TAAL
1. Werkwoordspelling
1.1 In een notendop
1. Stam
2. Stam + t (!) stam + jij
TT
3. Stam + t
Mv = Infinitief
- Ge/ver/be + stam + t/d
VD
eindigt de stam op t/d geen t/d toevoegen
- Stam + te(n) / de(n)
VT
eindmedeklinker van stam = ’t kofschip + te(n)
Bevel - Stam
1.2 Engelse werkwoorden
Volgen de NL-spelregels:
o Scannen
To scan: scan, scant, scannen, scande(n) gescand
o Downloaden
To download: download, downloadt, downloaden, downloadde(n), gedownload
o Updaten
To update: update, updatet, updaten, updatete(n), geüpdatet
2. Algemene spelling
2.1 Zes basis spellingsregels
1. Ballen vs. balen
2. Samenstellingen schrijven we meestal aan elkaar
o Vergaderkalender, afwerkmethoden, antiroestbehandeling, opzoekingswerk
o Engels + NL bv. chatgroepen, OneDrivemap, …
3. Koppelteken (-) voor cijfers, symbolen, codes en klinkerbotsing
o M8-bout, #-teken, ISO 9000-norm, energie-efficiëntie, …
4. Trema (¨) voor uitspraak van korte klinker
o Zeeën, ideeën (doffe e) of efficiëntie (korte e)
5. Meervoudsvorm
o Aan het woord: methoden - methodes
o Medeklinker + a/e/i/o/u/y = + ‘s collega’s, auto’s, ski’s, paraplu’s, baby’s
6. Komma voor: want, omdat, zodat, maar
2.2 Extra
Tenslotte (= immers) <-> ten slotte (= tot slot)
Er + vz = aan elkaar schrijven bv. ik zal erachter komen
1