Samenvatting examen Doelgroepen 1
Deel 1 Doelgroepen: what’s in a name
1. Leren over stoornissen
Ongewild op spoor van stoornisdenkers gezet
Focust op beperking en is gericht op ‘remediëren’ en zo goed
mogelijk tegemoetkomen aan beperking zodat persoon kan
aansluiten bij de norm
Mensen met bepaalde stoornis gezien als één homogene groep en niet als
individuen met unieke vaardigheden, interesses en behoeften
‘Ander’ beschreven als fundamenteel ‘anders’ zijn persoon tot dat
kenmerk herleid
2. Kijken naar mensen
Manier van denken plaats gemaakt voor diversiteitsdenken
Legt nadruk op meervoudige identiteiten die elke persoon heeft +
hoe die identiteiten elkaar doorkruisen en levenswandel beïnvloeden
Persoon met handicap/beperking nooit alleen een persoon met een
verstandelijke beperking
Bv. man of vrouw, christen/moslim, oudere of jongere, …
Persoon vooral unieke combinatie van individuele factoren
Veel verder kunnen kijken dan kenmerken uit beperking holistisch
kunnen kijken
Naar hele persoon kijken, niet enkel naar de stoornis
- Helma Lutz onderscheidt 14 dimensies of assen van differentiatie die
sociaal leven van persoon in hoge mate bepalen
- In dit kruispuntdenken, ook wel intersectioneel denken benadrukt
dat alle meervoudige identiteiten + hoe ze elkaar doorkruisen mee
maatschappelijke positie van persoon bepalen
- Vooral gekeken naar zichtbare beperking en te weinig naar andere assen
Bijna alle aandacht naar gezondheid persoon met beperking krijgt
te weinig kansen om andere aspecten van eigen identiteit uit te
bouwen
- Als PGO bepaalde sterktes missen of bepaalde nadelige gevolgen die
persoon ondervindt van identiteiten negeren
- Door bewust of onbewust oordelen over bepaalde mensen minder
kansen geven om gelijkwaardig deel te nemen aan de maatschappij
(Disability studies)
1
,3. Werken met mensen
Kijken naar mens zonder kennis v/d doelgroep uit het oog te verliezen
Hulp van orthopedagogisch grondplan
Alle aspecten in kaart brengen belangrijk gepast aanbod vinden voor
cliënt
Factoren op micro-, meso- en macroniveau onderhevig aan tendensen in
maatschappij
3.1 Het orthopedagogisch grondplan
Relatie in het grondplan staat centraal
Elke cliënt (op microniveau) heel eigen orthopedagogische vraagstelling
vanuit individuele ontwikkeling
Biomedische en psychosociale geschiedenis v/d cliënt zorgt voor
bijzondere aspecten in ontwikkeling op:
Cognitief gebied
Sociaal-emotioneel gebied
Lichamelijk gebied
Moreel gebied
Ecologische visie: geloven dat veranderen van omgeving invloed op
gedrag v/d cliënt
Mesoniveau
Verschillende soorten diensten en voorzieningen aan bod
Cliënten kunnen terecht met problematiek voor begeleiding
Macroniveau
- Komt beperkt aan bod
- Verwijzen naar mens- en wereldvisies die bejegening van deze
doelgroepen bepalen
Bv. in Vlaanderen Vlaams Agentschap voor Personen met
Handicap (VAPH)
Legt criteria voor handicap vast en bepaalt wie recht heeft op
overheidssteun omwille van beperking en wie niet
- Impact van beperking hangt sterk af van hoe maatschappij is
georganiseerd en hoe cultuur en omgeving belangrijke rol spelen
Bv. participatie voor rolstoelgebruiker, brede voetpaden,
automatische deuren, …
Definitie van handicap volgens VAPH
‘Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is
aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische,
lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en
persoonlijke en externe factoren’
2
,3.2 Tendensen
Tendensen bepalen
hulpverleningsgebied, uitbouw van soorten diensten, voorzieningen en
hulpverleningssysteem op macroniveau
Op mesoniveau: financiële middelen en visie op begeleiding van diensten
en voorzieningen, buurt waarin gevestigd en materiële omgeving die
voorzieningen uitbouwen
Tendensen zelfs zichtbaar in doelen en aanpak in dagelijks leven op
microniveau
3.2.1 Krachtgericht werken maar met oog voor kwetsbaarheid
Het hebben van een handicap beïnvloedt je identiteit
Ook ogen niet sluiten voor uitdagingen die mensen met beperking ervaren
Hebben van een beperking kan ervoor zorgen dat:
Maken van sommige plannen
Hebben van sommige verwachtingen
Nastreven van dromen niet evident is
Levend verlies: Oslhansky
Rouw die niets te maken heeft met een overlijden
Normale reactie op abnormale situatie Chronic sorrow
Terugkerende gevoelens van verlies en rouwen bij verlies van eigen
gezondheid
Ook ouders van kind met beperking of chronische aandoening dit
beleven
Bij levend verlies heel weinig maatschappelijke erkenning
Levend verlies niet zichtbaar of tastbaar gaat om verlies van het
toekomstbeeld of het verlies van mogelijkheden
Emoties die blijven bestaan en in golven terugkomen levend verlies =
levenslange rouw
3.2.2 Cultuursensitieve zorg binnen diverssensitief kijken
- Culturele achtergrond v/d persoon met beperking levensloop van een
persoon met beperking beïnvloedt heel verschillend naargelang
culturele achtergrond waar gezin in opgroeit
Onderzoek van Herwaarden:
Mensen met een migratieachtergrond en een beperking worden gezien als een
extra kwetsbare groep en verschillende auteurs suggereren dat zij een dubbel
nadeel hebben aangezien zij enerzijds nadelen ervaren als gevolg van hun
migratieachtergrond en anderzijds nadelen als gevolg van hun beperking
3
, 1. Mogelijke communicatieproblemen met cliënt zijn/haar netwerk. Moeilijk
om cultuursensitieve zorg aan te bieden, cliënt kan netwerk moeilijk
aangeven welke culturele aspecten voor hen belangrijk zijn.
2. Referentiekader van de cliënt en deins netwerk wijkt af v/h referentiekader
van de professional bv. gezondheidsvaardigheden (voeding, medische
behandelingen, …)
3. In bepaalde culturen ook onvoldoende kennis in het natuurlijke gezin over
het te verwachten functioneren daardoor onvoldoende inzicht in beperking
v/d jongere.
4. Heerst in verschillende culturen taboe op beperkingen. Mensen met
migratieachtergrond gaan daardoor minder hulp vragen of nemen niet
graag deel aan lotgenotengroepen of vorming uit bezorgdheid nagekeken
te worden.
5. Organisatie van het hulpverleningsaanbod en alle voorwaarden voor
toegang daartoe voor mensen met migratieachtergrond te complex.
Bovendien veel mensen uit culturele achtergrond niet gewend om assertief
op te stellen.
Belangrijke adviezen van Herwaarden:
1. Begeleiders kunnen door opleiding, vorming, intervisie meer leren stilstaan
bij oordelen uit eigen referentiekader en meer open leren dialogeren
mensen met andere culturele achtergrond.
2. Als begeleiding gebeurt door divers team, dan ondersteunen begeleiders
elkaar in begrijpen van referentiekaders van andere culturen. Bovendien
cliënt hulp krijgen van hulpverlener met zelfde culturele achtergrond.
3. Divers team ook kritischer kijken naar eigen professionele organisatie,
omdat procedures vaak heel westers zijn en minder toegang geven aan
mensen met migratieachtergrond.
4. Om effectief cultuursensitief hulp verlenen, nodig zijn om tijd die je uittrekt
voor gesprek met een cliënt uit te breiden.
5. Cliënten of ouders met migratieachtergrond zelf ook ondersteund worden
in communicatieve vaardigheden om beter organisatie v/d zorg te
begrijpen.
Tegelijk wijzen op valkuilen cultuursensitief
Cultuursensitieve benadering wekt indruk dat enkel ‘ander’ specifieke
cultuur heeft, maar ook eigen overtuigingen en eigen handelen van PGO
cultureel gekleurd
Cultuur niet enkel resultaat van behoren tot etnische groep
Vorm krijgt door te behoren tot verschillende sociale groepen +
verandering onderhevig
Concept cultuursensitieve zorg indruk kwaliteitsvolle zorg
Niet laten leiden door eigen veronderstellingen over ‘culturele
andere’
Blijven holistisch, ecologisch en diverssensitief
Elke persoon uniek net zoals beperking is ook culturele achtergrond deel
van complexe identiteit
3.3 Handelingsgerichte beeldvorming
4
Deel 1 Doelgroepen: what’s in a name
1. Leren over stoornissen
Ongewild op spoor van stoornisdenkers gezet
Focust op beperking en is gericht op ‘remediëren’ en zo goed
mogelijk tegemoetkomen aan beperking zodat persoon kan
aansluiten bij de norm
Mensen met bepaalde stoornis gezien als één homogene groep en niet als
individuen met unieke vaardigheden, interesses en behoeften
‘Ander’ beschreven als fundamenteel ‘anders’ zijn persoon tot dat
kenmerk herleid
2. Kijken naar mensen
Manier van denken plaats gemaakt voor diversiteitsdenken
Legt nadruk op meervoudige identiteiten die elke persoon heeft +
hoe die identiteiten elkaar doorkruisen en levenswandel beïnvloeden
Persoon met handicap/beperking nooit alleen een persoon met een
verstandelijke beperking
Bv. man of vrouw, christen/moslim, oudere of jongere, …
Persoon vooral unieke combinatie van individuele factoren
Veel verder kunnen kijken dan kenmerken uit beperking holistisch
kunnen kijken
Naar hele persoon kijken, niet enkel naar de stoornis
- Helma Lutz onderscheidt 14 dimensies of assen van differentiatie die
sociaal leven van persoon in hoge mate bepalen
- In dit kruispuntdenken, ook wel intersectioneel denken benadrukt
dat alle meervoudige identiteiten + hoe ze elkaar doorkruisen mee
maatschappelijke positie van persoon bepalen
- Vooral gekeken naar zichtbare beperking en te weinig naar andere assen
Bijna alle aandacht naar gezondheid persoon met beperking krijgt
te weinig kansen om andere aspecten van eigen identiteit uit te
bouwen
- Als PGO bepaalde sterktes missen of bepaalde nadelige gevolgen die
persoon ondervindt van identiteiten negeren
- Door bewust of onbewust oordelen over bepaalde mensen minder
kansen geven om gelijkwaardig deel te nemen aan de maatschappij
(Disability studies)
1
,3. Werken met mensen
Kijken naar mens zonder kennis v/d doelgroep uit het oog te verliezen
Hulp van orthopedagogisch grondplan
Alle aspecten in kaart brengen belangrijk gepast aanbod vinden voor
cliënt
Factoren op micro-, meso- en macroniveau onderhevig aan tendensen in
maatschappij
3.1 Het orthopedagogisch grondplan
Relatie in het grondplan staat centraal
Elke cliënt (op microniveau) heel eigen orthopedagogische vraagstelling
vanuit individuele ontwikkeling
Biomedische en psychosociale geschiedenis v/d cliënt zorgt voor
bijzondere aspecten in ontwikkeling op:
Cognitief gebied
Sociaal-emotioneel gebied
Lichamelijk gebied
Moreel gebied
Ecologische visie: geloven dat veranderen van omgeving invloed op
gedrag v/d cliënt
Mesoniveau
Verschillende soorten diensten en voorzieningen aan bod
Cliënten kunnen terecht met problematiek voor begeleiding
Macroniveau
- Komt beperkt aan bod
- Verwijzen naar mens- en wereldvisies die bejegening van deze
doelgroepen bepalen
Bv. in Vlaanderen Vlaams Agentschap voor Personen met
Handicap (VAPH)
Legt criteria voor handicap vast en bepaalt wie recht heeft op
overheidssteun omwille van beperking en wie niet
- Impact van beperking hangt sterk af van hoe maatschappij is
georganiseerd en hoe cultuur en omgeving belangrijke rol spelen
Bv. participatie voor rolstoelgebruiker, brede voetpaden,
automatische deuren, …
Definitie van handicap volgens VAPH
‘Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is
aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische,
lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en
persoonlijke en externe factoren’
2
,3.2 Tendensen
Tendensen bepalen
hulpverleningsgebied, uitbouw van soorten diensten, voorzieningen en
hulpverleningssysteem op macroniveau
Op mesoniveau: financiële middelen en visie op begeleiding van diensten
en voorzieningen, buurt waarin gevestigd en materiële omgeving die
voorzieningen uitbouwen
Tendensen zelfs zichtbaar in doelen en aanpak in dagelijks leven op
microniveau
3.2.1 Krachtgericht werken maar met oog voor kwetsbaarheid
Het hebben van een handicap beïnvloedt je identiteit
Ook ogen niet sluiten voor uitdagingen die mensen met beperking ervaren
Hebben van een beperking kan ervoor zorgen dat:
Maken van sommige plannen
Hebben van sommige verwachtingen
Nastreven van dromen niet evident is
Levend verlies: Oslhansky
Rouw die niets te maken heeft met een overlijden
Normale reactie op abnormale situatie Chronic sorrow
Terugkerende gevoelens van verlies en rouwen bij verlies van eigen
gezondheid
Ook ouders van kind met beperking of chronische aandoening dit
beleven
Bij levend verlies heel weinig maatschappelijke erkenning
Levend verlies niet zichtbaar of tastbaar gaat om verlies van het
toekomstbeeld of het verlies van mogelijkheden
Emoties die blijven bestaan en in golven terugkomen levend verlies =
levenslange rouw
3.2.2 Cultuursensitieve zorg binnen diverssensitief kijken
- Culturele achtergrond v/d persoon met beperking levensloop van een
persoon met beperking beïnvloedt heel verschillend naargelang
culturele achtergrond waar gezin in opgroeit
Onderzoek van Herwaarden:
Mensen met een migratieachtergrond en een beperking worden gezien als een
extra kwetsbare groep en verschillende auteurs suggereren dat zij een dubbel
nadeel hebben aangezien zij enerzijds nadelen ervaren als gevolg van hun
migratieachtergrond en anderzijds nadelen als gevolg van hun beperking
3
, 1. Mogelijke communicatieproblemen met cliënt zijn/haar netwerk. Moeilijk
om cultuursensitieve zorg aan te bieden, cliënt kan netwerk moeilijk
aangeven welke culturele aspecten voor hen belangrijk zijn.
2. Referentiekader van de cliënt en deins netwerk wijkt af v/h referentiekader
van de professional bv. gezondheidsvaardigheden (voeding, medische
behandelingen, …)
3. In bepaalde culturen ook onvoldoende kennis in het natuurlijke gezin over
het te verwachten functioneren daardoor onvoldoende inzicht in beperking
v/d jongere.
4. Heerst in verschillende culturen taboe op beperkingen. Mensen met
migratieachtergrond gaan daardoor minder hulp vragen of nemen niet
graag deel aan lotgenotengroepen of vorming uit bezorgdheid nagekeken
te worden.
5. Organisatie van het hulpverleningsaanbod en alle voorwaarden voor
toegang daartoe voor mensen met migratieachtergrond te complex.
Bovendien veel mensen uit culturele achtergrond niet gewend om assertief
op te stellen.
Belangrijke adviezen van Herwaarden:
1. Begeleiders kunnen door opleiding, vorming, intervisie meer leren stilstaan
bij oordelen uit eigen referentiekader en meer open leren dialogeren
mensen met andere culturele achtergrond.
2. Als begeleiding gebeurt door divers team, dan ondersteunen begeleiders
elkaar in begrijpen van referentiekaders van andere culturen. Bovendien
cliënt hulp krijgen van hulpverlener met zelfde culturele achtergrond.
3. Divers team ook kritischer kijken naar eigen professionele organisatie,
omdat procedures vaak heel westers zijn en minder toegang geven aan
mensen met migratieachtergrond.
4. Om effectief cultuursensitief hulp verlenen, nodig zijn om tijd die je uittrekt
voor gesprek met een cliënt uit te breiden.
5. Cliënten of ouders met migratieachtergrond zelf ook ondersteund worden
in communicatieve vaardigheden om beter organisatie v/d zorg te
begrijpen.
Tegelijk wijzen op valkuilen cultuursensitief
Cultuursensitieve benadering wekt indruk dat enkel ‘ander’ specifieke
cultuur heeft, maar ook eigen overtuigingen en eigen handelen van PGO
cultureel gekleurd
Cultuur niet enkel resultaat van behoren tot etnische groep
Vorm krijgt door te behoren tot verschillende sociale groepen +
verandering onderhevig
Concept cultuursensitieve zorg indruk kwaliteitsvolle zorg
Niet laten leiden door eigen veronderstellingen over ‘culturele
andere’
Blijven holistisch, ecologisch en diverssensitief
Elke persoon uniek net zoals beperking is ook culturele achtergrond deel
van complexe identiteit
3.3 Handelingsgerichte beeldvorming
4