Waar gaat het over? Bescherming van creaties van de geest (octrooirecht, merkenrecht,…) → waarom bij
economisch recht? Een octrooi, merk is zeer belangrijk in de economie.
Studiemateriaal: slides op ufora + cursus intellectuele rechten (hierin zien we niet alle hoofdstukken) +
basiswettekst inzake rechten van intellectuele eigendom (nieuwe editie!! Met purpere kaft, zeker
studeren adhv wetboek). Verwijzingen naar artikels staan niet op de slides, enkel in handboek. Enkel
kennen wat we id les hebben gezien. Op examen wetboeken mag je gebruiken van VRG en geen losse
teksten meenemen!!!! Mag niet
Examen: schriftelijk en dit deel staat op 1/3: allemaal open vragen hiervoor. (2 grote waarvan 1 theoretisch
en 1 praktijk en dan nog een aantal kleinere ja/nee vragen en keuze verantwoorden).
Wat zijn IER-rechten? En waar staan ze?
Private subjectieve rechten: rechten die wij onttrekken aan het objectief recht (je kan die uitoefenen).
Hieronder 2 soorten:
1. extra-patrimoniale rechten: rechten die we allemaal hebben, maar maakt geen deel uit van je
vermogen. Als je bv overlijdt, dan gaan die rechten ook niet vererft worden (wat wel gebeurd bij
patrimoniale rechten) en die maken dus geen deel uit van je nalatenschap). Naar waar gaan die rechten
dan? Kunnen verdwijnen want geen nut, of kunnen blijven bestaan en erfgenamen mogen die mss wel
uitoefenen maar niet bezitten! Over deze rechten kan je ook niet contracteren. 2 categorieën:
familierechten: niet belangrijk voor dit vak (prof Verschelden).
persoonlijkheidsrechten: zijn de rechten die aspecten van uw persoonlijkheid beschermen bv. recht op
afbeelding (in auteurswetgeving: niemand mag van jou een foto nemen en die verspreiden zonder jouw
toestemming), recht op fysieke integriteit, recht op naam,…
Voorbeeld persoonlijkheidsrechten: Helmut Botti afbeelding van Brantano (schoenverkoper): hadden een
reclame zonder toestemming van de bekende personen (ze spelen met de namen van bekende personen).
Bv. ‘Walter Grootlaars’ → recht op naam en dus omdat ze geen toestemming hebben gevraagd was het
niet ok. Het wordt zo ook duidelijk dat naarmate je een grotere bekendheid hebt, spelen die rechten een
grotere rol. Hoe minder bekend, hoe minder schade natuurlijk.
Veel van de persoonlijkheidsrechten vind je niet in wetgeving. Bv. recht op stemgeluid (dmv rechtspraak):
Rocko Granatta had liedje Marina en hij had een zeer heze stem. Hij wordt gecontacteerd door
reclamebureau om spotje in te zingen. De onderhandelingen mondden op niets uit en gaat niet door.
Reclamebureau zoekte dan een stemimmitator en die persoon doet de stem van Rocko Grannatta na →
hij is procedure begonnen en heeft gezegd dat hij recht had op zijn stemgeluid want maakt deel uit van
zijn persoonlijkheid. (hier zijn de persoonlijkheidsrechten veel (commercieel) waard want hij was bekend).
2. patrimoniale rechten: rechten die deel uitmalen van je vermogen, kan je contracteren, gaan over op je
erfgenamen. Eigen hieraan: ze geven allemaal een heerschappij. 3 categorieën:
zakelijke rechten: eigendomsrecht bv → je hebt een heerschappij op een zaak
vorderingsrechten: rechten die ook een heerschappij geven (niet op een persoon!) om een gedraging
van iemand te eisen. Bv. schuldvordering: iemand iets lenen moet je terugbetalen. Diegene die het geld
dan heeft uitgeleend heeft een heersschappij op diegene die het geld gaat lenen.
1
,I.E.-rechten: ook zij geven je een heerschappij, maar op een creatie van de geest. Je ontwerpt iets en
daar heb je een heerschappij op. → is een volwaardige rechtscategorie.
De indeling van de I.E.R.
Industriële eigendomsrechten (als onderdeel van de IER):
• Merkenrecht: belangrijk voor onderneming. Gaat vrij ver (verder dan het woord Colruyt), ook
vormen (bv flesjes van coca cola vorm is ook een merk), bewegende merken (bv. softwares van
Microsoft en als je opstart veranderen de kleurtjes, ook dat is een merk)
• tekeningen- en modellenrecht: zien we niet. Is een overlap met auteursrecht en is een
bescherming van vormgeving.
• Octrooirecht: bescherming van uitvindingen (gaat vaak om technische zaken dus moeilijk). Die
beschermingsvoorwaarden liggen vrij hoog en is niet gemakkelijk te krijgen.
• Kwekersrecht: bv. nieuwe soorten appels kweken en die kan je beschermen. Zien we ook niet.
• Chipsrecht: zien we ook niet, bescherming van elektronische schakelingen.
• benamingen oorsprong/ geografische aanduidingen/ herkomstaanduidingen: bv namen van kazen
en wijnen. Zien we ook niet maar komt wel veel voor.
• Handelsnaam: bekijken we wel! Binnen het kader vh merkenrecht: de naam waaronder u handel
drijft. Is niet hetzelfde als een merk: om waren en diensten aan te duiden bv Coca Cola. Is anders
dan bv de naam van je winkel: Crostino.
• Gebruiksmodellen: kennen we niet in België: kleine uitvindingen en makkelijkere
beschermingsvoorwaarden. België doet er niet aan mee en zien we dus ook niet.
Auteursrecht s.l. (sensu lato)
• auteursrecht s.s.: in de enge zin vh woord: bescherming kunst en cultuur + meer! In principe kan
alles beschermd worden dmv het auteursrecht.
• naburige rechten: bescherming van prestaties die niet door het auteursrecht worden beschermd.
Bv. uitvoerende kunstenaars hebben geen auteursrecht: je hebt enerzijds wat een zangeres zingt
(het lied zelf wordt beschermd door het auteursrecht) maar de zangprestatie zelf is geen
auteursrecht maar wel bescherming als naburig recht. → complex want als je dus iets opneemt
van die zanger: heb je het probleem van zowel de auteursrecht (het lied) maar ook het naburig
recht (de prestatie) waar je dus toestemming van moet vragen.
• bescherming computer- programma’s: Voor computerprogramma’s kan je ook een octrooi voor
krijgen.
• Databanken: apart beschermingssysteem.
PAS OP:
• Bedrijfsgeheimen/know how: bv WN die overstappen van bedrijven en al zijn kennis meeneemt,…
iets vertellen aan de concurrentie tegen betalen. Hiervoor hebben we nu een aparte bescherming
voor maar is geen IER!! Want het geeft je geen exclusieve rechten (anders dan de IER wel), maar
je krijgt de mogelijkheid om op te treden op handelingen die onrechtmatig zijn bv. iemand die
zonder toestemming uw bedrijfsgeheim toepast of openbaar maakt.
• Domeinnamen: bv. .com .be,… → ook hierbij gaat het niet om een IER want de regelgeving
hierrond creërt geen exclusiviteit op die domeinnaam. Wel: mogelijkheid dat mensen die IER
hebben, kunnen optreden dat iemand de creatie dat men heeft, zonder toestemming deponeert
als domeinnaam. Bv. je hebt KBC als merk en er opent een nieuw domein??
2
,Deze indeling is wereldwijd, waarom is dat onderscheid er gemaakt. Tussen de twee categorieën ook
verschillen, zie hierna.
Kenmerken van de beide I.E.R.
• Monopolierechten (het zijn exclusieve rechten). Als je een merk hebt, ben jij de enige die dat mag
gebruiken en enkel met jouw toestemming mogen anderen het gebruiken. zijn dus
verbodsrechten voor derden! Die het niet zonder toestemming mogen gebruiken
• aan éénieder tegenstelbaar: ook al kent u het niet, je moet het wel respecteren. Bv. je kent een
bepaald merk niet, het feit dat iemand een auteursrecht heeft brengt mee dat anderen daar van
moeten afblijven ook al kennen ze het niet. Ter goeder trouw of ter kwader trouw maakt dus niet
uit eigenlijk!
• begrensde rechten: vrije mededing is vrijheid van kopie bv. en de basisregel is dus dat je in principe
alles van elkaar mag kopieëren. Maar als je dit hanteert als regel, vervelende gevolgen want
waarom zou je dan nog investeren om een nieuw product te maken als erna de concurrentie dat
voor veel minder geld kan maken? zo heb je geen innovatie meer. Nu: we behouden deze
basisregel maar we hebben uitzonderingen op vrijheid van kopie: intellectuele rechten en hier
moet je dus wel afblijven. Maar zelfs aan die intellectuele rechten die je dan hebt, zijn er
begrenzingen:
o territorialiteit: je krijgt enkel bescherming daar waar je die vraagt. Bv. je bent Belg en je doet hier
uitvinding en je neemt hier een octrooi. Dan heb je enkel hier bescherming en dus in NL kunnen
ze uw uitvinding namaken want daar is dus vrije mededing. Dus als bedrijf ook de keuze maken
waar je het gaat beschermen.
o Duur: bij octrooien 20 jaar, bij sommige iets langer (tot 70j. na uw overlijden).
o Beschermingsvoorwaarden: als je de intellectuele rechten wil krijgen moet je hieraan voldoen.
• voorwerp: creatie van de geest dat je dus gaat beschermen
• grote economische waarde: bv. coca cola: het waardevolste bij hen zijn de intellectuele rechten
zoals het geheime recept, het merk zelf coca cola. Octrooien bepalen ook vaak de waarde van een
onderneming: bv. UCB (farmaceutisch bedrijf) is op de beurs van Brussel en de waarde ervan
fluctueert mee met de octrooien die ze hebben. Als die octrooien vervallen (patentverval) dan
gaat de waarde ervan naar beneden en vice versa. De octrooien is ook vaak de reden waarom
bedrijven dan een ander bedrijf opkopen.
• Intellectuele rechten zijn ook grondrechten (art. 17, lid 2 Handvest grondrechten EU): wel geen
absolute bescherming!! → HvJ doet constant afweging t.o.v. andere grondrechten (bijv. vrijheid
ondernemerschap, recht op persoonlijke levenssfeer), en soms moeten ze dus onderdoen voor
andere rechten.
Pas op:
Ze bestaan via optreden wetgever! Dus je hebt enkel intellectuele rechten die wettelijk geschreven zijn!
In België heb je geen ongeschreven intellectuele rechten. Komen er nog bij? JA! → geen begrensde
categorie. Soms nood aan nieuwe intellectuele rechten en bijkomende bescherming nodig.
Sinds 1 aug. 2022: nieuw intellectueel recht bij de naburige rechten: recht voor persuitgevers: Google
maakte Google News met gewoon de artikels van verschillende persuitgevers. EU heeft een apart
beschermingsregime gegeven: recht aan persuitgevers om gedurende 2 jaar controle te houden op het
online gebruik van hun perspublicaties! (mag niet zonder hun toestemming).
3
, Vraag: er is een wetgeving op domeinnamen maar creërt geen eigendomsrecht, wat kan je er dan wel mee
doen? Verhindert dat datgene waar je recht op hebt, dat dat door een ander wordt gedeponeerd als een
domeinnaam → je kan als merkhouder dus optreden tegen iemand die jouw merk als domeinnnaam
deponeert. Dit gaat niet enkel over IER, maar die wetgveing staat ook toe dat mensen bv je familienaam
deponeert als domeinnaam.
Vraag: verschil merk en handelsnaam: merk= altijd gebruiken om waren/diensten te identificeren
(bankdienst, kuisdienst, dan gebruik je het merk voor een dienst of waren). Handelsnaam= naar waaronder
je de activiteit voert bv. bloemenzaak die een naam kiest. → komen we later nog op terug mbt
beschermingsomvang.
Verschilpunten tussen auteursrecht en industriële eigendomsrechten:
opm.: de verschilpunten zijn relatief geworden, en verdwijnen in zekere mate door te nuanceren en soms
achterhaald.
• Formaliteiten: alle auteursrechten zijn IER die je krijgt zonder formaliteiten te moeten vervullen,
je moet er niets voor doen om die te bekomen. Enkel de creatie en het voldoen aan de
beschermingsvoorwaarden geeft je het recht. Bij industriële moet je iets doen om er recht op te
hebben bv. Aanvraag doen voor een octrooi,… maar sommige van die industriële krijg je toch
automatisch! Dat zijn de uitzonderingen bv. handelsnaam krijg je door louter het gebruik van de
handelsnaam (bv het schilderen op de ruit van de naam/openbaar maken van de naam).
• Duur: auteursrecht heb je voor een lange periode (blijft tot 70j. na je overlijden). Industriële:
kortere bescherming want bv octrooi 20j, farmaceutica 25j,…. Geen mogelijkheid tot hernieuwing.
Sommige uitzonderingen: merkenrecht is ook maar 10j maar je kan de bescherming oneindig
vernieuwen van periodes van 10j.
• De toegekende rechten: industriële: hebben vermogensrechten (die je instaat stellen je creatie te
exploiteren en je merk te gebruiken, vooral economisch gericht om inkomsten te genereren,
opkomen tegen die die je inkomsten weg nemen door bv je merk te grbuiken). Bij auteurs: meer
rechten bovenop die vermogensrechten ook nog de morele rechten (= rechten die de
persoonlijkheid vd auteur beschermen bv. zich verzetten tegen wijzigen van zijn werk, zijn
toestemming moet er voor zijn). Actualiteit: Roald Dahl die de woorden aanpast bv. ‘dik’ moet
‘enorm’ worden → problematiek van morele rechten en ze waren ermee akkoord dat dat gebeurt.
Als bv enkel de uitgever dat bepaald en zij zijn er niet mee akkoord mag het niet. Maar nuance:
niet bij alle auteursrechten heb je ook morele rechten bv. databanken. Bij industriële heb je soms
wel sporen van de morele rechten (recht om vermeld te worden als uitvinder (vaak de WN van de
WG/het bedrijf) ih octrooi.
• De beschermingsvoorwaarden (objectief subjectief): auteursrecht= subjectieve
beschermingsvoorwaarden: rechter heeft beoordelingsruimte bij de vraag of een creatie aan de
voorwaarden vol doet. Je mag dus nooit met 100% stellen dat iets auteursrechtelijk beschermd is,
want de rechter oordeelt erover (sommige die strenger of soepeler zijn. bv. in Antwerpen is de
ondernemingsrechtbank streng). Industriële = objectief: obv feiten beslissen of iets in aanmerking
komt voor bescherming. Bv. octrooien is heel objectief. Maar ook te nuanceren: sommige
industriële die soms ook subjectiviteit hebben vd rechter bv. merkenrecht (zie later):
beschermingsvoorwaarde: onderscheidend vermogen (= als de consument uw teken erkent als
merk ipv bv versiering/decoratie,… hierbij is dus ook veel subjectiviteit en is niet objectief te
beoordelen).
• economische rol culturele rol: auteursrecht is eerder cultureel. Industriële is vooral
economische waade. → was vroeger vooral het geval. Maar nu: auteursrecht heeft ook een zware
4