Nederlands: Inleiding tot de sociolinguïstiek
Hoofdstuk 1: Eerste kennismaking met het Nederlands in de Lage Landen (en
daarbuiten)
1.1 Inleiding
● Sociolinguïstiek
- De relatie tussen taal(variatie) en de maatschappij wordt hierin bestudeerd
- Sociolinguïstiek is een subdiscipline van de taalkunde of linguïstiek
● Het Nederlands is een middelgrote taal, met ongeveer 24 miljoen moedertaalsprekers
● Officiële taal in: Nederland, België (Vlaanderen), Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-
Maarten
● Het Nederlands is niet de enige officiële taal in die landen
- België → Nederlands, Frans, Duits
- Nederland → Nederlands, Fries, Papiaments, Engels
- Suriname → enkel Nederlands
- Curaçao → Nederlands, Engels, Papiaments
- Aruba → Nederlands, Papiaments
- Sint-Maarten → Nederlands, Engels
● Grote steden in het Nederlands taalgebied zijn smeltkroezen van meertaligheid
- Brussel
- Amsterdam
- Antwerpen
- …
● Er bestaat geen één Nederlands, er zijn verschillende soorten Nederlands die min of meer
van elkaar verschillen maw is er sprake van taalvariëteit
, - Duitsland en Frankrijk: gebieden waar bewoners taalvariëteit spreken nauw
verwant aan het Nederlands
→ Duinkerken was er sprake van het Frans-Vlaams
→ Regio Kleef (Duitsland) werd er dialect gesproken verwant aan het Nederlands
- Dialecten stoppen niet aan artificiële taalgrenzen (dialectcontinuüm)
1.2 Het Nederlands in de wereld
● VOC
- Verenigde Oost-Indische Compagnie
- 1602-1799
- Handelsmonopolie voor het Oosten
- Specerijen, koffie
- o.a Indonesisch archipel
● WIC
- West-Indische Compagnie
- 1621-1792
- Handelsmonopolie voor het Westen
- Suiker, slavenhandel
- o.a Caraïbische eilanden
● Suriname
- 1667-1954 onder bewind van Nederland of WIC
- Sinds 1975 onafhankelijk
● ABC-eilanden: Aruba, Bonaire (provincie), Curaçao
● SSS-eilanden: Saba (provincie), Sint-Eustatius (provincie), Sint-Maarten
- Gebruik van de Nederlandse taal
● Overzeese migratie
1. Eerst emigratiegolf:
- Tweede helft 19e eeuw
- VS (vooral Middenwesten, bv. Pella)
- Religieuze en economische redenen
2. Tweede migratiegolf
- na WOII
- naar VS, Canada, Australië, Brazilië
- o.a vanwege overbevolking
1.3 Juridische positie van het Nederlands
, ● Vlaams decreet van 1973:
- Nederlands is de officiële taal in Vlaanderen (niet Vlaams)
- Redenen voor VD:
→ Pragmatisch (praktisch)
→ Historisch: teruggaan naar een roemrijk gezamenlijk verleden
→ Demografisch
→ Puristisch
● Nederlandse Taalunie 1980:
- Doel: integratie van Nederland en de Nederlandse gemeenschap in België op het
gebied van de Nederlandse taal en letteren
- Sinds 2004 ook associatie-overeenkomst met Suriname
● Verwezenlijkingen van het Taalunieverdrag:
- Het instituut
- Gemeenschappelijke spelling
- Naslagwerken: bv. ANS
1.4 Vormen van meertaligheid:
● Individuele meertaligheid en maatschappelijke meertaligheid
- Individuele meertaligheid: de mogelijkheid bezitten om in meerdere talen te
communiceren
- Maatschappelijke meertaligheid: maatschappelijk van belang om meerdere talen
te spreken (vb. Brussel)
● Inwendige of interne meertaligheid en externe meertaligheid
● Officiële meertaligheid
- Officiële meertaligheid: meertaligheid in landen met meer dan één officiële taal
maar grotendeels eentalige gemeenschappen
● Plebejische en prestigieuze meertaligheid
- Prestigieuze meertaligheid: hoogopgeleide sprekers die verschillende West-
Europese standaardtalen in hun repertoires hebben (individuele meertaligheid)
→ bv. CLIL (Content and Language Integrated Learning, vakken op school in
andere talen)
- Plebejische meertaligheid: alledaagse meertaligheid van vaak laagopgeleiden
(Marokkaans, Arabisch…)
→ bv. In Brussel: 180 nationaliteiten en 104 talen
→ Plebejische meertaligheid is een sociale definitie van de waarde van een
specifieke taal
● Receptieve meertaligheid
, - Receptieve meertaligheid: vorm van meertalige communicatie waarin personen
hun eigen taal blijven spreken en elkaar toch kunnen verstaan.
Hoofdstuk 6: Het Nederlands als pluricentrische taal
6.1 Inleiding
● Nederlands is niet enkel in Vlaanderen en Nederland een officiële taal
- Ook in enkele gebieden van de Caraïben
- De taal Nederlands wekt de suggestie van talige eenheid maar er zijn ook
verschillen
● Nederlands-Nederlands, Belgisch-Nederlands of Surinaams-Nederlands
- De verschillende variëteiten van het Nederlands zijn onderling verstaanbaar
(eenheid)
- Er zijn duidelijke linguïstische verschillen tussen de verschillende taalvariëteiten
(verscheidenheid)
→ Taalvariatie is heel normaal
→ Nederlands-Nederlands is de dominante variëteit
● Van welke talen zijn er nationale variëteiten
- Frans: Frankrijk, Zwitserland, Wallonië
- Engels: lingua franca in heel veel landen, Australië, Amerika…
- Portugees: Portugal en Brazilië
- Duits: België, Zwitserland, Duitsland
- Arabisch
- Spaans
- …
6.2 Wat bedoelen we met NN, BN of SN?
● Nederlands-Nederlands, Belgisch-Nederlands en Surinaams-Nederlands
- Elke taal bestaat uit een groot aantal variëteiten, of lecten die allemaal tot die taal
behoren, maar onderling erg verschillend kunnen zijn (eenheid in verscheidenheid):
dialecten, sociolecten, regiolecten, natiolecten…
- Variatie in een taal wordt vaak aangeduid aan de hand van een kegel
- In dit hoofdstuk wordt er enkel gekeken naar de bovenkant van de kegel (de
standaardtaal)
Hoofdstuk 1: Eerste kennismaking met het Nederlands in de Lage Landen (en
daarbuiten)
1.1 Inleiding
● Sociolinguïstiek
- De relatie tussen taal(variatie) en de maatschappij wordt hierin bestudeerd
- Sociolinguïstiek is een subdiscipline van de taalkunde of linguïstiek
● Het Nederlands is een middelgrote taal, met ongeveer 24 miljoen moedertaalsprekers
● Officiële taal in: Nederland, België (Vlaanderen), Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-
Maarten
● Het Nederlands is niet de enige officiële taal in die landen
- België → Nederlands, Frans, Duits
- Nederland → Nederlands, Fries, Papiaments, Engels
- Suriname → enkel Nederlands
- Curaçao → Nederlands, Engels, Papiaments
- Aruba → Nederlands, Papiaments
- Sint-Maarten → Nederlands, Engels
● Grote steden in het Nederlands taalgebied zijn smeltkroezen van meertaligheid
- Brussel
- Amsterdam
- Antwerpen
- …
● Er bestaat geen één Nederlands, er zijn verschillende soorten Nederlands die min of meer
van elkaar verschillen maw is er sprake van taalvariëteit
, - Duitsland en Frankrijk: gebieden waar bewoners taalvariëteit spreken nauw
verwant aan het Nederlands
→ Duinkerken was er sprake van het Frans-Vlaams
→ Regio Kleef (Duitsland) werd er dialect gesproken verwant aan het Nederlands
- Dialecten stoppen niet aan artificiële taalgrenzen (dialectcontinuüm)
1.2 Het Nederlands in de wereld
● VOC
- Verenigde Oost-Indische Compagnie
- 1602-1799
- Handelsmonopolie voor het Oosten
- Specerijen, koffie
- o.a Indonesisch archipel
● WIC
- West-Indische Compagnie
- 1621-1792
- Handelsmonopolie voor het Westen
- Suiker, slavenhandel
- o.a Caraïbische eilanden
● Suriname
- 1667-1954 onder bewind van Nederland of WIC
- Sinds 1975 onafhankelijk
● ABC-eilanden: Aruba, Bonaire (provincie), Curaçao
● SSS-eilanden: Saba (provincie), Sint-Eustatius (provincie), Sint-Maarten
- Gebruik van de Nederlandse taal
● Overzeese migratie
1. Eerst emigratiegolf:
- Tweede helft 19e eeuw
- VS (vooral Middenwesten, bv. Pella)
- Religieuze en economische redenen
2. Tweede migratiegolf
- na WOII
- naar VS, Canada, Australië, Brazilië
- o.a vanwege overbevolking
1.3 Juridische positie van het Nederlands
, ● Vlaams decreet van 1973:
- Nederlands is de officiële taal in Vlaanderen (niet Vlaams)
- Redenen voor VD:
→ Pragmatisch (praktisch)
→ Historisch: teruggaan naar een roemrijk gezamenlijk verleden
→ Demografisch
→ Puristisch
● Nederlandse Taalunie 1980:
- Doel: integratie van Nederland en de Nederlandse gemeenschap in België op het
gebied van de Nederlandse taal en letteren
- Sinds 2004 ook associatie-overeenkomst met Suriname
● Verwezenlijkingen van het Taalunieverdrag:
- Het instituut
- Gemeenschappelijke spelling
- Naslagwerken: bv. ANS
1.4 Vormen van meertaligheid:
● Individuele meertaligheid en maatschappelijke meertaligheid
- Individuele meertaligheid: de mogelijkheid bezitten om in meerdere talen te
communiceren
- Maatschappelijke meertaligheid: maatschappelijk van belang om meerdere talen
te spreken (vb. Brussel)
● Inwendige of interne meertaligheid en externe meertaligheid
● Officiële meertaligheid
- Officiële meertaligheid: meertaligheid in landen met meer dan één officiële taal
maar grotendeels eentalige gemeenschappen
● Plebejische en prestigieuze meertaligheid
- Prestigieuze meertaligheid: hoogopgeleide sprekers die verschillende West-
Europese standaardtalen in hun repertoires hebben (individuele meertaligheid)
→ bv. CLIL (Content and Language Integrated Learning, vakken op school in
andere talen)
- Plebejische meertaligheid: alledaagse meertaligheid van vaak laagopgeleiden
(Marokkaans, Arabisch…)
→ bv. In Brussel: 180 nationaliteiten en 104 talen
→ Plebejische meertaligheid is een sociale definitie van de waarde van een
specifieke taal
● Receptieve meertaligheid
, - Receptieve meertaligheid: vorm van meertalige communicatie waarin personen
hun eigen taal blijven spreken en elkaar toch kunnen verstaan.
Hoofdstuk 6: Het Nederlands als pluricentrische taal
6.1 Inleiding
● Nederlands is niet enkel in Vlaanderen en Nederland een officiële taal
- Ook in enkele gebieden van de Caraïben
- De taal Nederlands wekt de suggestie van talige eenheid maar er zijn ook
verschillen
● Nederlands-Nederlands, Belgisch-Nederlands of Surinaams-Nederlands
- De verschillende variëteiten van het Nederlands zijn onderling verstaanbaar
(eenheid)
- Er zijn duidelijke linguïstische verschillen tussen de verschillende taalvariëteiten
(verscheidenheid)
→ Taalvariatie is heel normaal
→ Nederlands-Nederlands is de dominante variëteit
● Van welke talen zijn er nationale variëteiten
- Frans: Frankrijk, Zwitserland, Wallonië
- Engels: lingua franca in heel veel landen, Australië, Amerika…
- Portugees: Portugal en Brazilië
- Duits: België, Zwitserland, Duitsland
- Arabisch
- Spaans
- …
6.2 Wat bedoelen we met NN, BN of SN?
● Nederlands-Nederlands, Belgisch-Nederlands en Surinaams-Nederlands
- Elke taal bestaat uit een groot aantal variëteiten, of lecten die allemaal tot die taal
behoren, maar onderling erg verschillend kunnen zijn (eenheid in verscheidenheid):
dialecten, sociolecten, regiolecten, natiolecten…
- Variatie in een taal wordt vaak aangeduid aan de hand van een kegel
- In dit hoofdstuk wordt er enkel gekeken naar de bovenkant van de kegel (de
standaardtaal)