Hst 1 Anatomische nomenclatuur
Sleutelbegrippen
Anatomische nomenclatuur → Systeem van namen voor anatomische structuren
Anatomische positie → Rechopstaand, armen opzij, handpalmen en tenen naar voor, ogen
kijken naar voor
Apex (apices) → Gepunte uiteinde van een conische structuur
Anterior →frontaal
Posterior → dorsaal
Contralateraal → tegenovergesteld
Ipsilateraal → aan dezelfde zijde
Profundiaal → structuur diep gelegen, naar binnen toe en weg van de oppervlakte
Superficialis → structuur oppervlakkig gelegen, naar buiten toe en naar de oppervlakte
Distaal → gebied verder weg van de mediane vlakte
Proximaal → gebied dichter naar de mediane vlakte toe
Extern → uitwendige zijde = buitenkant van een holle structuur
Intern → inwendige zijde = binnenkant van een holle structuur
Superior → gebied gericht naar het hoofd en weg van de voeten (bovenwaarts)
Inferior → gebied gericht weg van het hoofd en naar de voeten toe (benedenwaarts)
Lateraal → gebied verder weg van het mediane vlak
Mediaal → gebied dichter naar het mediane vlak toe /meDiaal wordt meSiaal bij beschrijving
van het gebit!!!
Mediaan → structuur in het mediane vlak
Frontaal vlak = Coronaal vlak → vlak langs de denkbeeldige lijn die het lichaam in een
voorste en een achterste deel verdeelt
Frontale sectie → Sectie (=doorsnede) door om het even welk frontaal vlak
Midsagittale sectie → sectie door mediane vlak
Horizontaal = Transversaal = Axiaal vlak → vlak langs de denkbeeldige lijn die het lichaam
op om het even welk niveau in een boven – en een onderhelft verdeelt
Transversale sectie → sectie door om het even welk horizontaal vlak
Mediaan = midsagittaal vlak → vlak langs de denkbeeldige lijn die het lichaam in een rechter
en een linkerhelft verdeelt (uitwendig symmetrisch, maar inwendig NIET!)
Sagittaal vlak → vlak van het lichaam langs om het even welk vlak parallel aan het mediane
vlak
Klinische opmerkingen
Kennis H&H anatomie: absoluut noodzakelijk voor goed onderzoek van patiënt, zowel intra-
oraal als extra-oraal → letsels vlot opmerken en eventueel hun oorzaak en ernst
Tijdens onderzoek pt specifieke aandacht voor
- Dentogene infecties : aanwezig en zo ja, welke oorzaak en welke mogelijke
verspreiding
- Pathologie van het temporo-mandibulair gewricht
Kennis H&H anatomie: noodzakelijk voor interpretatie van beelden van radiologie
1
,Kennis H&H anatomie: noodzakelijk voor toediening van lokale anesthesie (verdoving)
Gebruik van lokale herkenningspunten in hoofd-halsgebied
- Voor correcte positie van naald
- Pijnreductie bij tandingrepen
- Minder groot aantal complicaties
Anatomische positie
- Rechtstaand
- Armen naast lichaam
- Handpalmen en tenen naar vóór gericht
- Ogen kijken recht naar vóór
Oriëntatie
- Boven = Superior
- Onder = Inferior
- Vooraan = Anterior = Ventraal
- Achteraan = Posterior = Dorsaal
- Apex = tip of punt van een conische structuur
(bv apex vd tong = tip vd tong)
3D
- Frontale = coronale sectie
sectie= doorsnede door om het
even welk frontaal vlak
- Horizontale = axiale =
transversale sectie
sectie door om het even welk
horizontaal vlak
- Midsagittale sectie
sectie door mediane vlak
De tanden
Karakteristieken : Typisch bij zoogdieren
- Heterodont : verschillende soorten tanden (4)
- Diphyodont : 2 generaties gebitselementen
- Dentis decidui
- Dentis permanentes
- Thecodont : Tanden zijn niet verankerd via bot maar via parodontium gehecht aan
bot => verend en elastisch
OPMERKING:
Diphyodont = geldig voor snijtanden (2) , hoektanden (1) en premolaren (2) (per kwadrant)
Wat de molaren betreft zijn de zoogdieren monophyodont !
Soorten
Het gebit ligt in de mondholte
- 2 kaken : bovenkaak en onderkaak
- 1 kaak : 2 kwadranten , linker en rechter (bilateraal symmetrische opbouw)
=> mond : 4 kwadranten (bovenste links, bovenste rechts, onderste links , onderste
rechts)
2
, - Elke kaak : 8 tanden per kwadrant
- Voortanden : zorgen voor vastpakken en lostrekken van voedsel
- Snijtanden = dentes incisivi
- Hoektand = dens caninus
- Kiezen : zorgen voor kauwen
- Valse kiezen = premolaren
- Echte kiezen = maalkiezen = molaren
Individuele opbouw
Kroon (corona)
- Glazuur
- Dentine
- Pulpa
‘
Hals (cervix)
- Sulcus gingivalis
- Gingiva
Wortel (radix = apex)
- Cement
- Wortel zelf
Alveolair bot met processus alveolaris
- Benige wanden hebben veel gaten (lamina cribiformis)
Parodontium
Tanden en kiezen:
- NIET verankerd door benige verbinding
- WEL door syndesmosis (verbinding van beenderen dmv
ligamenten) dento-alveolaris = parodontium
Alle delen waarmee de kies bevestigd is in de tandkas (processus alveolaris) van het
kaakbot
- 1/ tandvlees = gingiva
- 2/ wortelcement = cementum
- 3/ wortelvlies = desmodontium
- 4/ alveolair bot , bestaande uit compact en spongieus bot
Functies parodontium :
- Verankering
- doorgeven van pijn en kauwdruk
- afweer van infecties
- zeer snel metabolisme en dus regeneratie
Anatomische begrippen met betrekking tot tandboog :
- Oraal versus Vestibulair (binnenkant of buitenkant van de tandenrij)
- Palataal versus Linguaal (tandenrij van de bovenkaak of onderkaak)
- Labiaal versus Buccaal (tandenrij thv de lippen of thv de kaak)
3
, In de praktijk: Vestibulair = Labiaal = Buccaal en Palataal ≃ Linguaal
Anatomische begrippen met betrekking tot individuele tand
Distaal versus Mesiaal
- Sagittaal vlak
- Te vergelijken met anterior en posterior bij anatomie van de rest van het lichaam
Coronaal versus Apicaal en Cervicaal
- Verticale frontaal vlak
- Te vergelijken met superior en inferior bij anatomie van lichaam
Buccaal/labiaal versus Linguaal
- Horizontale frontale vlak
- Te vergelijken met lateraal en mediaal
Melkgebit
Melktanden (dentes decidui)
- 20 elementen
- 4 x 5 => mediale en laterale snijtand (dens incisivus) , hoektand (dens caninus) ,
eerste en tweede kies (dens molaris)
- Nummering begint boven met
5 (bovenkwadrant rechts) (1-5)
6 (bovenkwadrant links) (1-5)
7 (onderkwadrant links) (1-5)
8 (onderkwadrant rechts) (1-5)
Doorbraak :
- 1ste dentitie = tandendoorbraak (baby ! )
- 2de dentitie = tandenwissel (eerste leerjaar kindje ! )
4