H5 Onderzoeksvaardigheden
5.1 Een onderzoekende houding: uitgangspunten en
meetinstrumenten
Gedrag onderzoeken : onderzoek naar menselijk gedrag moet zorgvuldig gebeuren.
Tegelijk moet kennis ook goed geïnterpreteerd worden.
Voordat je een onderzoeksvraag opstelt doe je eerst een literatuuronderzoek met
behulp van informatiebronnen. Het doel van deze bronnen is om zo objectief mogelijk te
zijn. Een bron is objectief indien het op wetenschappelijke bevindingen/onderzoek is
gebaseerd. Naast objectief moet een bron betrouwbaar (maximale zekerheid) en
representatief (volledig mogelijke weerspiegeling van het maatschappelijke verschijnsel)
zijn.
Wetmatigheid : een beschrijving van hoe het meestal gaat.
Kans : de waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis zal optreden.
Soorten onderzoek:
- Kwantitatief onderzoek : hoeveelheid, cijfermatige resultaten.
- Kwalitatief onderzoek : achterliggende beweegredenen, uitgebreide open vragen.
Meetinstrumenten : onderzoeksmethode.
- Enquete (personen die meedoen zijn respondenten)
- Interview (diepgaande informatie)
- Observatie (subjectief, referentiekader)
- Experiment (gerichte situaties die bijdragen aan kennis over het onderwerp, met
proefpersonen)
5.2 Onderzoeksopzet: variabelen en hypothesen
Een variabel is een kenmerk van een persoon of groep dat verschilt.
- Geslacht, leeftijd, uiterlijk, inkomen.
Hypothese : een voorspellende stelling wat antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
- Bijv. “Woonplaats heeft invloed op stemgedrag”.
Conceptueel model : hier in word de invloed van variabelen op elkaar weergegeven. Je
kunt het zien als een schets van de onderzoeksvraag.
- Sekse —> Loon
- Sector (bedrijfstak) —> Loon
5.1 Een onderzoekende houding: uitgangspunten en
meetinstrumenten
Gedrag onderzoeken : onderzoek naar menselijk gedrag moet zorgvuldig gebeuren.
Tegelijk moet kennis ook goed geïnterpreteerd worden.
Voordat je een onderzoeksvraag opstelt doe je eerst een literatuuronderzoek met
behulp van informatiebronnen. Het doel van deze bronnen is om zo objectief mogelijk te
zijn. Een bron is objectief indien het op wetenschappelijke bevindingen/onderzoek is
gebaseerd. Naast objectief moet een bron betrouwbaar (maximale zekerheid) en
representatief (volledig mogelijke weerspiegeling van het maatschappelijke verschijnsel)
zijn.
Wetmatigheid : een beschrijving van hoe het meestal gaat.
Kans : de waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis zal optreden.
Soorten onderzoek:
- Kwantitatief onderzoek : hoeveelheid, cijfermatige resultaten.
- Kwalitatief onderzoek : achterliggende beweegredenen, uitgebreide open vragen.
Meetinstrumenten : onderzoeksmethode.
- Enquete (personen die meedoen zijn respondenten)
- Interview (diepgaande informatie)
- Observatie (subjectief, referentiekader)
- Experiment (gerichte situaties die bijdragen aan kennis over het onderwerp, met
proefpersonen)
5.2 Onderzoeksopzet: variabelen en hypothesen
Een variabel is een kenmerk van een persoon of groep dat verschilt.
- Geslacht, leeftijd, uiterlijk, inkomen.
Hypothese : een voorspellende stelling wat antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
- Bijv. “Woonplaats heeft invloed op stemgedrag”.
Conceptueel model : hier in word de invloed van variabelen op elkaar weergegeven. Je
kunt het zien als een schets van de onderzoeksvraag.
- Sekse —> Loon
- Sector (bedrijfstak) —> Loon