Juridische vaardigheden
Deel 1: algemeen
Waarom juridische verwijzingen?
Er zijn meerdere methoden van verwijzing, meestal per vakgebied (bv. APA voor sociale
wetenschappen, V&A voor rechtsbronnen,…)
Het correct citeren en verwijzen naar juridische bronnen is van cruciaal belang om juridische
argumentatie te ondersteunen en om plagiaat te voorkomen.
Door gebruik van de V&A, ben je in staat om je werk te voorzien van de correcte juridische
bronvermelding, wat bijdraagt aan de consistentie (het ziet er bij iedereen hetzelfde uit),
nauwkeurigheid en geloofwaardigheid van je onderzoek.
Verwijzingstools (online of software) zijn handig maar let op: je moet het zelf kunnen a.d.h.v. de
V&A!
V&A = Verwijzingen & Afkortingen (zo kan je veel informatie op een beperkte ruimte schrijven)
Consistentie => het ziet er bij iedereen hetzelfde uit.
Verwijzingsregels – Algemene regels
Algemene regels van V&A NIET vanbuiten leren -> staan allemaal in de V&A (lezen en kunnen
terugvinden)
1. Verwijzen binnen de tekst (pagina 6)
Verwijzingen binnen de tekst naar eerdere (supra) of volgende (infra) passages worden
respectievelijk aangeduid door supra en infra (cursief), gevolgd door pagina, randnummer of
voetnoot.
Voorbeeld:
- Supra 84, vn. 22. (= voetnoot)
- Infra 22, nr. 18. (= randnummer)
- Supra 25,1. (= pagina)
Supra = zie hoger (als u het al eens eerder hebt geschreven / vermeld)
Infra = zie verder (als u er verder in u tekst nog naar verwijst)
-> termen / woorden uit een andere taal die je letterlijn overneemt cursief schrijven!
1
,2. Herhalen van verwijzingen (pagina 6)
Verwijzingen worden in principe volledig opnieuw opgenomen behalve:
- In onmiddellijk op elkaar volledig voednoten = ibid.
- Niet onmiddellijk op elkaar volgende voednoten = ibid., 228.
- Volledige verwijzing te lang?
-> dan kan je in de eerste verwijzing aangeven hoe je erna verkort zal citeren.
STIJN S. en VANDERSCHOT K., Contractuele clausules rond de (niet-) uitvoering en de
beëindiging van contracten, Intersentia, 2006 (hierna: STIJNS S., Clausules).
-> altijd volledige titel schrijven (niet werken met ibid. want kan voor lezer zeer lastig zijn)
3. Standpunten binnen referenties en voetnoten (pagina 6)
- Je schrijft hetzelfde als wat de bron inhoudt? Verwijs naar die bron zonder verdere
aanduiding.
- Je verwijst naar een bron die punten behandelt die je wel aanhaalt maar niet zelf uitwerkt?
-> ‘zie’
- Je verwijst naar een bron die hetzelfde probleem behandelt als jezelf, maar dan in ruimere
zin of met nuanceringen? -> ‘zie ook’
- Je verwijst naar een bron ie hetzelfde probleem anders, maar niet in strijd met je eigen
standpunt behandelt? -> ‘vgl’ (vergelijk = ik schrijf en wil verwijzen naar iemand die hetzelfde
denkt -> hetzelfde)
- Je verwijst naar een bron die een standpunt verdedigt of toepast dat in strijd is met je eigen
standpunt? -> ‘contra’ (cursief) (contra = ik schrijf het zo en iemand anders schrijft iets
anders -> tegenovergestelde)
4. Volgorde van rechtsbronnen in de bibliografie (pagina 7)
= hiërarchie van de bronnen
- Bij het rangschikken van verwijzingen in de bibliografie (= op het einde van je werk waar je
alle bronnen hebt opgesomd) moet de hiërarchie van de rechtsbronnen worden
geëerbiedigd. Hiervoor kan in de eerste plaats verwezen worden naar de hiërarchie van de
wetgeving en rechtspraak.
- Dat betekent bovendien dat -in overeenstemming met de bindende kracht van de
rechtsbronnen- verwijzingen naar wetgeving in de brede zin eerst komen, gevolgd door de
verwijzingen naar rechtspraak en ten slotte die naar rechtsleer.
- Het opnemen van een afzonderlijke categorie voor verwijzingen naar mediabronnen is
facultatief en volgt na de categorie rechtsleer.
2
,Hoge wetsnormen = grondwet
Lage wetsnormen = besluit in gemeenteraad
Hoge rechtspraak = Hof van Cassatie
Lage rechtspraak = politierechtbank
-> rechtsleer heeft dit niet!
5. Interpunctie (pagina 7)
- Alle onderdelen van de verwijzing worden gescheiden door een komma (behalve na een
artikel bij wetgeving). -> Zie fiches in de V&A: elk apart vak in elke fiche = onderdeel van de
verwijzingen
- Elke voetnoot eindigt met een punt.
- Tussen verwijzingen in dezelfde voetnoot wordt een puntkomma geplaatst.
6. Verwijzingen naar verschillende versies van rechtsleer
Je verwijst steeds naar de gebruikte versie van rechtsleer:
- Auteurversie = postprint-versie = author version
- Definitieve versie = uitgeversversie = version of record
Als je de postprint-versie gebruikt, verwijs je best ook naar de definitieve versie.
-> je vindt een werk dat geschreven / geprint is, maar de uitgever heeft dit nog niet uitgegeven.
Als je de definitieve versie (of boekprint-versie) gebruikt, kan je ook de postprint-versie gebruiken als
deze vrij toegankelijk is voor de lezer.
7. Auteursnamen (pagina 7)
- Initialen van de voornaam komen altijd achteraan, zowel in de bibliografie als in de
voetnoten. Als de bron geen auteur vermeldt, gebruik met X in de plaats van de
auteursnaam, zonder punt.
- Auteursnamen staan in hoofdletters of kleine kapitalen.
3
, - Meerdere auteurs of editors worden hun gegevens gescheiden door een komma. De
gegevens van de auteur die als laatste wordt vermeld, wordt voorafgegaan door ‘en’.
- De volgorde van de auteursgegevens is dezelfde als de volgorde die het werk zelf hanteert.
- Als bron meerdere auteurs of editors heeft, volstaat het om de eerste 3 te vermelden,
gevolgd door ‘e.a.’ om de overige aan te duiden.
VANSWEEVELT T. en DEWALLENS F.,
DE CODT J., DE CONINCK B., HENKES A. e.a. (eds.)
8. Paginanummers en randnummers (gedrukte en onlinebronnen) (pagina 7)
De omvang van een werk wordt niet vermeld.
Pagina’s worden altijd weergegeven zonder ‘p.’.
Als een online bron (boek, tijdschriftartikel, boekhoofdstuk, noot) geen paginanummers bevat, mag
bij verwijzingen naar de bron als geheel de pagina worden weggelaten; het is niet nodigde
gepagineerde gedrukte versie te zoeken.
Bj verwijzing naar een bepaalde passage van een bron worden de paginanummer(s) van die passage
vermeld, eventueel gevolgd door de relevante randnummers (voorafgegaan door ‘nr.’ of ‘nrs.’).
Als de bron geen paginanummers bevat, wordt verwezen naar de relevante randnummers
(voorafgegaan door ‘nr.’ of ‘nrs.’). Als geen pagina- of randnummers aanwezig zijn, kan men
gebruikmaken van andere elementen van de tekst, zoals hoofdstukken, paragrafen en
voetnootnummers.
9. Anderstalige wetgeving, rechtspraak en rechtsleer (pagina 8)
Franstalige en Duitstalige Belgische wetgeving
Aard van de tekst, het orgaan en de datum wordt in het Nederlands weergegeven.
Daaropvolgende rest van het opschrift wordt niet vertaald.
- Decr.Fr. 16 mei 2024 relatif au financement des bâtiments scolaires
Franstalige en Duitstalige Begische rechtsspraak
Volledig vertaald naar het Nederlands
- Rb. Bergen, 17 maart 2014
Buitenlandse wetgeving, buitenlandse rechtspraak en anderstalige rechtsleer
Worden niet vertaald.
4
Deel 1: algemeen
Waarom juridische verwijzingen?
Er zijn meerdere methoden van verwijzing, meestal per vakgebied (bv. APA voor sociale
wetenschappen, V&A voor rechtsbronnen,…)
Het correct citeren en verwijzen naar juridische bronnen is van cruciaal belang om juridische
argumentatie te ondersteunen en om plagiaat te voorkomen.
Door gebruik van de V&A, ben je in staat om je werk te voorzien van de correcte juridische
bronvermelding, wat bijdraagt aan de consistentie (het ziet er bij iedereen hetzelfde uit),
nauwkeurigheid en geloofwaardigheid van je onderzoek.
Verwijzingstools (online of software) zijn handig maar let op: je moet het zelf kunnen a.d.h.v. de
V&A!
V&A = Verwijzingen & Afkortingen (zo kan je veel informatie op een beperkte ruimte schrijven)
Consistentie => het ziet er bij iedereen hetzelfde uit.
Verwijzingsregels – Algemene regels
Algemene regels van V&A NIET vanbuiten leren -> staan allemaal in de V&A (lezen en kunnen
terugvinden)
1. Verwijzen binnen de tekst (pagina 6)
Verwijzingen binnen de tekst naar eerdere (supra) of volgende (infra) passages worden
respectievelijk aangeduid door supra en infra (cursief), gevolgd door pagina, randnummer of
voetnoot.
Voorbeeld:
- Supra 84, vn. 22. (= voetnoot)
- Infra 22, nr. 18. (= randnummer)
- Supra 25,1. (= pagina)
Supra = zie hoger (als u het al eens eerder hebt geschreven / vermeld)
Infra = zie verder (als u er verder in u tekst nog naar verwijst)
-> termen / woorden uit een andere taal die je letterlijn overneemt cursief schrijven!
1
,2. Herhalen van verwijzingen (pagina 6)
Verwijzingen worden in principe volledig opnieuw opgenomen behalve:
- In onmiddellijk op elkaar volledig voednoten = ibid.
- Niet onmiddellijk op elkaar volgende voednoten = ibid., 228.
- Volledige verwijzing te lang?
-> dan kan je in de eerste verwijzing aangeven hoe je erna verkort zal citeren.
STIJN S. en VANDERSCHOT K., Contractuele clausules rond de (niet-) uitvoering en de
beëindiging van contracten, Intersentia, 2006 (hierna: STIJNS S., Clausules).
-> altijd volledige titel schrijven (niet werken met ibid. want kan voor lezer zeer lastig zijn)
3. Standpunten binnen referenties en voetnoten (pagina 6)
- Je schrijft hetzelfde als wat de bron inhoudt? Verwijs naar die bron zonder verdere
aanduiding.
- Je verwijst naar een bron die punten behandelt die je wel aanhaalt maar niet zelf uitwerkt?
-> ‘zie’
- Je verwijst naar een bron die hetzelfde probleem behandelt als jezelf, maar dan in ruimere
zin of met nuanceringen? -> ‘zie ook’
- Je verwijst naar een bron ie hetzelfde probleem anders, maar niet in strijd met je eigen
standpunt behandelt? -> ‘vgl’ (vergelijk = ik schrijf en wil verwijzen naar iemand die hetzelfde
denkt -> hetzelfde)
- Je verwijst naar een bron die een standpunt verdedigt of toepast dat in strijd is met je eigen
standpunt? -> ‘contra’ (cursief) (contra = ik schrijf het zo en iemand anders schrijft iets
anders -> tegenovergestelde)
4. Volgorde van rechtsbronnen in de bibliografie (pagina 7)
= hiërarchie van de bronnen
- Bij het rangschikken van verwijzingen in de bibliografie (= op het einde van je werk waar je
alle bronnen hebt opgesomd) moet de hiërarchie van de rechtsbronnen worden
geëerbiedigd. Hiervoor kan in de eerste plaats verwezen worden naar de hiërarchie van de
wetgeving en rechtspraak.
- Dat betekent bovendien dat -in overeenstemming met de bindende kracht van de
rechtsbronnen- verwijzingen naar wetgeving in de brede zin eerst komen, gevolgd door de
verwijzingen naar rechtspraak en ten slotte die naar rechtsleer.
- Het opnemen van een afzonderlijke categorie voor verwijzingen naar mediabronnen is
facultatief en volgt na de categorie rechtsleer.
2
,Hoge wetsnormen = grondwet
Lage wetsnormen = besluit in gemeenteraad
Hoge rechtspraak = Hof van Cassatie
Lage rechtspraak = politierechtbank
-> rechtsleer heeft dit niet!
5. Interpunctie (pagina 7)
- Alle onderdelen van de verwijzing worden gescheiden door een komma (behalve na een
artikel bij wetgeving). -> Zie fiches in de V&A: elk apart vak in elke fiche = onderdeel van de
verwijzingen
- Elke voetnoot eindigt met een punt.
- Tussen verwijzingen in dezelfde voetnoot wordt een puntkomma geplaatst.
6. Verwijzingen naar verschillende versies van rechtsleer
Je verwijst steeds naar de gebruikte versie van rechtsleer:
- Auteurversie = postprint-versie = author version
- Definitieve versie = uitgeversversie = version of record
Als je de postprint-versie gebruikt, verwijs je best ook naar de definitieve versie.
-> je vindt een werk dat geschreven / geprint is, maar de uitgever heeft dit nog niet uitgegeven.
Als je de definitieve versie (of boekprint-versie) gebruikt, kan je ook de postprint-versie gebruiken als
deze vrij toegankelijk is voor de lezer.
7. Auteursnamen (pagina 7)
- Initialen van de voornaam komen altijd achteraan, zowel in de bibliografie als in de
voetnoten. Als de bron geen auteur vermeldt, gebruik met X in de plaats van de
auteursnaam, zonder punt.
- Auteursnamen staan in hoofdletters of kleine kapitalen.
3
, - Meerdere auteurs of editors worden hun gegevens gescheiden door een komma. De
gegevens van de auteur die als laatste wordt vermeld, wordt voorafgegaan door ‘en’.
- De volgorde van de auteursgegevens is dezelfde als de volgorde die het werk zelf hanteert.
- Als bron meerdere auteurs of editors heeft, volstaat het om de eerste 3 te vermelden,
gevolgd door ‘e.a.’ om de overige aan te duiden.
VANSWEEVELT T. en DEWALLENS F.,
DE CODT J., DE CONINCK B., HENKES A. e.a. (eds.)
8. Paginanummers en randnummers (gedrukte en onlinebronnen) (pagina 7)
De omvang van een werk wordt niet vermeld.
Pagina’s worden altijd weergegeven zonder ‘p.’.
Als een online bron (boek, tijdschriftartikel, boekhoofdstuk, noot) geen paginanummers bevat, mag
bij verwijzingen naar de bron als geheel de pagina worden weggelaten; het is niet nodigde
gepagineerde gedrukte versie te zoeken.
Bj verwijzing naar een bepaalde passage van een bron worden de paginanummer(s) van die passage
vermeld, eventueel gevolgd door de relevante randnummers (voorafgegaan door ‘nr.’ of ‘nrs.’).
Als de bron geen paginanummers bevat, wordt verwezen naar de relevante randnummers
(voorafgegaan door ‘nr.’ of ‘nrs.’). Als geen pagina- of randnummers aanwezig zijn, kan men
gebruikmaken van andere elementen van de tekst, zoals hoofdstukken, paragrafen en
voetnootnummers.
9. Anderstalige wetgeving, rechtspraak en rechtsleer (pagina 8)
Franstalige en Duitstalige Belgische wetgeving
Aard van de tekst, het orgaan en de datum wordt in het Nederlands weergegeven.
Daaropvolgende rest van het opschrift wordt niet vertaald.
- Decr.Fr. 16 mei 2024 relatif au financement des bâtiments scolaires
Franstalige en Duitstalige Begische rechtsspraak
Volledig vertaald naar het Nederlands
- Rb. Bergen, 17 maart 2014
Buitenlandse wetgeving, buitenlandse rechtspraak en anderstalige rechtsleer
Worden niet vertaald.
4