5.1 Zoutformules en namen
Ionen ontstaan als atomen elektronen afstaan of opnemen. Hierbij krijgt elke
atoom dezelfde elektronenverdeling als een edelgas.
De ionen in een zout zijn gerangschikt in een ionrooster. Tussen de ionen in het
ionrooster bestaat een ionbinding.
Een enkelvoudig ion is een geladen deeltje dat uit één atoomsoort bestaat. Een
samengesteld ion is een geladen deeltje dat uit meerdere atoomsoorten
bestaat.
De systematische naam van een zout krijg je door eerst de naam van het
positieve ion te nemen, gevolgd door de naam van het negatieve ion.
De formule van een zout geef je weer in een verhoudingsformule. In deze formule
is de verhouding van de ionen zodanig, dat het zout elektrisch neutraal is.
5.2 Zouten in water
Als een zout oplost in water komen de ionen los uit het ionrooster en worden ze
omringd door watermoleculen. Dit proces heet hydratie. Opgeloste ionen geef je
aan met (aq).
Het oplossen van een zout geef je weer in een oplosvergelijking. Het indampen
van een zout geef je weer in een indampvergelijking.
Of een zout goed of slecht oplosbaar is in water kun je vinden in Binas tabel 45A.
De letter g geeft aan dat een zout goed oplosbaar is. De letter s geeft aan dat een
zout slecht oplosbaar is in water en de letter r betekent dat het zout reageert met
water.
Metaaloxiden zijn slecht oplosbaar in water of reageren met water. Als ze
reageren, ontstaan er oplossingen met hydroxide-ionen.
5.3 Zouthydraten
Zouthydraten zijn zouten die water in hun ionrooster hebben opgenomen. Het
water dat wordt opgenomen heet kristalwater.
Het opnemen van kristalwater is meestal een exotherm proces en het afstaan
van kristalwater is dan een endotherm proces.
5.4 Reacties tussen ionen
Een neerslagreactie is een reactie tussen ionen die niet naast elkaar in een
oplossing kunnen voorkomen. De gevormde vaste stof is het neerslag. De
vergelijking die de reactie tussen de ionen weergeeft noem je een
neerslagvergelijking.
Je toont een ionsoort in een oplossing aan door er een andere oplossing aan toe
te voegen. Die oplossing moet een ionsoort bevatten die uitsluitend reageert met
de aan te tonen ionsoort.
Binas 54A
Ionen ontstaan als atomen elektronen afstaan of opnemen. Hierbij krijgt elke
atoom dezelfde elektronenverdeling als een edelgas.
De ionen in een zout zijn gerangschikt in een ionrooster. Tussen de ionen in het
ionrooster bestaat een ionbinding.
Een enkelvoudig ion is een geladen deeltje dat uit één atoomsoort bestaat. Een
samengesteld ion is een geladen deeltje dat uit meerdere atoomsoorten
bestaat.
De systematische naam van een zout krijg je door eerst de naam van het
positieve ion te nemen, gevolgd door de naam van het negatieve ion.
De formule van een zout geef je weer in een verhoudingsformule. In deze formule
is de verhouding van de ionen zodanig, dat het zout elektrisch neutraal is.
5.2 Zouten in water
Als een zout oplost in water komen de ionen los uit het ionrooster en worden ze
omringd door watermoleculen. Dit proces heet hydratie. Opgeloste ionen geef je
aan met (aq).
Het oplossen van een zout geef je weer in een oplosvergelijking. Het indampen
van een zout geef je weer in een indampvergelijking.
Of een zout goed of slecht oplosbaar is in water kun je vinden in Binas tabel 45A.
De letter g geeft aan dat een zout goed oplosbaar is. De letter s geeft aan dat een
zout slecht oplosbaar is in water en de letter r betekent dat het zout reageert met
water.
Metaaloxiden zijn slecht oplosbaar in water of reageren met water. Als ze
reageren, ontstaan er oplossingen met hydroxide-ionen.
5.3 Zouthydraten
Zouthydraten zijn zouten die water in hun ionrooster hebben opgenomen. Het
water dat wordt opgenomen heet kristalwater.
Het opnemen van kristalwater is meestal een exotherm proces en het afstaan
van kristalwater is dan een endotherm proces.
5.4 Reacties tussen ionen
Een neerslagreactie is een reactie tussen ionen die niet naast elkaar in een
oplossing kunnen voorkomen. De gevormde vaste stof is het neerslag. De
vergelijking die de reactie tussen de ionen weergeeft noem je een
neerslagvergelijking.
Je toont een ionsoort in een oplossing aan door er een andere oplossing aan toe
te voegen. Die oplossing moet een ionsoort bevatten die uitsluitend reageert met
de aan te tonen ionsoort.
Binas 54A