6.1 Alkanen en alkenen
Koolstofverbindingen zijn stoffen waarin de atoomsoort C aanwezig is.
Koolwaterstoffen zijn verbindingen die uitsluitend bestaan uit C‑atomen en
H‑atomen.
Koolwaterstoffen kunnen vertakt of onvertakt zijn en verzadigd of onverzadigd.
Isomerie is het verschijnsel dat verschillende stoffen dezelfde molecuulformule
hebben, maar verschillende structuurformules. Dergelijke stoffen heten
isomeren.
Bij de namen van alkanen en alkenen gebruik je de systematische naamgeving.
6.2 Karakteristieke groepen
Een karakteristieke groep is een atoom (geen C of H) of een groep atomen in een
koolstofverbinding. Deze groep geeft de verbinding een kenmerkende
eigenschap.
In een halogeenalkaan is een H‑atoom vervangen door een halogeenatoom. De
naam van deze groep zet je met het plaatsnummer vóór de stamnaam.
Alkanolen bevatten een −OH‑groep. In de naam van een alkanol zet je de uitgang
‑ol achter de stamnaam. Het plaatsnummer van de groep staat voor het
achtervoegsel.
Alkaanzuren bevatten een −COOH‑groep, een zuurgroep. In de naam van het
alkaanzuur zet je de uitgang ‑zuur achter de stamnaam.
Alkaanaminen bevatten een NH2‑groep. In de naam van een alkaanamine zet je
de uitgang ‑amine met het plaatsnummer achter de stamnaam.
6.3 Reacties
Een substitutiereactie is een reactie tussen een alkaan en bijvoorbeeld een
halogeen die alleen verloopt onder invloed van licht (uv‑straling). In principe kan
elk H‑atoom in het alkaan worden vervangen door een halogeenatoom.
Een additiereactie is een reactie tussen een alkeen en een stof met kleine
moleculen, bijvoorbeeld een halogeen. De dubbele binding in het
alkeenmolecuul breekt open en beide halogeenatomen koppelen op de
vrijgekomen bindingsplaatsen.
De aanwezigheid van een onverzadigde verbinding kun je aantonen met behulp
van een broomoplossing.
Ethanol kan worden gemaakt door additie van water aan etheen en door
vergisting van glucose.
Koolstofverbindingen zijn stoffen waarin de atoomsoort C aanwezig is.
Koolwaterstoffen zijn verbindingen die uitsluitend bestaan uit C‑atomen en
H‑atomen.
Koolwaterstoffen kunnen vertakt of onvertakt zijn en verzadigd of onverzadigd.
Isomerie is het verschijnsel dat verschillende stoffen dezelfde molecuulformule
hebben, maar verschillende structuurformules. Dergelijke stoffen heten
isomeren.
Bij de namen van alkanen en alkenen gebruik je de systematische naamgeving.
6.2 Karakteristieke groepen
Een karakteristieke groep is een atoom (geen C of H) of een groep atomen in een
koolstofverbinding. Deze groep geeft de verbinding een kenmerkende
eigenschap.
In een halogeenalkaan is een H‑atoom vervangen door een halogeenatoom. De
naam van deze groep zet je met het plaatsnummer vóór de stamnaam.
Alkanolen bevatten een −OH‑groep. In de naam van een alkanol zet je de uitgang
‑ol achter de stamnaam. Het plaatsnummer van de groep staat voor het
achtervoegsel.
Alkaanzuren bevatten een −COOH‑groep, een zuurgroep. In de naam van het
alkaanzuur zet je de uitgang ‑zuur achter de stamnaam.
Alkaanaminen bevatten een NH2‑groep. In de naam van een alkaanamine zet je
de uitgang ‑amine met het plaatsnummer achter de stamnaam.
6.3 Reacties
Een substitutiereactie is een reactie tussen een alkaan en bijvoorbeeld een
halogeen die alleen verloopt onder invloed van licht (uv‑straling). In principe kan
elk H‑atoom in het alkaan worden vervangen door een halogeenatoom.
Een additiereactie is een reactie tussen een alkeen en een stof met kleine
moleculen, bijvoorbeeld een halogeen. De dubbele binding in het
alkeenmolecuul breekt open en beide halogeenatomen koppelen op de
vrijgekomen bindingsplaatsen.
De aanwezigheid van een onverzadigde verbinding kun je aantonen met behulp
van een broomoplossing.
Ethanol kan worden gemaakt door additie van water aan etheen en door
vergisting van glucose.