Les 1: De Kraamvrouw
1. Postpartumzorg
1.1 Duur en betekenis van postpartum
• Postpartum:
o Geboorte van de placenta
o Vrouwelijk organisme keert terug naar niet-zwangere toestand
• 10 dagen: strikt-Baarmoeder in bekken
• 6 weken: bloedverlies voorbij, PP-controle
• 9 maanden: fysiek en psychologisch
1.2 Doel
• Vrouw en kind samen een optimale en gezonde start te geven.
• De verloskundige zorgverleners geven daartoe medische en psychosociale begeleiding aan
de vrouw en ondersteunen ouders bij de transitie naar het ouderschap.
• Daarnaast volgen zij de ontwikkeling van het kind in de eerste twee weken na de bevalling en
signaleren zij eventuele afwijkingen van het normale patroon.
• Zo nodig zetten zij een interventie in, uiteraard ook bij afwijkingen van het normale herstel
van de vrouw.
1.3 Fysiologische veranderingen en vroedkundige begeleiding
• Uterus
• Vagina
• Perineum
• Buikwand
• Borsten
• Gewicht
• Hematologische veranderingen
• Urinaire veranderingen
• Gastro-intestinale veranderingen
• Bewegingsstelsel
Bekijken elke keer dat je bij een mama binnenkomt
1
,1. Uterus
Myometrium: contraherende baarmoeder is belangrijk! Het is een spier, wanneer deze niet
samengetrokken is kan dit zorgen voor bloedverlies. Veiligheidsbol: is de baarmoeder hard of zacht?
• Onmiddellijk na de bevalling: 1000g/15cm
• Na 1 week: 500g
• Na 2 weken: 300g
• Na 6 weken: 100g/9cm
• De baarmoeder involueert van navelhoogte tot in het
bekken (hormonen en verminderde bloedtoevoer)
• Normale grootte baarmoeder vergelijkbaar met een peer
De snelheid van de involutie is afhankelijk van
• eerstbarende/meerbarende
• Borstvoeding/flesvoeding: invloed van oxytocine
• Eenling/meerling: grote uitzetting
• Poly-hydramnion: grote uitzetting (-> zeer veel vruchtwater)
Een trage involutie (subinvolutie)
• Achtergebleven placentaresten of endometritis (placentaresten hebben een heel indringende
geur) (ontsteking binnenste deel baarmoeder ruik je ook heel hard)
• Koorts, pijn bij palperen, verandering in lochia
→ Arts contacteren
Endometrium
• Na 10 dagen: cavum uteri terug bekleed met endometrium
• Tot 6 weken: insertieplaats van de placenta zo goed als terug weg
• Lochia (bloedverlies): slijmvlies, necrotiserende weefselresten en bloed.
Cervix
• Gekneusd, oedemateus, staat open
• Na een week meer vaste structuur en beperkt open.
• Spleetvormig blijven -> nooit terug naar oorspronkelijke vorm
Baarmoederinvolutie
• Observatie: baarmoederhoogte, contractietoestand en pijngevoel bij palpatie
• Met de ulnaire kant van de hand (kant van de pink) zal de fundus gepalpeerd worden
• Belang van blaaslediging voor het palperen! (zoals lege blaas nodig vooraleer beginnen
persen omdat de BM ander omhoog wordt geduwd)
• X aantal cm/vingers onder/boven de navel
o Dag 0: navelhoogte (NH)
o Dag 1: 1 vinger onder de navel (1VON)
o Dag 2: 2 vingers onder de navel (2VON)
o Dag 5: ½ navel en symfyse
Lochia (op examen steeds de 3 factoren beoordelen)
• Kleur
o Dag 1-2: rood (= bloed en slijmverlies)
o Dag 7-8: roodbruin (sereuze lochia: decidua, erythro’s, leuco’s)
o Dag 10: wit (lochia alba= leuco’s, decidua)
2
, • Geur
o Zwaarfletse geur vnl bij sereuze lochia
o Zwaarruikende geur!
• Hoeveelheid
o Dag 0: zoals erg hevige menstruatie (+++)
o Dag 1: hevig (++)
o Dag 2: normaal (+)
o Dag 3 tot 6 weken: steeds minder
De stand van de baarmoeder staat in nauw verband met de lochia. Bij een grote baarmoeder zit de
placentawonde open en is er veel bloedverlies, omgekeerd bij een kleine baarmoeder.
Dagelijkse controle (2x/dag) al dan niet gecombineerd met vulvaspoeling (Kamilosan). Aantal
controles afhankelijk van het ziekenhuis en hoeveel dagen na de bevalling. Vulvaspoeling gebeurt
eigenlijk niet meer (kan met warm water waarmee ze de schaamlippen en het perineum spoelen).
Bloedverlies kan toenemen, soms klonters
• Eerste dag, na lang liggen, bij opkomen
• Bij naweeën
• Bij borstvoeding -> aanmaak van oxytocine wat zorgt voor contracties van de baarmoeder
Naweeën
• Contracties die op treden na de partus (relaxatie-contractie)
• Pijnlijk ervaren in onderbuik
• Voorkomen: onmiddellijk na de bevalling tot 3 dagen PP
• Komt weinig voor bij primipara. Frequentie neemt toe met pariteit en bij borstvoeding geven.
o Multipara hebben hier veel last van en denken bijna dat ze opnieuw gaan bevallen.
Bij primipara is hier niet veel last van.
Belang van PVO
• Oorzaak van naweeën bespreken
• Naweeën verminderen door lege blaas
Maatregelen ter vermindering van naweeën
• Lege blaas
• Buikligging met kussen onder buik (bij multipara met 8 kinderen of dergelijke is pijnstelling
vaak echt nodig en werkt een kussen niet)
• Analgetica bv. Paracetamol (bij voorkeur pas 4u na bevalling wegens risico op BM-atonie =
uitvallen of verminderde werking)
2. Vagina
• 1ste dag: gekneusd en oedemateus (vochtophoping)
• 2de dag: minder gezwollen
• 3-4 weken: blijft iets wijder dan voorheen (permanent)
• Hier geen vroedkundige begeleiding
3. Perineum
• Heelt gemakkelijk= goed doorbloed gebied.
• De eerste dagen na de bevalling kan het perineum branderig en pijnlijk aanvoelen.
• Pijn: veel voorkomende klacht, voornamelijk bij zitten.
o 10% nog klachten na 2 maanden bij vaginale bevalling.
3
, o 30% nog klachten na 2 maanden bij kunstverlossing!
o Pijn, dyspareunie kan zelfs tot 1 jaar na de bevalling blijven.
• Dagelijkse controle op heling en infectie
o Kijken naar perineum: schaamlippen voorzichtig spreiden, op zij laten liggen
• PVO geven over verwachtingen: pijn mag niet toenemen, dagelijks verminderen
o Aanhalen als VV
• Doorgaans rond 7-10 dagen PP geheeld.
Pijnvermindering geven door
• Lokaal ijsfricties
• Spoelen bij plassen
• Pijnmedicatie: paracetamol-NSAID’sVerwijderen van
hechtingen (4-6e dag PP)
o Vaak resorbeerbare draadjes
4. Buikwand
• = verslapt door uitrekking. Herstelt na enkel maanden, met mogelijke
restverschijnselen.
• Diastase
o Ontstaan door verschillende redenen:
▪ Algemene spiertonus
▪ Oefeningen gedaan na elke bevalling
▪ Pariteit: moeilijker naarmate pariteit stijgt
▪ Snel opeenvolgende zwangerschappen
▪ Extreem uitgezette baarmoeder
o → Vroedkundige begeleiding: doorverwijzing kinesist
• Striae of striemen
o Opperhuid rekt op en daardoor breken de
elastische vezels en collageen in de lederhuid.
Kleur verandert geleidelijk van rood-paars naar
wit.
o Komt vaak voor op benen, buik en borsten.
5. Borsten
• Het volledige proces is gebaseerd op 3 belangrijke principes: mammogenese, lactogenese en
galactogenese.
• Moedermelk vervangt de functie van de placenta als voedingsbron voor de baby.
• Geef aan de moeder mee wat ze kan verwachten wanneer ze
borstvoeding/flesvoeding geeft (zie tips Mangement BV).
• Bekijk de borsten en tepels van moeders
• Enkele voorbeelden zijn:
4