1 SAMENSTELLING
▪ Er is een ondernemingsrechtbank in elk ambtsgebied van het hof van beroep
▪ Er zijn 9 ondernemingsrechtbanken
₋ Antwerpen
₋ Brussel Nederlandstalig
₋ Gent
₋ …
▪ De afdeling van ondernemingsrechtbank telt meerdere kamers. Elke kamer bestaat uit:
₋ Voorzitter = beroepsmagistraat
₋ Twee lekenrechters = rechters in ondernemingszaken
Deze bijzitters komen uit het bedrijfsleven
Ze moeten geen juridische opleiding hebben
Worden benoemd door koning voor hernieuwbare periode van 5 jaar
De lekenrechters hebben meer voeling met ondernemingspraktijken
₋ De rechtbank wordt verder bijgestaan door een griffier en moet in een aantal gevallen het
advies horen van een magistraat van het Openbaar Ministerie
2 BEVOEGDHEDEN
▪ Ondernemingsrechtbank is bevoegd voor alle geschillen tussen ondernemingen
₋ Niet-onderneming tegen onderneming komt ook voor ondernemingsrechtbank
₋ Onderneming tegen niet-onderneming komt niet voor ondernemingsrechtbank
Als een onderneming een procedure wil starten tegen een niet-onderneming, dan moet de
zaak voor vrederechter of rechtbank van eerste aanleg gebracht worden
▪ Andere bevoegdheden van ondernemingsrechtbank
₋ Geschillen tussen vennoten van een vennootschap
₋ Geschillen met betrekking tot wisselbrieven
₋ Geschillen die ontstaan uit een faillissement
₋ Geschillen met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en marktpraktijken
3 PROCEDURES
▪ De gewone procedure
₋ Dagvaarding of soms het verzoekschrift waarbij eiser de verweerder voor rechtbank brengt
₋ Openbare terechtzitting waarbij partijen hun zaak bepleiten
₋ Vonnis waarin rechter zijn oordeel velt over het geschil
▪ Verkorte procedures
₋ In spoedeisende zaken kan voorzitter in kortgeding maatregelen treffen
▪ Buitengewone procedures
₋ In B2B-relaties bestaat bijzondere procedure voor invordering van niet-betwiste geldschulden
₋ Dossier voorleggen aan advocaat die zaak kan doorsturen naar een gerechtsdeurwaarder
₋ Die maant een laatste maal aan
₋ Bij gebrek aan reactie maakt gerechtsdeurwaarder proces-verbaal op
1
, Hoofdstuk 2: Het bewijs in ondernemingszaken
1 BIJZONDERE BEWIJSMIDDELEN
▪ In dit onderdeel bekijken we enkele bijzondere bewijsmiddelen
₋ De boekhouding
₋ De factuur
1.1 De boekhouding
▪ Volgens art. III. 82 WER moet elke onderneming een boekhouding voeren die past bij bedrijf
₋ Art. IIII. 83 WER: De boekhouding van boekhoudplichtige ondernemingen omvat al hun
verrichtingen, bezittingen, en rechten van welke aard ook, en hun vorderingen, schulden en
verplichtingen van welke aard ook
1.2 Bewijskracht van boekhouding
▪ Het is niet nodig dat boekhouding regelmatig gevoerd moet worden
₋ Ook een onregelmatige gevoerde boekhouding zal als bewijs kunnen dienen tussen
ondernemingen of tegen ondernemingen
₋ Het is de rechter die zal beslissen of hij de boekhouding aanvaardt als bewijs
1.2.1 Geschillen tussen onderneming onderling
▪ Boekhouding van onderneming heeft wettelijke bewijswaarde tegen andere onderneming als
vermeldingen in boekhouding van de onderscheiden partijen overeenstemmend zijn
₋ In alle andere gevallen oordeelt rechter vrij over bewijswaarde van boekhouding
1.2.2 Geschillen van niet-ondernemer tegen ondernemer
▪ In rechtsgeding van niet-ondernemer tegen ondernemer, geldt regel dat boekhouding van de
ondernemer teen hem kan worden gebruikt (art. 8.11 BW)
₋ Inhoud van volledige boekhouding wordt als geheel beschouwd
₋ Men kan er geen onderdeel uitnemen en dat los bekijken
1.2.3 Procedureel gebruik van boekhouding
▪ De rechtbank kan, op verzoek van partij of ambtshalve, in loop van procedure de overlegging
bevelen van het geheel of van gedeelte van boekhouding van onderneming
₋ Boekhouding mag niet ten nadele van onderneming worden gesplitst
1.3 De factuur
▪ De factuur (art. 1, § 13 WBTW)
₋ Elk document of elk bericht op papier of in elektronisch formaat dat voldoet aan de
voorwaarden vastgesteld in het wetboek
▪ De elektronische factuur
₋ Een factuur die in het wetboek voorgeschreven gegevens bevat en in om het even welke
elektronisch vorm, wordt uitgereikt en ontvangen
2
,▪ Factuur houdt bevestiging in van schuldvordering in geld wegens levering van goederen of diensten
₋ Wordt opgesteld door leverancier en aan klant bezorgd
₋ Vanuit standpunt van klant bevat de factuur ook de prijs die hij leverancier verschuldigd is
▪ Voorwaarden waaraan factuur moet voldoen
₋ Authenticiteit van herkomst = identiteit van degene die factuur uitreikt
₋ Integriteit van inhoud = inhoud heeft geen wijzigingen ondergaan
₋ Leesbaarheid
1.3.1 Elektronische factuur
▪ Bij elektronische facturen is voorafgaande aanvaarding van principe en wijze van elektronische
verzending en ontvangst of wijze van ter beschikking stellen door afnemer nodig
₋ Partijen moeten overeenkomen dat facturen elektronisch zal gebeuren
▪ E-facturatie
₋ E-facturatie voor ondernemingen voor levering van goederen en diensten aan overheden
₋ Dit wordt ook B2G = Business to Governement genoemd
₋ Overheden moeten elektronische facturen aanvaarden die aan Europese norm voldoen
₋ Ondernemingen kunne e-factuur sturen naar overheid
▪ Federaal niveau
₋ Verplichting om e-facturen te versturen naar overheid is opgenomen in KB van 2022
▪ Vlaams niveau
₋ Verplichting om e-facturen te sturen naar Vlaams overheid en in Brussels Hoofdstedelijk
Gewest sinds 2022
▪ B2B = Business to Business
₋ E-facturatie of e-invoicing voor onderneming voor hun levering van goederen en diensten aan
andere ondernemingen
₋ Vanaf 2026 is e-voicing in België verplicht voor alle transacties tussen belastingplichtige
ondernemingen
1.3.2 Inhoud van factuur
▪ Een factuur moet aantal verplichte vermeldingen bevatten
₋ Het woord ‘factuur’
₋ De factuurdatum
₋ Een volgnummer
₋ De identiteit van leverancier of dienstverrichter
₋ De identiteit van afnemer
₋ De datum van belastbaar feit
₋ De aard van uitgevoerde handeling
₋ De maatstaf van heffing; per tarief het bedrag exclusief btw
₋ De btw-tarieven
₋ De verschuldigde btw; bedrag van verschuldigde btw in euro
₋ Het totaalbedrag
▪ Algemene voorwaarden
₋ Kleine lettertjes op voor- of achterzijde van de factuur
3
,▪ Een gestructureerde elektronische factuur volgens Europese standaard
₋ Proces-en factuurkenmerken
₋ Factuurperiode
₋ Informatie over verkoper
₋ Informatie over koper
₋ Informatie over begunstigde van betaling
₋ Informatie over fiscaal vertegenwoordiger van verkoper
₋ Verwijzing naar overeenkomst
₋ Leveringsdetails
₋ Betalingsinstructies
₋ Informatie over kortingen of toeslagen
₋ Informatie over factuurposten
₋ Totalen op factuur
₋ Uitsplitsing van btw per tarief
1.3.3 Bewijskracht van factuur
▪ Een door onderneming aanvaarde factuur levert bewijs op tegen deze onderneming (art. 8.11 BW)
▪ Er moeten twee gevallen bekeken worden
₋ De klant gebruikt de factuur las bewijs tegen leverancier-onderneming
₋ De leverancier-ondernemer wil factuur als bewijs gebruiken tegen klant-ondernemer
4
, Hoofdstuk 3: Vrijheid van ondernemen en algemene
verplichtingen van onderneming
1 DE ONDERNEMING
▪ Artikel I.1, 1° WER
₋ Dit artikel definieert wie wel en wie geen onderneming is
₋ Een onderneming is elk van volgende organisaties
Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig en beroepsactiviteit uitoefent
Iedere rechtspersoon
Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
₋ Zijn geen ondernemingen
Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen winstuitkering als doel heeft
Iedere rechtspersoon die geen goederen of diensten aanbiedt op een markt
De Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies,…
▪ Het uitoefenen van een economische activiteit is in het begrip onderneming doorslaggevend
▪ Het vaststellen dat er sprake is van onderneming heeft belangrijke gevolgen
₋ Ondernemingen kunnen failliet verklaard worden
₋ Ondernemingen kunnen in aanmerking komen voor maatregelen door insolventierecht
2 DE VRIJE EN INTELLECTUELE BEROEPEN
▪ Wat is een vrij of intellectueel beroep
₋ De beoefenaar van een vrij beroep is elke onderneming wiens activiteit er hoofdzakelijk in
bestaat om op onafhankelijke wijze en onder eigen verantwoordelijkheid intellectuele
prestaties te verrichten waarvoor een voorafgaande opleiding nodig is en die onderworpen is
aan plichtenleer (art. 1.1.14° WER)
▪ Kenmerken van vrije beroepen
₋ Een deontologische code
₋ Diplomavereisten en een verplichte vorming
▪ Voorbeelden van vrije beroepen
₋ Accountants
₋ Advocaten
₋ Notarissen
₋ Gerechtsdeurwaarders
2.1 De toegang tot ondernemingsactiviteiten
▪ Onder de toegang tot ondernemingsactiviteiten valt:
₋ De vrijheid van ondernemen
₋ De juridische bevoegdheid
5
,2.1.1 De vrijheid van ondernemen
▪ Artikel II.3 WER
₋ Elke burger is vrij om enige economische activiteit naar keuze uit te oefenen
2.1.2 De juridische bevoegdheid
▪ Handelingsbekwaamheid
₋ Om ondernemingsactiviteiten uit te voeren moet iemand juridisch bekwaam zijn
₋ Dat houdt in dat men niet alleen rechtsbekwaam, maar ook handelingsbekwaam moet zijn
Elke meerderjarige burger, vanaf 18 jaar, is in principe volledig handelingsbekwaam (art.
488 oud BW)
Het huwelijk wijzigt de handelingsbekwaamheid van echtgenoten niet (art. 212 oud BW)
Iedere echtgenoot heeft het recht een beroep uit te oefenen zonder instemming van
andere echtgenoot (art. 216 oud BW)
▪ Onverenigbaarheden
₋ Een aantal burgers mag geen ondernemingsactiviteiten doen
₋ Dit zijn personen die bepaalde ambten bekleden, functies of beroepen uitoefenen
₋ Het vervullen van die functies is onverenigbaar met activiteiten met economisch doel
₋ Er kan anders sprake zijn van belangenvermenging
▪ Verbodsbepalingen
₋ Na een sanctie kunnen bepaalde mensen door de rechter het verbod worden opgelegd om
ondernemingsactiviteiten of bestuursfuncties uit te oefenen in sommige vennootschappen
2.2 De formele verplichtingen van onderneming
Het gaat hier over verplichtingen die van toepassing zijn voor ondernemingen in België. Er zijn
afwijkingen mogelijk voor bepaalde delen in België, zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2.2.1 Inschrijven bij KBO
▪ Artikel III. 15 WER
₋ KBO = Kruispuntbank voor Ondernemingen
₋ Onderneming moet voor aanvang van activiteiten zich inschrijven bij het KBO
▪ De inschrijving verloop via de ondernemingsloketten
₋ Acerta ondernemingsloket vzw
₋ Securex ondernemingsloket vzw
₋ …
▪ De KBO is een federaal register (art. III. 16, §1 WER)
₋ Het centrale register is een gegevensbestand met informatie
▪ Een onderneming wordt in KBO ingeschreven en krijgt uniek identificatienummer (art. III.17 WER)
₋ Doel van KBO is de vereenvoudiging van administratieve procedures
₋ KBO staat in voor informatie-uitwisseling tussen verschillende administraties
₋ Bij de inschrijving wordt een ondernemingsnummer toegekend
▪ Bij inschrijving in KBO zijn aantal gegevens verplicht te vermelden (art. III. 18 WER)
6
, 2.2.2 Openen van zakelijke betaalrekening
▪ Ondernemingen worden verplicht om houder te zijn van een betaalrekening bij kredietinstelling
₋ Om het gebruik van giraal geld en witwaspraktijken in België te voorkomen
2.2.3 Bekendmaken van huwelijksovereenkomst
▪ Ondernemingen staan met hun gehele vermogen in voor de betaling van hun schulden
₋ Schuldeisers moeten precies weten op welke goederen uit dat vermogen zij bij wanprestatie
van hun schuldenaar beslag kunnen leggen
2.2.4 Een boekhouding voeren (art. III. 82, 1-III.92 WER)
▪ Het WER bepaalt welke ondernemingen boekhoudplichtig zijn:
₋ Iedere onderneming die in België zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
₋ Iedere onderneming naar Belgisch recht
₋ Iedere onderneming met in België gevestigde bijkantoren of centra van werkzaamheden
₋ De openbare instellingen naar Belgisch recht die opdracht vervullen van commerciële,
financiële of industriële aard
₋ De instellingen met of zonder winstoogmerk, een commercieel, financieel of industrieel bedrijf
uitoefenen en waarbij door een KB werd bepaald dat ze boekhoudplichtig zijn
▪ Vereenvoudigde boekhouding
₋ Iedere natuurlijke persoon of vennootschap met omzet < 500.000,00 EUR
₋ Zijn niet verplicht om jaarrekening openbaar te maken
▪ Dubbele boekhouding
₋ Alle andere ondernemingen moeten een dubbele boekhouding voeren
₋ Zijn wel verplicht om jaarrekening openbaar te maken
2.2.5 Voldoen aan de vestigingswet
▪ In Vlaanderen werd de vestigingswet voor gereglementeerde beroepen afgeschaft
₋ Geen bewijs van basiskennis bedrijfsbeheer nodig
₋ Geen attest van beroepsbekwaamheid nodig
2.2.6 Vergunningen en toelatingen aanvragen en specifieke regels
▪ Soms heb je een of meerdere vergunningen of toelatingen nodig om bepaalde activiteit te starten
₋ Omgevingsvergunning: stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning
₋ Vergunningen inzake voedselveiligheid
₋ Leurkaart voor ambulante handel met name huis-aan-huisverkoop
₋ Specifieke richtlijnen en vergunningen voor activiteiten: bv. voor personenvervoer
▪ In België zelfstandige activiteit uitoefenen en geen inwoner EER en Zwitserland
₋ Moet verblijfsvergunning aanvragen
₋ Moet beroepskaart aanvragen
2.2.7 Btw-nummer aanvragen
▪ Voor onderneming activiteiten start moet ze een btw-nummer aanvragen (art. 4 WBTW)
▪ Iedereen die zelfstandige activiteit uitoefent is in principe btw-plichtig
7