Wat waren de rol en het belang van irrigatie in de Centraal-Aziatische
regio en zijn culturen en maatschappijen?
Een belangrijke ontwikkeling is irrigatie of kunstmatige bewatering. De nomaden en hun kuddes
overleefden door de beschikbaarheid van voldoende ruimte, gras en drinkplaatsen binnen een bereikbare
afstand, de landbouwoasen en hun bevolking bedankten het bestaan van stromen, rivieren en bronnen
die hen voorzien van water.Het bleef een constante uitdaging om het water naar de velden en woonkernen
te krijgen, zo efficiënt mogelijk te gebruiken en de betrouwbare oppervlakten te vergroten als de bevolking
toenam. De beschikbaarheid van water én het toegang tot dat water vormden vaak één van de oorzaken
van migraties en conflicten maar gaven ook een stimulus voor het ontwikkelen van verschillende
irrigatiesystemen zoals dammen, waterbekkens, arik of openluchtkanalen, waterraden en ondergrondse
kanalen die qarès of qanat genoemd worden = irrigatie ging snel deeluitmaken van het dagelijkse leven.
De middeleeuwse Iraanse historicus al-Baladuri beschreef in jaar 881 : kanalen die water uit
omliggende heuvels brachten en minstens één grote watertank standaard deel uitmaakten van de
infrastructuur van zowat elke Centraal-Aziatische nederzetting.
Welke bevolking of welk volk irrigatie als ‘eerste’ zou hebben uitgevonden is soms een punt in modern
nationalistische retoriek maar op zich niet echt relevant = elke landbouwgemeenschap die
geconfronteerd wordt met de ontoereikendheid van natuurlijke bewatering, heeft zich ook moeten
aanpassen en heeft al dan niet naar autonome oplossingen moeten zoeken. Irrigatietechniek zelf raakten
WEL verspreid via contacten tussen dominante culturen en samenlevingen in de periferie door handel of
door militaire veroveringen. Vorsten of plaatselijke heersers verstonden ook het maatschappelijke belang
van irrigatie en namen vaak initiatief tot grootschalige irrigatiewerken of betaalden voor het onderhoud en
herstel van infrastructuur. Ook omgekeerd de vernieling of afsluiten van irrigatiesystemen was een
militaire tactiek om steden of gebieden op hun knieën te krijgen.
De oudste sporen van door de mens gebouwde irrigatiesystemen in Centraal-Azië werden
gevonden in de voetheuvels van de Kopet Dag en dateren uit de vroege bronstijd. In de bronstijd
periode raakten de irrigatietechnieken over de ganse regio verspreid → beweging startte vanuit de
Murgabvallei in Chorosan en lief verder naar Bactrië en noordwaarts naar de oase van Otrar. In
Dzjoengarije en Serindië vond een gelijkaardige ontwikkeling plaats.
In het begin van de 20e eeuw was ongeveer twee derde van het bebouwde land in Centraal-Azië op
één of andere manier geïrrigeerd en vormden de geïrrigeerde landbouw de bestaansbasis van
meer dan 13 miljoen Centraal-Aziaten.
Tussen de 6e en 4e eeuw v.Chr legde men grotere irrigatiesystemen aan waarbij rivierwater werd
opgeslagen en over grotere afstand via kanalen naar velden werd gevoerd voor de verbouw van granen,
oliezaden en fruit + verder expansie vond plaats in de 1ste eeuw na Chr door de bouw van complexere
irrigatiesystemen. In de 10e eeuw (door komst Islamitische overheersing) kwam er een systeem aan
waarin water van de Ak Burarivier via een 12 kilometer lang hoofdkanaal naar een groot bakstenen
reservoir stroomde. En vandaaruit werden steden zoals Andizan en Osh bevloeid.
,
, Wat waren de maatchappelijke effecten van de aanleg van spoorwegen
in Centraal-Azië vanaf de jaren 1880?
Een nieuwe episode in de sociale geschiedenis van Centraal-Azië, was de aanleg
van de Transkaspische spoorweg als eerste spoorweg in de ganse regio. De
gebieden van de Transkaspische Provincie, die grotendeels uit woestijn
bestonden, moesten aan het rijk gekoppeld worden door een vaste
communicatielijn langs waar groepen ook snel verplaatst konden worden =
aanvankelijk een politiek en militaire en GEEN commercieel project.
De werken begonnen al in lente van 1880. Het eerste deel van de spoorlijn
was klaar in september 1881 en liep parallel met de grens van perzië. Von
Kaufman was nog steeds gouverneur van het Generaal-Gouvernement
maar was op non-actief gezet na een beroerte. Enkele jaren later werd de
spoorweg doorgetrokken naar Tsjardzjui aan de Amoe Darja.
1) De grootste logistieke hindernissen waren de hitte en het feit dat doordat er grote
afwezigheid was van bossen moesten alle houten spoorbielzen ingevoerd worden
uit het Russische kernland. Voor de rest was het landschap vlak, hierdoor
moesten er geen tunnels gebouwd worden en het leger leverde ingenieurs en
technici. Het ongeschoolde arbeidskracht werd uitgevoerd door Turkmeense
krijgsgevangen én goedkope arbeidskrachten uit de oasen. De aanleg van de
ijzeren weg ontlokte aan een Franse waarnemer uit die tijd de lyrische bedenking
dat ‘de Transkaspische spoorlijn de Transkaspische Provincie is, net zoals Egypte
enkel bestaat dankzij de Nijl. Niets belichaamt de Russische aanwezigheid in dit
deel van de wereld meer dan dit.’
Tussen 1895 en 1989 kwam er een nieuwe uitbreiding van de spoorweg, tot de
Ferghanavallei = economische ontsluiting van Centraal-Azië én uitbreiding van
katoenindustrie in een stroomversnelling.
2) Gevolgen voor plaats en praktijk van islamitische religie: sommige conservatieve
geestelijken mochten in de ijzeren weg en de treinen de hand van de duivel en
een complot van de ongelovigen zien, in realiteit werd de bedevaart naar Mekka
(ervoor een heel gevaarlijke opdracht met karavanen) werd aanzienlijk
vermakkelijkt + Sjiieten konden een deel van bedevaart naar de sjiitische heilige
plaatsen Nadzjaf en Kerbala in Irak met de trein doen.
In 1887 : zes jaar na de opening, voerde de Transkaspische spoorlijn al
meer dan 6000 pelgrims uit het Generaal-Gouvernement en de
Transkaspische Provincie. Scheepten in voor Bakoe, vanwaar ze
vertrokken naar Istanboel en Mekka = moslims van Centraal-Azië kwam
regio en zijn culturen en maatschappijen?
Een belangrijke ontwikkeling is irrigatie of kunstmatige bewatering. De nomaden en hun kuddes
overleefden door de beschikbaarheid van voldoende ruimte, gras en drinkplaatsen binnen een bereikbare
afstand, de landbouwoasen en hun bevolking bedankten het bestaan van stromen, rivieren en bronnen
die hen voorzien van water.Het bleef een constante uitdaging om het water naar de velden en woonkernen
te krijgen, zo efficiënt mogelijk te gebruiken en de betrouwbare oppervlakten te vergroten als de bevolking
toenam. De beschikbaarheid van water én het toegang tot dat water vormden vaak één van de oorzaken
van migraties en conflicten maar gaven ook een stimulus voor het ontwikkelen van verschillende
irrigatiesystemen zoals dammen, waterbekkens, arik of openluchtkanalen, waterraden en ondergrondse
kanalen die qarès of qanat genoemd worden = irrigatie ging snel deeluitmaken van het dagelijkse leven.
De middeleeuwse Iraanse historicus al-Baladuri beschreef in jaar 881 : kanalen die water uit
omliggende heuvels brachten en minstens één grote watertank standaard deel uitmaakten van de
infrastructuur van zowat elke Centraal-Aziatische nederzetting.
Welke bevolking of welk volk irrigatie als ‘eerste’ zou hebben uitgevonden is soms een punt in modern
nationalistische retoriek maar op zich niet echt relevant = elke landbouwgemeenschap die
geconfronteerd wordt met de ontoereikendheid van natuurlijke bewatering, heeft zich ook moeten
aanpassen en heeft al dan niet naar autonome oplossingen moeten zoeken. Irrigatietechniek zelf raakten
WEL verspreid via contacten tussen dominante culturen en samenlevingen in de periferie door handel of
door militaire veroveringen. Vorsten of plaatselijke heersers verstonden ook het maatschappelijke belang
van irrigatie en namen vaak initiatief tot grootschalige irrigatiewerken of betaalden voor het onderhoud en
herstel van infrastructuur. Ook omgekeerd de vernieling of afsluiten van irrigatiesystemen was een
militaire tactiek om steden of gebieden op hun knieën te krijgen.
De oudste sporen van door de mens gebouwde irrigatiesystemen in Centraal-Azië werden
gevonden in de voetheuvels van de Kopet Dag en dateren uit de vroege bronstijd. In de bronstijd
periode raakten de irrigatietechnieken over de ganse regio verspreid → beweging startte vanuit de
Murgabvallei in Chorosan en lief verder naar Bactrië en noordwaarts naar de oase van Otrar. In
Dzjoengarije en Serindië vond een gelijkaardige ontwikkeling plaats.
In het begin van de 20e eeuw was ongeveer twee derde van het bebouwde land in Centraal-Azië op
één of andere manier geïrrigeerd en vormden de geïrrigeerde landbouw de bestaansbasis van
meer dan 13 miljoen Centraal-Aziaten.
Tussen de 6e en 4e eeuw v.Chr legde men grotere irrigatiesystemen aan waarbij rivierwater werd
opgeslagen en over grotere afstand via kanalen naar velden werd gevoerd voor de verbouw van granen,
oliezaden en fruit + verder expansie vond plaats in de 1ste eeuw na Chr door de bouw van complexere
irrigatiesystemen. In de 10e eeuw (door komst Islamitische overheersing) kwam er een systeem aan
waarin water van de Ak Burarivier via een 12 kilometer lang hoofdkanaal naar een groot bakstenen
reservoir stroomde. En vandaaruit werden steden zoals Andizan en Osh bevloeid.
,
, Wat waren de maatchappelijke effecten van de aanleg van spoorwegen
in Centraal-Azië vanaf de jaren 1880?
Een nieuwe episode in de sociale geschiedenis van Centraal-Azië, was de aanleg
van de Transkaspische spoorweg als eerste spoorweg in de ganse regio. De
gebieden van de Transkaspische Provincie, die grotendeels uit woestijn
bestonden, moesten aan het rijk gekoppeld worden door een vaste
communicatielijn langs waar groepen ook snel verplaatst konden worden =
aanvankelijk een politiek en militaire en GEEN commercieel project.
De werken begonnen al in lente van 1880. Het eerste deel van de spoorlijn
was klaar in september 1881 en liep parallel met de grens van perzië. Von
Kaufman was nog steeds gouverneur van het Generaal-Gouvernement
maar was op non-actief gezet na een beroerte. Enkele jaren later werd de
spoorweg doorgetrokken naar Tsjardzjui aan de Amoe Darja.
1) De grootste logistieke hindernissen waren de hitte en het feit dat doordat er grote
afwezigheid was van bossen moesten alle houten spoorbielzen ingevoerd worden
uit het Russische kernland. Voor de rest was het landschap vlak, hierdoor
moesten er geen tunnels gebouwd worden en het leger leverde ingenieurs en
technici. Het ongeschoolde arbeidskracht werd uitgevoerd door Turkmeense
krijgsgevangen én goedkope arbeidskrachten uit de oasen. De aanleg van de
ijzeren weg ontlokte aan een Franse waarnemer uit die tijd de lyrische bedenking
dat ‘de Transkaspische spoorlijn de Transkaspische Provincie is, net zoals Egypte
enkel bestaat dankzij de Nijl. Niets belichaamt de Russische aanwezigheid in dit
deel van de wereld meer dan dit.’
Tussen 1895 en 1989 kwam er een nieuwe uitbreiding van de spoorweg, tot de
Ferghanavallei = economische ontsluiting van Centraal-Azië én uitbreiding van
katoenindustrie in een stroomversnelling.
2) Gevolgen voor plaats en praktijk van islamitische religie: sommige conservatieve
geestelijken mochten in de ijzeren weg en de treinen de hand van de duivel en
een complot van de ongelovigen zien, in realiteit werd de bedevaart naar Mekka
(ervoor een heel gevaarlijke opdracht met karavanen) werd aanzienlijk
vermakkelijkt + Sjiieten konden een deel van bedevaart naar de sjiitische heilige
plaatsen Nadzjaf en Kerbala in Irak met de trein doen.
In 1887 : zes jaar na de opening, voerde de Transkaspische spoorlijn al
meer dan 6000 pelgrims uit het Generaal-Gouvernement en de
Transkaspische Provincie. Scheepten in voor Bakoe, vanwaar ze
vertrokken naar Istanboel en Mekka = moslims van Centraal-Azië kwam