5.2
Aardgas als energiebron:
Risico’s bij het:
Aansluiten van slang op gaskraan: gaskraan wordt verwisseld met andere kraan, slang past
niet klemmend op gaskraan/brander, slang niet goed geklemd en schiet los, slang komt in
aanraking met warm voorwerp of chemicaliën -> lekkage.
Aansteken van het gas: als luchttoevoer niet goed geregeld is kan de vlam inslaan en het
giftige CO ontstaan, voordat vlam wordt aangestoken is er al gas uitgestroomd en in kleine
dichte ruimte kan dan explosie ontstaan, twee gaskranen naast elkaar en die zonder slang
wordt opengedraaid waardoor gas er ongecontroleerd uit stroomt.
Branden: de vlam is haast onzichtbaar dus als brander niet wordt uitgedaan maar
weggeschoven kan iets door onoplettendheid vlam vatten, vlam kan uitwaaien door tocht,
vlam is mogelijke ontstekingsbron voor brandbare/explosieve stoffen, bij directe verhitting
wordt een klein oppervlak sterk verwarmd -> grotere kans op breuk.
5.3
Elektriciteit als energiebron:
Voordelen: geen open vuur & temperatuur beter regelbaar.
Nadeel: de traagheid waarmee de temp zich instelt.
Vormen: verwarming voor baden & verwarming in de magnetron & verwarming voor droogstoof
/gloeioven & directe verwarming (kookplaat, infraroodlamp etc.)
Risico’s: brandwonden ontstaan bij aanraken heet onderdeel, kans op kortsluiting, bij directe
verwarming is glasbreuk groter, infraroodstraling kan verbranding veroorzaken als warmte niet goed
wordt afgevoerd (in lichaam), microgolven kunnen organen verbranden.
5.4
Risico’s bij het gebruik van een medium:
Vloeistofbad: je kunt je branden als je een heet bad vast pakt, een bad kan vallen of omkiepen.
Stoombad: lichamelijk letsel kan ontstaan bij aanraken van stoom van stoombad.
Oliebad: de olie kan in brand vliegen als het te heet wordt, olie kan gaan spetten.
Metaalbad: kolf kan pas in bad gezet worden als het metaal al vloeibaar is (en dus heet), kan spetten.
5.5
Risico’s bij een vat met inhoud: je kunt je branden als het vat heet is, aanraking met de
vloeistof/damp is waarschijnlijk niet zonder gevolgen, als vat van glas is -> glasbreuk mogelijk.
Belangrijk risico bij verhitten van vloeistof is kookvertraging: vloeistof begint niet te koken bij
kookpunt maar er vindt oververhitting plaats, het koken begint dan zo spontaan dat stoten van de
vloeistof optreedt, waarbij het kan overkoken en spatten en zelfs glasbreuk kan optreden. Een
kokende vloeistof kan ook plots stoppen met koken en dan spontaan verder te koken, met gevaar