ECONOMIE & DE REALITEIT
INLEIDING
Economie -> “Oikos” + “Nomos” Grieks voor “Household management” of “Management of State”
Economie gaat over de keuzes die mensen moeten maken om hun behoeftes te bevredigen.
Economie = wetenschap die bestudeert hoe rationele mensen streven naar de bevrediging van
behoeften met behulp van schaarse middelen om zo hun welvaart te verhogen.
HET DOEL VAN ECONOMI E ALS W ETENSCHAP
HET ECONOMISCH PRINCIPE
Behoefte = een aanvoelen van een tekort (subjectief) en het streven om dit tekort te bevredigen.
Middelen = economische goederen en diensten zijn schaars en nuttig. Goederen zijn stoffelijke
middelen en diensten zijn onstoffelijke middelen voor behoeftebevrediging.
Welvaart = de mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoefte kunnen
voorzien.
Welzijn = je gevoel van welbevinden en betekent ook bevrediging van verlangens (vriendschap, liefde,
...) die geen beslag leggen op schaarse middelen.
PRIMAIR VS SECUNAIR; MATERIEEL VS IMMATERIEEL ; COLLECTIEF VS
INDIVIDUEEL
Primair = levensnoodzakelijk bv. voeding, kledij
Secundaire = niet- noodzakelijk bv. dure auto, bioscoop
Immateriële = niet- stoffelijk bv. ontspanning, onderwijs, doktersbezoek
Materieel = van stoffelijke aard
Collectieve = voor iedereen bv. politie, infrastructuur
Individueel = voor u alleen bv. voeding, erkenning, ontspanning, kleding
SCHAARSTE VS ZELDZAAM
Schaarste = de spanning tussen beperkte middelen en onbeperkte behoeften
Schaarste dwingt tot kiezen omdat je niet genoeg middelen (geld, tijd) hebt om al je behoeftes te
bevredigen. Om die keuzes te maken moet je prioriteiten stellen. De belangrijkste behoeften komen
eerst dan de rest. Piramide van Maslow: behoeften worden hiërarchisch geordend, van
basisbehoeften (bv. voeding) tot meer complexe verlangens (zelfontplooiing). De beschikbare
middelen bepalen hoever men kan komen in het vervullen van deze behoeften.
1
,schaars ≠ zeldzaam
Leidingwater is bv. schaars. Want als je leidingwater gebruikt, moet je daarvoor betalen. En met dat
geld had je ook een andere behoefte kunnen vervullen en dat kan nu niet meer. Maar niet zeldzaam.
Want als je de kraan openzet, kun je twee weken op vakantie gaan. Het water blijft gewoon stromen.
Welvaart ≠ welzijn
Welvaart = de mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoefte kunnen
voorzien. Dit betekent niet alleen dat welvaart om veel geld gaat en inkomen maar ook over vrije tijd,
kwaliteit van het leefmilieu.
Welzijn = je gevoel van welbevinden en betekent ook bevrediging van verlangens (vriendschap,
liefde,..) die geen beslag leggen op schaarse middelen.
SAMENGEVAT
Goederen zijn nuttig omdat ze bepaalde behoeften bevredigen.
Economisch principe = de mens tracht met zijn beschikbare middelen zó te kiezen, dat hij volgens zijn
schatting een maximale behoeftebevrediging bereikt.
Keuzeprobleem = de consument zal een voorkeursschema opstellen om met de beschikbare
middelen een maximale behoefte na te streven.
2
,MICRO- MESO & MACRO ECONOMIE
Macro-economie : economische spelers worden in hun geheel belicht bv. nationaal inkomen land,
consumptie,…
Meso-economie : bepaalde bedrijfshuishouding wordt belicht bv. bedrijfstak, regio, sector,…
Micro-economie : economische spelers worden individueel belicht bv. gezin, bedrijf
DOELSTELLINGEN:
Micro-economie: doeltreffende inzet van middelen voor maximaal resultaat
Meso- en Macro-economie: richt zich op overheidsbeleid, zoals werkgelegenheid,
prijsstabiliteit, economische groei en gelijke inkomensverdeling
EEN KRITISCHE KIJK O P DE ECONOMIE ALS W ETENSCAP
De traditionele economische theorie is achterhaald. Nieuwe denkers (zoals Raworth en Piketty) pleiten
voor een economie die niet gericht is op eindeloze groei, maar op sociale rechtvaardigheid en
duurzaamheid.
Nieuwe economische inzichten:
Thomas Piketty: Laat zien dat ongelijkheid geen natuurlijke wetmatigheid is, maar het
resultaat van historische en ideologische keuzes. Kapitaal groeit sneller dan de economie,
waardoor de rijken rijker worden.
Kate Raworth (donuteconomie): Stelt een nieuw model voor waarin de economie sociaal
rechtvaardig is en binnen ecologische grenzen blijft. Denk aan een "donut" waarin iedereen
genoeg heeft, zonder het milieu te schaden.
Voordelen van economische groei
Meer producten en innovaties
Hogere levensstandaard en meer werkgelegenheid
Meer vertrouwen en investeringen
Nadelen van economische groei
Milieuschade (vervuiling, uitputting van hulpbronnen)
Scheve verdeling van welvaart (groeiende ongelijkheid)
Het creëren van onnatuurlijke behoeften, waardoor consumenten afhankelijk worden van de
economie
Traditionele economische modellen, zoals die van marktevenwicht, hebben een beperkte
voorspellende kracht en konden crises zoals die van 2008 niet voorzien. Het idee van eeuwige groei,
vaak gemeten via het bbp, wordt bekritiseerd als onrealistisch en schadelijk voor mens en milieu.
MACRO ECONOMISCHE GROOTHEDEN
3
, DE ECONOMISCHE AGENT EN
De economische kringloop = goederen- en geldstroom
Hoe je schematisch de link kan weergeven tussen de gezinnen, de bedrijven, de overheid en het
buitenland.
DE PRODUCTIEFACTOREN
Consumptie = de aanwending van economische goederen voor niet-productieve doeleinden wat
gepaard gaat met een besteding van het inkomen.
Het deel van het inkomen na consumptie en na belastingen, spaart men. Voor de economie is het
belangrijk dat deze spaarmiddelen terecht komen op de kapitaalmarkt, waar andere gezinnen en
bedrijven ze kunnen lenen.
Productie = het creëren van toegevoegde waarde aan de economische goederen waarbij men een
inkomen verwerft.
Productiefactoren = middelen die vereist zijn voor de productie van economische goederen en
diensten. Men onderscheidt drie categorieën: natuur, arbeid en kapitaal. Vaak spreekt men ook over
management (ondernemerschap) als vierde productiefactor.
De economische goederen en diensten (G & D) worden traditioneel ingedeeld in
consumptiegoederen, die door de gezinnen worden gekocht en kapitaal- of investeringsgoederen,
die verhandeld worden tussen bedrijven.
4