Financieel Management – volledige samenvatting (PXL – hogeschool)

DEEL III: Andere ondernemingsverrichtingen
1. De bezoldigingen en sociale lasten
1.1. Alg begrippen
Kostprijs v/e WN vr WG:
- Bezoldigingen (vergoeding) betalen aan WN
WN Soort arbeid Verdienste
Arbeider Vooral handenarbeid Loon
Bedienden Vooral denkarbeid Wedde
- WG-bijdrage RSZ
 Brutoloon ≠ nettoloon!
1.2. De bezoldingingsberekening WG  RSZ
BRUTO BEZOLDIGING 1 RSZ
Brutoloon
- WN-BIJDRAGE RSZ 2 Bedrijfsvoorh.
BELASTBARE BEZOLDIGING nettoloon
- BEDRIJFSVOORHEFFING 3
NETTO BEZOLDINGING 4

1) Bruto bezoldiging
 Wat WG en de WN overeengekomen zijn, wat in contract wordt opgenomen
2) WN-bijdrage RSZ
 Een deel v/d bezoldiging v/d WN zal de WG inhouden en doorstorten a/d RSZ
 Berekeningswijze:
o Arbeiders: bruto bezoldiging x 108% x 13,07%
o Bedienden: bruto bezoldiging x 13,07%
- RSZ?= Rijksdienst vr Sociale Zekerheid
 Takken:
Rijksinstituut vr ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), Rijksdienst vr
pensioenen (RVP), Rijksdienst vr arbeidsvoorzieningen (RVA), Fonds vr
arbeidsongevallen (FAO), Fonds vr beroepsziekten (FBZ), Pool vr zeelieden, Hulp –
en voorzorgkas vr zeelieden (HVKZ)
2 uitbet. org. vormen uitz.:
 Rijksdienst vr jaarlijkse vakantie (RVJ), bijz aard. Bet vakantiegeld dt uitgesteld
loon is, evenredig met lonen v/h voorg jaar.
 Rijksdienst vr Kinderwelzijn (RKW)  Fed agentschap vr kinderbijslag (FAMIFED)
bevoegdh. kinderbijslag is overgedragen nr Gem en Gew. + fin mid
3) Bedrijfsvoorheffing
Een deel v/d bezoldigingen v/d WN zal de WG inhouden en doorstorten als voorschot
op te bet personenbelasting v/d WN.
4) Netto bezoldiging
De bezoldiging die de WG zal uitbetalen a/d WN
1.3. De berekening v/d WG-bijdrage RSZ
 Arbeiders: brutoloon x 108% x … %
 Bedienden: brutowedde x … %
%= afh. v. sector waartoe WG behoort, # tewerkgestelde WN’ers
6% meer bijdrage vr arbeiders dn vr bedienden.

, Weddestaat Brutostaat (x108%)
Brutowedde Brutoloon
- WN-bijdrage RSZ - WN-bijdrage RSZ
Belastbare wedde Belastbaar loon
- Bedrijfsvoorheffing - Bedrijfsvoorheffing
Netto wedde Nettoloon

1.4. Boekhoudkundige verwerking voor arbeiders en bedienden
Boeking WN-bijdrage
Bruto bezoldiging Kost ↗️ 6202 Bezoldiging bedienden
6203 Bezoldiging arbeiders
- WN-bijdrage RSZ Schuld ↗️ 454 RSZ
Belastbare bezoldiging Schuld ↗️
- Bedrijfsvoorheffing Schuld ↗️ 453 Ingehouden bedrijfsvoorheffing
Netto bezoldiging Schuld ↗️ 455 Bezoldigingen

Boeking WG-bijdrage
WG-bijdrage Schuld ↗️ 454 RSZ
WG-bijdrage Kost ↗️ 621 WG-bijdrage RSZ

, 2. Investeringen in M.V.A.
2.1. Begrip
Investeringsgoederen die >1 BJ in de ondern. aanw. zijn.
Situering MAR:
- Investeringen  VA
- Klasse 2: Oprichtingskosten, VA en vorderingen >1j
- Klasse 22-27 (soorten zie MAR)
Indeling naargelang gebruiksduur:
- Act. met onbep. gebruiksduur
 Verouderen normaal gezien niet door gebruik (vb. terreinen)
- Act. met bep. gebruiksduur
 Zijn aan veroudering onderhevig wegens slijtage dr gebruik of wegens eco
oorzaken. (vb. machines, meubilair,…)
2.2. Registratie van de verwerving
- Waardering: tegen aanschafwaarde
= aanschaffingsprijs
= AKP + direct bijkomende kosten
- Boeking: gebruik maken v/e rekening van:
 Klasse 23: MVA – Rek 2..0: AW
2.3. Registratie van een wijziging in de waardering
2.3.1. Waardevermindering
Begrip:
- Vr MVA met onbep levensduurdie in waarde dalen
- Op inventarisdatum (31/12)
- Niet jaarlijks
Boekhoudkundige verwerking:
 WVI = kosten
- Bedrijfskosten: WVI die het gevolg zijn van van bedrijfsuitoef.
 6309 WVI op MVA (debet)
- Nt-recurente kosten: WVI die nt gevolg zijn van bedrijfsuitoef (vb. storm)
 6602 Nt-recurente WVI op MVA (debet)
Welke rek crediteren?
- 2200: Terreinen: AW?  Dan verliezen we de AW v/h terrein…
- Drm correctierekening
2209: Terreinen: Geboekte Waardeverminderingen (-)
2.3.2. Afschrijvingen
Begrip:
- Vr MVA met bep. levensduur die in waarde dalen
- Op inventarisdatum (31/12)
- Jaarlijks (waarde MVA spreiden over de tijd)
Bepaling van het afschrijvingsbedrag
- De af te schrijven waarde= aanschaffingswaarde
- Duurtijd= levensduur of gebruiksduur
- Afschrijvingsritme= manier waarop het MVA in waarde daalt
 Lineair: elk j zelfde bedrag
 Degressief: in het begin veel, daarna minder
 Progressief: in het begin weinig, daarna meer