Aardrijkskunde samenvatting: Toets
Hoofdstuk 2
2.5
Klimaten:
Tropisch regenwoud klimaat:
- Meer dan 3000 mm per jaar.
- Hoge temperaturen tussen de 25 en 35 graden.
- Hoge neerslagcijfers
- Kenmerkend zijn de etages in de bomen
- Grond is niet goed vruchtbaar
- Bijzondere plantensoort is de Mangrove, deze groeit in brak water (zout met zoet water)
Savanneklimaat:
- 1000-2000mm per jaar
- Ten noorden en ten zuiden van de evenaar.
- Wel warm, stuk minder neerslag als bij tropisch regenwoud klimaat.
- Veel gras met zo nu en dan wat bomen.
- Ideaal landschap voor dieren: olifanten, zebra’s, leeuwen, antilopen, neushoorns.
Steppeklimaat
- 250-500 mm per jaar, in 3/4 maanden per jaar.
- Bomen verdwijnen, alleen gras en doornige struiken..
- Noord-Amerika heten ze prairies en in Zuid-Amerika pampas.
Woestijnklimaat:
- Minder dan 250mm per jaar.
- Groeit alleen wat cactussen en pollen gras.
- Ongeveer 12% van het landoppervlak bestaat uit woestijn.
- Een wadi is een droge rivierbedding met regenwater.
Gematigd klimaat: Middellands zeeklimaat
- Warme droge zomers en zachte winters.
Gematigd klimaat: zeeklimaat
- Alle jaargetijden regen.
- Niet extreme temperaturen in winter en zomer
Landklimaat:
- Zomers heel warm en ’s winters heel koud.
- Taiga heb je hier vooral: naaldbosgebieden.
, Poolklimaat
- Bestaat uit 3 klimaten:
o sneeuwklimaten: Noord en Zuidpool
o Hooggebergteklimaat: Alpen Himalaya
o Toendraklimaat: noorden van Europa
- Permafrost: wanneer een ijslaag permanent bevroren is.
2.6
Belangrijk gevolg van de wereldwijde temperatuurtoename is de zeespiegelstijging.
Oorzaken klimaatveranderingen:
Natuurlijke veranderingen zijn
- Vermindering van de albedo
o Aardoppervlak wit gekleurd door ijs of sneeuw kaatst 80-95% van de warmte
terug.
- De curve van Milankovitch
o Verandering van de baan om de aarde van de zon.
- Zonneactiviteit
o
- Vulkaanuitbarstingen
- El Nino
- Veranderingen in de Golfstroom
Menselijke veranderingen zijn
- Versterkt broeikaseffect
- Gat in de ozonlaag
Hoofdstuk 4
4.6
Je hebt drie soorten waterproblemen:
Te veel water = waternoodsrampen
Te weinig water = Droogte of alleen zout water in de omgeving.
Vervuild water = watervervuiling en geen voldoende geld voor sanitatie of sprake van verzilting (de
toename van het zoutgehalte in water).
Hoofdstuk 2
2.5
Klimaten:
Tropisch regenwoud klimaat:
- Meer dan 3000 mm per jaar.
- Hoge temperaturen tussen de 25 en 35 graden.
- Hoge neerslagcijfers
- Kenmerkend zijn de etages in de bomen
- Grond is niet goed vruchtbaar
- Bijzondere plantensoort is de Mangrove, deze groeit in brak water (zout met zoet water)
Savanneklimaat:
- 1000-2000mm per jaar
- Ten noorden en ten zuiden van de evenaar.
- Wel warm, stuk minder neerslag als bij tropisch regenwoud klimaat.
- Veel gras met zo nu en dan wat bomen.
- Ideaal landschap voor dieren: olifanten, zebra’s, leeuwen, antilopen, neushoorns.
Steppeklimaat
- 250-500 mm per jaar, in 3/4 maanden per jaar.
- Bomen verdwijnen, alleen gras en doornige struiken..
- Noord-Amerika heten ze prairies en in Zuid-Amerika pampas.
Woestijnklimaat:
- Minder dan 250mm per jaar.
- Groeit alleen wat cactussen en pollen gras.
- Ongeveer 12% van het landoppervlak bestaat uit woestijn.
- Een wadi is een droge rivierbedding met regenwater.
Gematigd klimaat: Middellands zeeklimaat
- Warme droge zomers en zachte winters.
Gematigd klimaat: zeeklimaat
- Alle jaargetijden regen.
- Niet extreme temperaturen in winter en zomer
Landklimaat:
- Zomers heel warm en ’s winters heel koud.
- Taiga heb je hier vooral: naaldbosgebieden.
, Poolklimaat
- Bestaat uit 3 klimaten:
o sneeuwklimaten: Noord en Zuidpool
o Hooggebergteklimaat: Alpen Himalaya
o Toendraklimaat: noorden van Europa
- Permafrost: wanneer een ijslaag permanent bevroren is.
2.6
Belangrijk gevolg van de wereldwijde temperatuurtoename is de zeespiegelstijging.
Oorzaken klimaatveranderingen:
Natuurlijke veranderingen zijn
- Vermindering van de albedo
o Aardoppervlak wit gekleurd door ijs of sneeuw kaatst 80-95% van de warmte
terug.
- De curve van Milankovitch
o Verandering van de baan om de aarde van de zon.
- Zonneactiviteit
o
- Vulkaanuitbarstingen
- El Nino
- Veranderingen in de Golfstroom
Menselijke veranderingen zijn
- Versterkt broeikaseffect
- Gat in de ozonlaag
Hoofdstuk 4
4.6
Je hebt drie soorten waterproblemen:
Te veel water = waternoodsrampen
Te weinig water = Droogte of alleen zout water in de omgeving.
Vervuild water = watervervuiling en geen voldoende geld voor sanitatie of sprake van verzilting (de
toename van het zoutgehalte in water).