5 havo geschiedenis examen
Charlotte Goemans
2024-2025
In dit document vind je samenvattingen over alle KA’s. Bij sommige KA’s staat dezelfde tekst, maar
dat is omdat het ongeveer over hetzelfde gaat. Het zijn kort maar krachtige samenvattingen, zodat je
niet bladzijdes aan tekst hebt. Hierdoor heb je bijna alle stof in een document.
,Inhoud
Tijdvak 5: Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) .................................................................... 3
KA 18: Het begin van de overzeese expansie ...................................................................................... 3
KA 19: Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling ....................................................................................................... 3
KA 20: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid ..................................... 4
KA 21: De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg
had ....................................................................................................................................................... 4
KA 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat... 5
Tijdvak 6: Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) .............................................................................. 6
KA 23: Het streven van vorsten naar absolute macht ......................................................................... 6
KA 24: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht
van de Nederlandse Republiek............................................................................................................ 6
KA 25: wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie 7
KA 26: De wetenschappelijke revolutie............................................................................................... 7
Tijdvak 7: Tijd van Pruiken en Revoluties (1700-1800) ............................................................................ 9
KA 27: Rationeel optimisme en “verlicht denken” dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen ............................................. 9
KA 28: Voortbestaan van het Ancien Regime met pogingen om het bestuur op verlichte wijze vorm
te geven ............................................................................................................................................. 10
KA 29: Uitbouw van de Europese overheersing met name in de vorm van plantage koloniën en de
daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme .......... 11
Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) ................................................................. 13
KA 31: De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële
samenleving....................................................................................................................................... 13
KA 32: Discussie over de sociale kwestie .......................................................................................... 13
KA 33: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie ................... 13
KA 34: De opkomst van emancipatiebewegingen ............................................................................. 14
KA 35: Voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan
het politiek proces ............................................................................................................................. 14
KA 36: De opkomst van politiek maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme...................................................................................... 14
Tijdvak 9: Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) ................................................................................... 15
KA 37: De rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen en vormen van massa
organisatie ......................................................................................................................................... 15
KA 38: Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme fascisme en nationaal
socialisme .......................................................................................................................................... 15
1
, KA 39: De crisis van het wereldkapitalisme....................................................................................... 16
KA 40 het voeren van twee wereldoorlogen..................................................................................... 16
KA 41: Racisme en discriminatie leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden ..................... 16
KA 42: De Duitse bezetting van Nederland ....................................................................................... 16
KA 43: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering ................................................................ 17
KA 44: Vormen van verzet tegen westers imperialisme ................................................................... 18
Tijdvak 10: Tijd van televisie en computer (1950-nu) ........................................................................... 19
KA 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende drieging van een atoomoorlog ................................ 19
KA 46: De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld ............... 20
KA 47: De eenwording van Europa .................................................................................................... 21
KA 48: De toenemende westerse welvaart doe vanaf de jaren 1960 aanleiding gaf tot ingrijpende
sociaal-culturele veranderingsprocessen .......................................................................................... 21
KA 49: De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen....................................... 22
2
, Tijdvak 5: Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
KA 18: Het begin van de overzeese expansie
Hoe kwam het dat mensen uit Europa in de 14e, 15e en 16e eeuw de wereldzeeën gingen bevaren?
Oorzaken van de ontdekkingsreizen:
- De handelsroutes via het Aziatische vasteland werden minder toegankelijk. (= oorzaak:
ineenstorting van het Mongoolse Rijk)
- Het werd technisch mogelijk om over zee verder te varen en veilig terug te keren. (= oorzaak:
anders gebouwde schepen of het kompas)
- De wil van christelijke vorsten om andere volken te bekeren tot het christelijke geloof.
Het doel van de ontdekkingsreizigers was steeds India te bereiken. Sommigen slaagden daarin:
- Vasco da Gama; voer langs Afrika en bereikten India in 1498.
- Columbus; kwam ergens anders terecht en ontdekten voor de Europeanen Amerika in 1492.
- Willem Barendsz; probeerden Indië te bereiken via de noordelijke poolcirkel.
Gevolgen van de ontdekkingsreizen:
- Een ander wereldbeeld in Europa.
- Het christendom verspreidde zich over de hele wereld.
- Er ontstond een wereldeconomie, waarbij op grote schaal producten uit verschillende
werelddelen werden uitgewisseld.
- In Amerika verdwenen hele koninkrijken binnen enkele decennia van de aardbodem. Dit
kwam niet alleen door geweld en misbruik, maar ook doordat de indianen geen
afweersysteem hadden tegen de ziekten die door de Europeanen werden overgebracht.
- De verplaatsing van grote aantallen Afrikanen naar Amerika. (= slaven)
KA 19: Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling
15de eeuw:
- In Italië ontwikkelen zich stadstaten door de opkomende handel van de Late Middeleeuwen.
- Rijke burgers met veel geld en tijd.
- De rijke burgers beginnen zich weer te interesseren in de Grieks/Romeinse oudheid. De
Renaissance => wedergeboorte.
Waarom ontstaat de Renaissance in Italië?
1. Italiaanse handelssteden, zoals Genau, Florence en Venetië worden rijk en handelaren willen
genieten van rijkdom.
2. In Italië van de Late Middeleeuwen zijn veel restanten te vinden van de Oudheid.
Gevolgen van de Renaissance:
Mens- en wereldbeeld:
3