Herhaling aarde
Paragraaf 5.1:
Klimaat
atmosferische circulatie: algemeen systeem van
luchtstromen op aarde en de daarbij behorende
lage- en hogedrukgebieden:
Lageluchtdrukgebied: een gebied met een
lage luchtdruk dat ontstaat doordat de lucht
opstijgt
Hogeluchtdrukgebied: een gebied met
een hoge luchtdruk dat ontstaat doordat de
lucht daalt
Onthoud dat er op het land meer lagedrukgebieden
zijn dan op zee, dit komt doordat land sneller
verwarmt dan zee.
Warme lucht stijgt altijd op! hoog in de lucht koelt
de lucht af:
1. Zonlicht = Uv-straling
2. Uv-straling wordt pas warmte als het iets
raakt
3. Warmte op aarde ontstaat dus eigenlijk
vanuit de grond
4. Daardoor hoog in de lucht koud (er is bijna
niks te raken in de lucht
De wet van Buys Ballot: het effect dat luchtstromen een zijdelingse afwijking
krijgen door de draaiing van de aarde; op het noordelijk halfrond is deze afwijking
naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. Hierbij gelden 3 regels:
Lucht waait altijd van een plaats met hoge druk naar een plaats met lage
druk
Wind heeft een afwijking naar rechts op het NH
Wind heeft altijd een afwijking naar links op het ZH
Kijk altijd met de wind in je rug!
Deze wet veroorzaakt in de tropen het ontstaan van passaten en moessons:
Passaat: wind die van de subtropische hogedrukgebieden (30º N.B. en
Z.B.) richting de evenaar waait; op het noordelijk halfrond komt deze uit
het noordoosten, op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten
Moesson: wind die van de subtropische hogedrukgebieden richting de
evenaar waait, die vervolgens kruist en van richting verandert; op het
noordelijk halfrond komt de moesson uit het zuidwesten, op het zuidelijk
halfrond uit het noordwesten
, In principe zijn ze hetzelfde, een moesson is gewoon de passaat die bij het
kruisen van de evenaar van richting verandert.
De ITCZ: intertropische convergentiezone
Wat is de ITCZ?
De ITCZ is een zone waar de passaatwinden (van de noord- en zuidpool) elkaar
ontmoeten, rond de evenaar. Het gebied staat bekend om zijn hevige regenval,
omdat de warme opstijgende lucht die hier samenkomt, condenseert en neerslag
veroorzaakt.
Hoe werkt de ITCZ?
De lucht bij de evenaar wordt door de hoge temperatuur verwarmd, waardoor
deze opstijgt. Terwijl de lucht stijgt, koelt deze af en vormt zich vochtige lucht, die
regen veroorzaakt.
In beide halfronden waaien de passaatwinden naar de evenaar toe. Deze winden
komen samen in de ITCZ en stijgen op door de opwarming van de zon. (warme
lucht stijgt op!)
De ITCZ is niet statisch; hij verplaatst zich seizoensgebonden. In de zomer ligt hij
dichter bij de plaats waar de zon het krachtigst is (rond de Kreeftskeerkring in het
noordelijk halfrond), en in de winter verschuift hij naar het zuidelijk halfrond.
De aarde staat schuin (22,5°) ten opzichte van de zon, en daardoor verandert de
zonkracht in de loop van het jaar. In de zomer (rond 21 juni) staat de zon direct
boven de Kreeftskeerkring (23,5° noorderbreedte), en in de winter (rond 21
december) boven de Steenbokskeerkring (23,5° zuiderbreedte).
Gebieden waar de ITCZ het hele jaar door overheen beweegt, krijgen vaak
tropisch regenwoudklimaat met veel neerslag. Wanneer de ITCZ echter niet meer
in de buurt is, kan er een droog seizoen ontstaan, wat leidt tot savanneklimaat
(denk aan gebieden die seizoensgebonden natte en droge periodes kennen).