
Redenen om inclusie meer na te streven: (Waarom komt het leersteundecreet steeds terug?)
België heeft in vergelijking met Europa veel leerlingen met SOB (6,6%)
, België kiest meer voor oplossingen in aparte scholen (BuBaO of BuSo)
Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs blijft groeien
België ondertekende het gelijkekansen- en gelijkbehandelingsdecreet én het VN-verdrag DUS
moeten er in de praktijk ook gelijke kansen komen.
Leerlingen met SOB
Van generatie op generatie? Leerlingen die thuis minder of geen speelgoed hebben, krijgen niet voldoende
kansen om zich te bewijzen en zich ten volle te ontwikkelen => zo gaan vaak kinderen van andere culturen of
met ouders die in het buitengewoon onderwijs zitten, doorgestuurd worden naar het buitengewoon onderwijs
Leerstoornissen? Wanneer hebben leerlingen een leerstoornis? Hebben sommige leerlingen geen honger,
geen nood aan affectie, andere zaken die innerlijk en in het thuiscontext spelen?
SOB => leerlingen met langdurige belangrijke participatieproblemen die ontstaan door een samenspel tussen
a. Functiebeperkingen (fysieke beperking, leerproblemen)
b. Beperkingen in activiteiten (gebroken voet zonder lift)
c. Persoonlijke en externe factoren (karakter – motivatie, vrienden en familie)
In plaats van te focussen op de beperking van de leerling, legt SOB de nadruk op hoe je de omgeving kunt
aanpassen aan de specifieke noden van elk kind of jongere zonder label te plakken, maar te kijken naar een
samenspel met persoonlijk en externe factoren.
Inclusie en leersteundecreet
Het leersteundecreet geeft aan hoe Vlaamse scholen moeten omgaan met specifieke onderwijsbehoeften met
als uitgangspunt, kwaliteitsvol onderwijs voor ALLE leerlingen, dat werkbaar blijft voor de leraar.
!! Doel: optimale ontwikkeling van ieder kind om tot maximale leerwinst
Een leerling met specifieke onderwijsbehoeften kan zich dus inschrijven in een gewone school om:
- Het gemeenschappelijk curriculum te volgen
- Een individueel aangepast curriculum te volgen
Inclusieve leeromgevingen zijn leeromgevingen die goed onderwijs mogelijk maken voor alle leerlingen,
ongeacht beperking, gender, etniciteit, afkomst, meertaligheid, … Alle mogelijke ondersteuningsbronnen
worden aangeboden en de nodige aanpassingen worden gemaakt om volwaardige participatie om het
schoolgebeuren mogelijk te maken.
De essentie van het inclusief onderwijs is:
o het bevorderen van participatie- en leermogelijkheden
o voor alle leerlingen met diverse achtergronden (diversiteitsgedachte)
o leraren die in staat zijn om drempels, die het leren en participeren van leerlingen bemoeilijken, te
herkennen en te verlagen
o verschillende actoren in het inclusieverhaal en belang van goede samenwerking.
Het doel van het leersteundecreet: zorgen dat alle leerlingen zich optimaal en met maximale leerwinst kunnen
ontwikkelen én een breed draagvlak creëren dat inclusief onderwijs mogelijk maakt. Onderwijskansen
verhogen rekening houdende met de werkbaarheid voor de onderwijsprofessionals.
De krachtlijnen van het leersteundecreet:
1 Leersteunmodel als basis
Leersteun is ondersteuning die: