lessen
Def mediapsychologie; wetenschap die het gedrag vd mensen bestudeert in de context van mediagebruik en -
creatie en waarbij de gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan het gedrag
ten grondslag liggen
WANNEER WERD PSYCHOLOGIE OPGERICHT : 1879
Discipline Analyseniveau Focus
Sociale psychologie Individuen Gedragingen in interactie met sociale omgeving
Persoonlijkheidspsychologie Individuen Stabiliteit van gedragingen overheen verschillend
Klinische psychologie Individuen Probleemgedragingen (en therapie)
Arbeidspsychologie Individuen Werksituatie en - organisatie
Gedragspsychologie Individuen-Dieren Menselijk en dierlijk (leer)gedrag
Sociologie Groepen Groepsfactoren en maatschappelijke variabelen
Communicatiewetenschap Individuen-Boodschap Menselijke communicatie in verschillende contex
SOCIAAL KREDIET SYSTEEM CHINA
Chinese burgers krijgen een bepaalde score op basis van hun gedrag
Gepast (≠ goed) gedrag
Mensen kunnen gaan waarheen ze willen, meer geld lenen, toegang tot sociale voorzieningen, …
Ongepast (≠ slecht) gedrag
Mensen kunnen niet buiten China, meer social en financiële uitsluiting, …
Dilemma: wat is gepast of ongepast gedrag
,STRUCTUUR
HET EXPERIMENT IS DE ENIGSTE METHODE DIE ONS TOELAAT CAUSALITEIT NA TE GAAN
1. De beginjaren
Vroege invloeden
HERMAN EBBINGHAUS
“Psychologie is een wetenschap met een lang verleden en een korte geschiedenis”
“Van het oudste onderwerp zullen we de nieuwste wetenschap maken”
1879 IS STARTPUNT PSYCHOLOGIE
: COPERNICUS
Voordien:
De mens (~aarde) is het centrum van het universum
Universum is speciaal voor de mens gecreëerd
Mensdom is uniek: niet onderhevig aan gangbare wetmatigheden
Menselijke geest (= ziel) heeft een vrije wil en is niet onderworpen aan de natuurwetten
Nicolaus Copernicus (1473-1543)
De aarde bevindt zich niet in het centrum vh universum maar draait rond de zon
DESCARTES
Dualisme:
o Mens bestaat uit 2 elementen: lichaam en geest (= ziel)
Het lichaam is het omhulsel vd geest
De geest kan het lichaam beïnvloeden maar niet omgekeerd
o René Descartes (1596-1650)
Mechanische visie:
o “De mens is een complexe machine onderhevig aan wiskundige wetten”
o Mens als studieobject is mogelijk
o Geest & lichaam beïnvloeden elkaar wederzijds m
o Pijnappelklier: de plaats waar ziel & lichaam samenkomen (dat dachten ze maar het
regelt eig het slapen)
Rationalisme:
o “De waarheid kan achterhaald worden door rede”
- Introspectie : door te praten met andere mensen kunnen we hun gedachten begrijpen
- Obv wetmatigheden kunnen we waarheid achterhalen
, EMPIRISME
Thomas Hobbes (1588-1679):
- De bron van kennis is niet de ratio, maar waarneming, ervaring en experimenteren (= inductie)
- Kennis komt voort uit zintuiglijke ervaringen
John Locke
- associatonisme : de geest w gekenmerkt door associaties van ideeen (als ik zeg ‘stoel’ dan denk je aan
een stoel)
- Tabula rasa (Aristoteles)
David Hume (1711-1776):
Associaties tussen ideeën worden bepaald door:
Gelijkenis
Samen voorkomen in tijd en ruimte (=contiguïteit) (hoe dichter dit bij elkaar is hoe hoger de associaties zijn)
Scepticisme: Is het mogelijk causaliteit vast te stellen?
DARWIN’S EVOLUTIELEER
Charles Darwin (1809-1882)
The Origin of Species (1859)
Natuurlijke selectie: Wanneer de omgeving verandert, bieden sommige trekken van een organisme meer voordeel
dan andere trekken
Survival of the fittest = Dieren passen zich over langere periodes aan, aan de lokale omgeving
DARWIN’S EVOLUTIELEER
Grant (1991): 20-jarige follow-up van vinkenpopulatie op Galapagos-eilanden (cfr. Darwin)
In droge periode:
- Kleine vinken in nadeel
- Hardere zaden
- Gevolg: Volgende generatie is zo’n 4% groter
In natte periode
- Kleine vinken zijn in het voordeel
- Grote zaden worden overwoekerd door eenjarige planten
- Gevolg: volgende generatie is zo’n 2,5% kleiner
FYSIOLOGISCHE INVLOEDEN
Herman von Helmholtz (1821-1894):
Alle krachten in de mens zijn lichamelijk en chemisch
Meten van snelheid waarmee impulsen zich voortplanten in het zenuwstelsel
Myographion for the experimental determination of pain conduction and reaction time measurement (1891)
, Gustav Fechner (1801-1887)
Elemente der Psychophysik (1860)
Hoeveel helderder moet een licht worden, voordat men het verschil opmerkt
PSYCHOFYSICA VROEGER
Absolute drempel:
Hoe sterk moet een stimulus zijn om waargenomen te kunnen worden?
De absolute drempel ligt lager voor zintuigen die heel gevoelig zijn dan voor zintuigen die minder gevoelig zijn
Differentiële drempel:
Het kleinste waardeverschil dat er moet zijn tussen 2 prikkels opdat dit verschil waargenomen kan worden
Gewicht
Stel je hebt twee zakken zout:
Zak met 500 gram zout en zak met 510 gram zout
Jouw vriendin krijgt de 2 zakken in de hand. Zal ze het verschil kunnen waarnemen?
DE WET VAN WEBER (1830)
De differentiële drempel is niet voor alle intensiteiten van een stimulus dezelfde:
Hoe groter de stimulusintensiteit, hoe meer er moet bijkomen voordat de proefpersoon het verschil merkt
- Bv. Als aan het gewicht van 50 gram 1 gram moet toegevoegd worden om het verschil te merken, dan
moet aan 500 gram 10 gram toegevoegd worden
MAW de differentiële drempel voor een stimulusintensiteit is een bepaald percentage van die intensiteit.