INLEIDING
Arbeid, in de betekenis van beroepsarbeid:
De meeste mensen beginnen op een bepaalde leeftijd met werken.
Tegenwoordig vinden de meeste mensen het fijn om een betaalde baan te hebben omdat het
geld oplevert om te leven, je jezelf kunt ontwikkelen en onderdeel bent van de samenleving.
Risico’s van arbeid:
Onzekere werkgelegenheid en inkomsten
Problemen met gezondheid en veiligheid
Saai werk
Weinig kansen om een leuke carrière te hebben
Lastig om werk en privéleven te combineren
...
Sociologie: de wetenschap die onderzoekt hoe mensen met elkaar omgaan en de patronen en
structuren die daarbij ontstaan.
Wat bestuderen sociologen precies?
Sociologen onderzoeken hoe mensen samenleven, welke problemen ze tegenkomen, en hoe
ze die oplossen.
Arbeidssociologie: Arbeidssociologie gaat over werk: hoe het georganiseerd is, hoe het verdeeld
wordt, hoe mensen het waarderen en hoe ze het ervaren.
Arbeidsrelatie: de afspraken en verwachtingen tussen werkgevers en werknemers.
Moderne samenlevingen: Moderne samenlevingen maken regels en organisaties om werk en de
relaties tussen werkgevers en werknemers te regelen.
Arbeidsvoorwaarden: zijn de regels over hoe werk wordt gedaan, inclusief contracttype, salaris,
extra's, baanzekerheid, werktijden, training en promotiekansen.
Arbeidsomstandigheden: gaan over de werkomgeving en hoe die de veiligheid en gezondheid van
werknemers beïnvloedt, inclusief fysieke en sociale aspecten, en de belasting van het werk.
Arbeidsinhoud: verwijst naar de taken die je moet doen, de kennis en vaardigheden die daarvoor
nodig zijn, en de mogelijkheid om zelfstandig beslissingen te nemen over hoe het werk wordt
georganiseerd en welke procedures gevolgd moeten worden
Arbeidsverhoudingen: gaan over hoe mensen op het werk met elkaar omgaan en hoeveel invloed
werknemers hebben op beslissingen en het oplossen van problemen samen.
De 3 arena’s:
Arbeidsorganisatie regelt:
Werk gaat goed en snel
Mensen doen hun werk goed en de baas houdt controle
Taken zijn verdeeld en baas zorgt dat alles klopt
1
,Arbeidsmarkt regelt:
Werkgevers en werknemers hebben elkaar nodig
Regels en manieren om werk te krijgen en te geven
Arbeidsverhoudingen zorgen voor:
Hoe mensen samenwerken, problemen oplossen en soms ruzie maken op het werk
Problemen die alle werknemers aangaan
De afspraken tussen vakbonden, werkgeversclubs en de regering
Deze 3 arena’s zijn onderling verbonden
Die velden of arena’s staan in wisselwerking met bredere maatschappelijke ontwikkelingen:
- Economische ontwikkelingen
- Technologische ontwikkelingen Arbeidsrelaties worden
- Sociale en culturele ontwikkelingen hierdoor beïnvloedt
- Politieke ontwikkelingen
DEEL 1: ARBEID IN HEDEN EN VERLEDEN
1. ARBEID IN VERANDERING
1.1 WELVAART EN ZEKERHEID
2007:
Financiële crisis of bankencrisis
Gevolg:
Veel mensen raken hun baan kwijt of kunnen niet meer werken.
Mensen maken zich zorgen over hulp als ze in de problemen zitten, voelen zich minder
verbonden met elkaar.
Meer tijdelijke banen, mensen wisselen vaker van baan.
1.2 TOTALE ARBEIDSPARTICIPATIE
Beroepsbevolking: alle personen van 15 tem 64 jaar
Totale arbeidsparticipatie: ieder lid vd bevolking van 15 tem 64 jaar heeft betaald werk
(dit is een onbereikbare doelstelling)
Er zijn altijd uitzonderingen:
- De studenten
- Vrijwillig- en onvrijwillig werklozen
- Werkzoekenden…
Doelstelling EU:
Participatiegraad van 75% voor de hele EU
Dalend in Nl, licht stijgend in B
1.3 HET NIEUWE WERKEN
Waarom worden werkuren en contracten steeds flexibeler?
Om ervoor te zorgen dat er genoeg mensen zijn voor de banen waar moeilijk mensen voor te
vinden zijn. Zodat meer mensen kunnen gaan werken.
Wat gebeurde er dan?
Deeltijds-, thuis- en telewerken werden gestimuleerd
2
, Interne felxibiliteit: mensen verschillende taken kunnen doen of op verschillende tijden kunnen
werken
Het Nieuwe Werken (HNW) = Anders Werken (AW)
HNW: dat je niet op één vaste plek hoeft te werken en niet altijd op dezelfde tijden. Je hebt zelf de
vrijheid om te kiezen waar, wanneer, en met wie je werkt.
HNW wordt door velen bezien als een oplossing van knelpuntberoepen
Duale agenda: streven naar optimale balans tussen werk en privé
1.4 ONTGROENING EN VERGRIJZING
Ontgroening: er zijn steeds minder jongeren die zich aanbieden op de arbeidsmarkt
Vergrijzing: steeds meer ouderen in de bevolking zijn omdat mensen langer leven.
Er zijn drastische maatregelen nodig omdat dit ingrijpende gevolgen kan hebben
1.5 CRISIS: ARBEID IN BEROERING
Financiële problemen en vastgoedcrisis zorgen voor:
Veel mensen verliezen hun baan, er zijn ook mensen die geen werk kunnen vinden terwijl ze
wel willen werken.
Steeds meer mensen hebben moeite om rond te komen en hebben weinig geld.
Gevolgen:
Gemeenten krijgen meer macht over werk en uitkeringen.
Sommige mensen krijgen grote bonussen, zelfs zonder goede prestaties.
Er is een regel voor hoeveel mensen bij de overheid mogen verdienen.
Veranderingen gaan soms te langzaam, bijvoorbeeld in het personeelsbeleid van bedrijven.
1.6 VERASSENDE PARADOXEN
Bij veel regels die de overheid maakt om de crisis op te lossen, zie je tegenstrijdigheden:
Mensen moeten langer werken, maar oudere werknemers vinden het moeilijk om werk te
houden.
Meer mensen hebben hulp nodig bij zorg, maar er zijn minder mensen om te helpen omdat
zorginstellingen sluiten.
Mensen willen van baan veranderen, maar oudere werknemers blijven soms toch zitten.
Contracten waarbij je maar tijdelijk werkt worden steeds gewoner, maar mensen leren
minder omdat ze vaak van baan veranderen.
1.7 PRECARISATIE
Waar kan maandenlang werk zoeken voor zorgen?
Besluiten om voor jezelf te gaan werken omdat je geen andere opties hebt.
Gevolg:
Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) neemt toe.
Precariteit: Mensen die langdurig werkloos zijn, komen steeds meer in onzekere banen
terecht.
Sociale ongelijkheid als gevolg van crisis in 2008:
Er zijn grote verschillen in salaris en kansen op vast werk.
Kansongelijkheid:
Het ontstaat door verschillen in leeftijd, geslacht, opleiding en type baan. Het wordt erger
wanneer iemand meerdere van deze kenmerken heeft, zoals een alleenstaande moeder die
moeite heeft met het betalen van kinderopvang en daardoor minder kansen op de
arbeidsmarkt heeft.
3