100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Psychopathologie - Deeltentamen 1 - Universiteit Utrecht €5,46
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Psychopathologie - Deeltentamen 1 - Universiteit Utrecht

1 beoordeling
 9 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Samenvatting Psychopathologie – Universiteit Utrecht Inhoud: Deze samenvatting behandelt de belangrijkste onderwerpen voor deeltentamen 1 van het vak Psychopathologie aan de Universiteit Utrecht. De kernpunten uit de hoorcolleges en verplichte literatuur worden beknopt en overzichtelijk samen...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 24  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk : 3, 7, 8, 9, 10 (alleen depressie onderdeel), 11, 14.
  • 17 februari 2025
  • 24
  • 2024/2025
  • Samenvatting

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: cailinka3 • 1 maand geleden

avatar-seller
Psychopathologie Universiteit Utrecht (202100181)

Inhoudsopgave deeltentamen 1:

Hoorcollege 1: Introductie college
Hoorcollege 2: Angststoornissen
Artikel: Stein et al t/m pagina 400. Boek: H7, H9

Hoorcollege 3: Netwerktheorie
Hoorcollege 4: OCS/PTSS
Boek: H11+14 Artikel: Borsboom 2017

Hoorcollege 5: Depressieve stoornis
Hoorcollege 6: DSM5 en Transdiagnostiek
Boek: H8+ H10 (alleen onderdeel Depressie) H3


Boek: Simon, de Hullu, Smeets & van der Molen (2018). Klinische Psychologie,
Diagnostiek En behandeling. Noordho Uitgevers (3e ed).

Voor deeltentamen 1 is de lesstof als volgt: boek hoofdstukken: 3, 7, 8, 9, 10(alleen
Depressie onderdeel), 11, 14 artikelen: Stein et al (t/m pag 400) en Borsboom




ff

,Artikel 1: Psychiatric diagnosis and treatment in the 21st century: paradigm shifts
versus incremental integration. Stein et al.
Abstract: De psychiatrie kent diverse modellen en benaderingen, met zowel vooruitgang als
kritiek. Classi catiesystemen zoals de DSM en ICD blijven onderwerp van debat. Nieuwe
benaderingen zoals klinische neurowetenschappen, gepersonaliseerde behandelingen, digitale
therapieën en mondiale geestelijke gezondheidszorg bieden hoop, maar geen volledige
oplossingen. Vooruitgang in de psychiatrie zal waarschijnlijk via geleidelijke en geïntegreerde
verbeteringen verlopen, niet via radicale paradigma-wisselingen.

INLEIDING: De psychiatrie heeft verschillende modellen en benaderingen gekend, met zowel
vooruitgang als kritiek. Classi catiesystemen zoals de DSM en ICD brachten belangrijke
ontwikkelingen, maar ook vragen over hun validiteit. Recente benaderingen, zoals klinische
neurowetenschappen, gepersonaliseerde therapieën en global mental health, bieden nieuwe
inzichten, maar vertegenwoordigen geen radicale veranderingen. Vooruitgang in de psychiatrie zal
vooral via geleidelijke, geïntegreerde stappen verlopen.

CURRENT MODELS AND APPROACHES IN PSYCHIATRY: De psychiatrische praktijk verschilt
wereldwijd, maar kent ook overeenkomsten. Opleiding omvat meestal algemene geneeskunde
gevolgd door specialisatie in psychiatrie. Inpatient (klinisch) zorg richt zich vaak op ernstige
stoornissen (zoals schizofrenie), terwijl outpatient zorg vaker voorkomt bij depressie en
angststoornissen. De DSM-5 en ICD-11 zijn de belangrijkste classi catiesystemen, maar worden
bekritiseerd omdat ze in de praktijk zelden strikt worden toegepast of juist leiden tot een te rigide
checklist-benadering die belangrijke contextuele factoren negeert. Daarnaast wordt de
wetenschappelijke validiteit van psychiatrische diagnoses in twijfel getrokken, mede door
mogelijke invloed van de farmaceutische industrie.

Het bio-psychosociale model, dat biologische, psychologische en sociale factoren integreert, is
gangbaar, maar wordt bekritiseerd als vaag en niet speci ek genoeg. Er is een groeiende nadruk
op farmacotherapie, ondanks bewijs voor de e ectiviteit van psychotherapie. Wereldwijd bestaan
aanzienlijke behandel- en onderzoekspraktijk kloven: veel mensen krijgen geen toegang tot
geestelijke gezondheidszorg (treatment gap), en er is een verschil tussen behandelingen in de
praktijk en die ondersteund worden door wetenschappelijk bewijs (research-practice gap). Deze
kloven leiden tot onderdiagnose, verkeerde behandelingen en variabele zorgkwaliteit. Ze zijn deels
te verklaren door een gebrek aan praktijkgericht onderzoek en beperkte richtlijnen voor complexe
gevallen. Dit heeft geleid tot nieuwe benaderingen zoals klinische neurowetenschappen en global
mental health, hoewel deze niet altijd een fundamentele verandering beloven.

CLINICAL NEUROSCIENCE AND PERSONALIZED PHARMACOTHERAPY: De verschuiving van
psychoanalytische naar biologische psychiatrie leidde tot de opkomst van klinische
neurowetenschappen en gepersonaliseerde farmacotherapie. Het Research Domain Criteria
(RDoC) project probeert psychiatrie meer te baseren op neurobiologische mechanismen in plaats
van traditionele diagnostische systemen zoals DSM en ICD. Dit heeft bijgedragen aan een
herziening van angststoornissen en nieuwe behandelmethoden. Toch zijn er beperkingen: RDoC
herformuleert vooral bestaande ideeën, de neurobiologie van mentale stoornissen is complex, en
veel meetmethoden zijn niet beschikbaar in de klinische praktijk. Klinische neurowetenschappen
leveren zelden directe toepassingen op voor de praktijk, en er zijn nog weinig bruikbare
biomarkers of e ectieve nieuwe medicijnen. Het is onwaarschijnlijk dat DSM en ICD snel
vervangen worden door RDoC.

NOVEL STATISTICAL APPROACHES TO PSYCHIATRIC NOSOLOGY, ASSESSMENT AND
RESEARCH: Ziekteclassi caties zijn heel complex en kunnen waarschijnlijk niet hetzelfde systeem
volgen als andere wetenschappelijke classi caties, zoals het periodiek systeem of Linnaeus'
Systema Naturae. Deze systemen zijn gebaseerd op duidelijke, observeerbare kenmerken en
vaste regels, maar dit geldt niet voor ziekten. Ziekten omvatten duizenden moeilijk te de niëren
dingen die vaak niet direct te zien of te onderzoeken zijn, zoals bij planten of dieren.

Ondanks deze uitdagingen proberen ziekteclassi caties een gedeelde, op bewijs gebaseerde en
klinisch betekenisvolle indeling te bieden, die is geïnformeerd door etiologie (oorzaak) en therapie.
De kern van de geneeskunde is het idee dat onder het observeerbare syndroom een oorzakelijke




fi ff fi fi fi ff fi fi fi fi

, entiteit ligt die onderzocht en behandeld moet worden. Zulke "ziekte-entiteiten" hebben
speci eke kenmerken (zoals presentatie, oorzaak en respons op behandeling) die ze
onderscheiden van andere ziekten en die duidelijk herkenbaar zijn voor de arts.

In de psychiatrie is het ontwikkelen van een oorzakelijke nosologie die behandelingen kan sturen
een langdurige uitdaging geweest. Systemen zoals de DSM en ICD zijn bekritiseerd omdat ze te
veel nadruk leggen op betrouwbaarheid in plaats van op validiteit. Bijvoorbeeld, schizofrenie en
bipolaire stoornis worden beschouwd als echte ziekte-entiteiten, maar onze syndromale de nities
zijn mogelijk te vaag en missen speci citeit. Depressieve stoornissen zijn waarschijnlijk een
verzameling van verschillende stemmingssyndromen, waarvan er slechts enkele echte ziekte-
entiteiten zijn, zoals melancholie of psychotische depressie.
- Psychiatrische nosologie is de systematische classi catie en indeling van psychische
aandoeningen.

Een nieuw paradigma dat hierop inspeelt is HiTOP (Hierarchical Taxonomy of Psychopathology).
Dit model stelt dat psychopathologische dimensies bestaan op een continuüm en dat stoornissen
op dezelfde manier moeten worden geconceptualiseerd. In plaats van rigide grenzen te trekken,
stelt HiTOP voor om dimensionale drempels (continuüm; dus niet wel of niet aanwezig) te
gebruiken die empirisch zijn vastgesteld. Dit vermindert de heterogeniteit binnen stoornissen en
verklaart de overlap tussen verschillende stoornissen.

Een intrigerend concept binnen HiTOP is de "p-factor", een algemene psychopathologische
factor die alle psychische stoornissen zou kunnen verklaren, vergelijkbaar met de "g-factor" voor
algemene intelligentie. Dit suggereert dat er een onderliggende latente eigenschap bestaat die
psychopathologie in het algemeen beïnvloedt.

Een ander benadering, de netwerkanalyse, verwerpt zowel categorische als dimensionale
modellen. Volgens deze benadering worden psychische stoornissen beter begrepen als
"problemen in het leven", die volledig verklaard kunnen worden door de interacties tussen
symptomen. In dit model zijn symptomen niet slechts manifestaties van een onderliggende ziekte,
maar vormen ze zelf de oorzaken van andere symptomen. Een stoornis wordt gezien als een
alternatief stabiel netwerk van sterk verbonden symptomen, in tegenstelling tot de normale staat
van gezondheid.

Deze benaderingen hebben belangrijke bijdragen geleverd aan de wetenschap. Data-gedreven
methoden hebben inzichten opgeleverd in genetica en de presentatie van stoornissen.
Netwerkanalyse heeft bijvoorbeeld geholpen bij het identi ceren van kerntargets voor
behandeling, zoals speci eke automatische gedachten bij cognitieve gedragstherapie.
Dimensionaliteit, zoals het onderscheid tussen internaliserende en externaliserende stoornissen,
blijkt klinisch nuttig te zijn. Het "distress"-subfactorconcept benadrukt bijvoorbeeld de overlap
tussen depressieve en angstige symptomen. Het benadrukt dat deze symptomen vaak samen
voorkomen en elkaar kunnen overlappen, zoals gevoelens van bezorgdheid of verdriet, wat het
moeilijk maakt om ze strikt van elkaar te scheiden.

Tegelijkertijd hebben deze benaderingen hun beperkingen. Categorieën en dimensies zijn namelijk
uitwisselbaar: elke dimensie kan worden omgezet in een categorie en vice versa. De nadruk op de
algemene psychopathologische factor "p" kan te simplistisch zijn, omdat het risico bestaat dat
belangrijke verschillen tussen verschillende oorzaken over het hoofd worden gezien. Evenzo biedt
de netwerkanalyse inzicht in symptomen en hun interacties, maar kan het tekortschieten in het
verklaren van diepere oorzakelijke mechanismen.

De oplossing voor de uitdagingen in de psychiatrische nosologie ligt mogelijk niet in het volledig
vervangen van bestaande systemen, maar in het combineren van verschillende benaderingen.
Systematische klinische observatie, gecombineerd met creatief denken en rigoureus
kwantitatief onderzoek, kan leiden tot een meer ver jnde en gebalanceerde benadering.
Uiteindelijk blijft het belangrijk om theorieën expliciet te maken en zowel kwalitatieve als
kwantitatieve methoden te gebruiken om de complexiteit van psychische stoornissen te
begrijpen.




fi fi fi fi fi fi fi

, Beknopte samenvatting: Het artikel bespreekt de vooruitgangen en uitdagingen in de psychiatrie,
vooral rond diagnostische systemen zoals DSM en ICD. Hoewel deze systemen belangrijke
stappen hebben gezet, worden ze bekritiseerd vanwege hun beperkte validiteit en te rigide
toepassing in de praktijk. Nieuwe benaderingen, zoals klinische neurowetenschappen en
gepersonaliseerde farmacotherapie, richten zich op neurobiologische mechanismen, maar zijn
nog niet volledig toepasbaar in de kliniek.

Het artikel behandelt ook de complexiteit van psychiatrische nosologie, waarbij psychische
stoornissen moeilijk te de niëren zijn. Het HiTOP-model kijkt naar psychopathologie als een
continuüm van dimensies in plaats van strikte categorieën, terwijl de netwerkanalyse stoornissen
ziet als netwerken van symptomen. Beide benaderingen bieden nieuwe inzichten, maar hebben
ook beperkingen. De conclusie is dat de vooruitgang in psychiatrie waarschijnlijk komt door een
combinatie van benaderingen, met een balans tussen klinische observatie, dimensionale modellen
en netwerkanalyse.

Hoofdstuk 7: Cognitieve gedragstherapie
CGT is een gestructureerde vorm van psychotherapie waarin mensen leren om anders tegen
problematische situaties aan te kijken en er anders mee om te gaan. De therapie kent 2
belangrijke competenten:
1. Het cognitieve component: richt zich op de invloed van gedachten (cognities) op gevoel en
gedrag. Disfunctionele cognities zorgen voor ongewenste gevoelens en ongewenst gedrag. In
therapie leert de client hoe ze hun disfunctionele gedachten en overtuigingen kunnen
identi ceren, evalueren en veranderen.
2. De gedragstherapeutische component: richt zich op het veranderen van gedrag. De client leert
om met beter en passend gedrag te reageren.
CGT komt in verschillende soorten en vormen voor, maar wordt voornamelijk individueel gegeven.
Door recente technologische ontwikkelingen kan CGT nu, naast face-to-face, ook digitaal (of in
mengvorm) worden aangeboden.

7.1 Theoretisch kader
Het theoretisch kader van CGT wordt besproken voor de gedragstherapeutische en cognitieve
component afzonderlijk.

7.1.1 Gedragstherapie
Gedragstherapie is ontstaan rond 1950/1960 als reactie op de dominerende psychodynamische
visie. Er ontstond twijfel aan deze visie vanwege een gebrek aan empirisch bewijs. Baanbrekend
was de publicatie van Eyseneck in 1952, die een overzichtsstudie publiceerde waarin hij
aantoonde dat de e ecten van traditionele psychotherapie (psychoanalyse) niet groter waren dan
die van geen therapie. Eyseneck zag een alternatief in de gedragstherapie, die is gebaseerd op de
moderne leertheorie. In de leertheorie wordt een onderscheid gemaakt tussen klassieke en
operante conditionering. Klassieke conditionering wordt ook wel het stimulus-respons/stimulus-
stimulus leren genoemd. Prikkels die in eerste instantie niets met elkaar te maken hebben, worden
op een gegeven moment met elkaar verbonden. Stel, iemand eet elke avond tijdens lingo een
stukje chocolade, dan zal diegene na verloop van tijd al zin krijgen in chocolade wanneer hij of zij
alleen al de intro van lingo hoort. Bij operante conditionering vindt leren juist plaats door de
gevolgen van gedrag. Elk gedrag heeft bepaalde consequenties. Stel, iemand is bang voor de
tandarts en merkt dat de angst afneemt wanneer hij of zij afbelt, dan is de kans groot dat diegene
de tandarts blijft vermijden. Het afbellen is de bekrachtiger, die vergroot de kans dat dezelfde
reactie in de toekomst weer zal optreden. Het idee achter de gedragstherapie is dat je gedrag
kunt aanleren, maar ook weer kunt a eren. Gewenst gedrag wordt bekrachtigd. Ongewenst
gedrag wordt uitgedoofd (extinctie).

7.1.2 Cognitieve theorie
Hoewel de gedragstherapie positief werd ontvangen, was er ook kritiek. De kritiek ging er onder
andere over dat mentale processen buiten beschouwing werden gelaten. Als reactie hierop
ontstond de cognitieve revolutie, die uitmondde in het ontstaan van de cognitieve therapie.

De grondleggers van de cognitieve therapie zijn Aaron Beck (1976) en Albert Ellis (1962). De kern
van Beck's theorie is dat psychisch lijden niet zozeer wordt veroorzaakt door de dingen die
iemand meemaakt, maar juist door de manier waarop diegene erover denkt.





fi ff fi fl

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indyborgers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,46. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73118 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,46  9x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd