Inhoud
Inhoud ..................................................................................................................................................... 1
Hoofdstuk 0: Wat is economie? .............................................................................................................. 2
Hoofdstuk 1: Consumenten..................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 2: Producenten .................................................................................................................... 38
Hoofdstuk 3: Prijsvorming ..................................................................................................................... 74
Hoofdstuk 4: Macro-economische grootheden .................................................................................... 90
Hoofdstuk 5: Conjunctuur, groei en ontwikkeling .............................................................................. 108
Hoofdstuk 6: Nationaal inkomen en werkgelegenheid ....................................................................... 122
Hoofdstuk 7: Geld, monetair beleid en inflatie ................................................................................... 148
Hoofdstuk 8: Internationale betrekkingen .......................................................................................... 160
Hoofdstuk 9: Internationale samenwerking........................................................................................ 180
Hoofdstuk 11: Overheid ...................................................................................................................... 189
1
,Hoofdstuk 0: Wat is economie?
Inleiding
Aantal trends:
- Globalisering van de wereldeconomie
- Toenemende urbanisatie (en structuur van de bevolking)
- Technologie
• IoT, dataficatie, kracht van computers, algoritmes, …
- Planeet
• uitputting, dicriptie, extremen, …
- Mens
- Begrijpen van wereldproblemen
• Armoede in de wereld
• Honger
• Invloed van de opkomende economieën (BRIC-landen)
• Kan economie groeien zonder het milieu te schaden?
0.1 Doel van economische wetenschap
Het nut van economische analyse = het gevolg van de spanning die ontstaat tussen enerzijds de
individuele en collectieve behoeften van een samenleving enerzijds de schaarse beschikbare
middelen
- Behoefte (worden niet onderzocht op hun morele waarde) -> mensen hebben behoeften /
hebben dingen nodig, maar het probleem is dat het niet allemaal zomaar beschikbaar is (zo is
economie ontstaan)
• Primaire of levensnoodzakelijke behoeften (voeding, kleding en huisvesting)
• Immateriële behoeften (onderwijs, ontspanning, geneeskundig en verzorging)
• Collectieve of gemeenschappelijke behoeften (onderwijs, wegen, bejaardenzorg,
recreatiezones -> voor een groot aantal mensen)
• Individuele behoeften (voeding, woning, huisvesting, ontspanning -> dankzij
inspanningen van personen of van hun gezin)
- Schaarse middelen (beperktheid van ons inkomen) -> (lucht is niet schaars). Maar een auto,
als iedereen gratis auto’s zou kunnen kopen dan zou dit een schaars middel worden
(beperktheid van ons inkomen)
2
,Figuur 0.1: De elementen van de keuze – keuzeprobleem
Een schaars goed = een goed waarvan de gevraagde hoeveelheid groter is dan de beschikbare
hoeveelheid als het gratis ter beschikking staat.
Een individu handelt volgens het economische principe wanneer hij met zijn beschikbare middelen
een maximale behoeftebevrediging bereikt.
- Nuttigheid (kiezen voor wat nuttig is + RATIONEEL)
- ‘oikos nemein’: orde in het huidhouden
- ‘chtemastikè’: de kunst om rijk te worden
Economie = een sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van de schaarse middelen.
-> de studie van het menselijk streven naar bevrediging van behoeften met behulp van schaarse
middelen.
0.2 Welvaart en welzijn
Welvaart = mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoeften kunnen
voorzien -> economie draait goed, de meeste mensen hebben het goed (armoede is relatief beperkt)
Welzijn = ruimer (welbevinden) -> hoe je je voelt (buiten de economie)
Kan welzijn zonder welvaart?
-> Ja, welzijn kan in principe zonder welvaart bestaan, hoewel het vaak samenhangen met elkaar.
3
, 0.3 Soorten goederen
- Vrije goederen (niet-schaarse goederen)
= goederen die in principe onbeperkt beschikbaar zijn en geen prijs hebben, omdat ze niet
schaars zijn.
• Bv. zonlicht, lucht, zeewater, …
- Economische goederen (individuen, bedrijven, overheid)
• Zuiver individuele goederen
= goederen die je kan kopen en gebruiken, en waarvan het gebruik door jou beperkt
beschikbaar is voor anderen (afhankelijk van je inkomen).
o Fiets, auto, …
o Rivaliteit & uitsluitbaar
• Zuiver collectieve goederen
= goederen die voor iedereen beschikbaar zijn en waarvan het gebruik door de ene
persoon geen invloed heeft op het gebruik door anderen (niet afhankelijk van het
inkomen -> heb je geen geld word je alsnog geholpen).
o Brandweer, politie
o Niet rivaliserend & niet uitlsuitbaar
• Quasi collectieve goederen
= goederen die de kenmerken van zowel individuele als collectieve goederen
hebben (is niet afhankelijk van je inkomen maar je moet wel een beetje inkomen
hebben om het te kunnen betalen).
o Overheid en de organisatie
o Rivaliteit & uitsluitbaarheid
o Onderwijs
- Consumptie en investeringsgoederen
• Consumptiegoed (investeringsgoederen) = een goed dat door consumenten wordt
gekocht om hun behoeften of verlangens te bevredigen. Het wordt direct
geconsumeerd of gebruikt, en is bedoeld om het welzijn of de levenskwaliteit van de
consument te verbeteren.
o Bv. voedsel, kleding, meubels, …
• Investeringsgoederen (kapitaalgoederen) = een goed dat wordt aangeschaft door
bedrijven of andere producenten om te gebruiken in het productieproces, met als
doel andere goederen of diensten te maken.
o Bv. machines, vrachtagens, gebouwen, …
- Gebruik en verbruiksgoederen
• Gebruiksgoederen = goederen die voor een langere tijd kunnen worden gebruikt en
gaan niet direct verloren
o Bv. meubels, auto’s en elektronica
4