100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Sociale psychologie semester 1 HoGent

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
42
Geüpload op
09-02-2025
Geschreven in
2024/2025

Bij de eerste examenkans voor dit vak haalde ik een 15/20 aan de hand van deze samenvatting!












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
9 februari 2025
Aantal pagina's
42
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

SOCIALE PSYCHOLOGIE SEMESTER 1
Wat is sociale psychologie?
 De sociale psychologie = wil een antwoord bieden op de vraag hoe
individuen reageren in sociale situaties.
 Welke invloed heeft de aanwezigheid van anderen op het gedrag van een
individu?

Algemene psychologie + sociologie = sociale psychologie
 Sociologie = studie van gedrag van groepen (maatschappij, cultuur,
politieke of sociale bewegingen, …)
 Sociale psychologie = het gedrag van individuen in sociale relaties duiden

Definitie sociale psychologie = een studie die tracht te begrijpen, verklaren &
voorspellen hoe de gedachten, gevoelens & gedragingen van individuen
beïnvloed worden door de waargenomen, ingebeelde of impliciete gedachten,
gevoelens & gedragingen van anderen

THEMA 1: SOCIALE COGNITIES
1. SCHEMA’S
Sociale cognitie =
 Processen waarbij we informatie
- Verwerven / selectie / opslaan
- Integreren / organiseren / structureren
- Interpreteren
 Over mensen
- Anderen (sociale perceptie)
- Zichzelf (zelfperceptie)

1.1 SCHEMA’S: OMSCHRIJVING
 Cognitieve structuur waarin eerder verworven kennis over een stimulus of
concept
- Over personen, opvattingen, fysieke daden, feiten, …
- Kenmerken
- Relaties tussen die kenmerken
 Is gerepresenteerd
 Wat we denken over onszelf
 Wat we denken dat anderen over ons denken
 sociale cognitie heeft invloed op ons zelfbeeld
 sociale context heeft invloed op ons handelen

Zelfschema  zelfkennis halen we uit:
1. Zelfobservatie
2. ‘looking-glass self’ = soort spiegel, de spiegel die iemand anders ons
voorhoudt, feedback van iemand vormt mee het beeld dat je hebt over
jezelf
3. Sociale vergelijking = vergelijken met anderen, hoe doe ik het t.o.v.
anderen

 Prototype: soort gemiddelde van een specifieke groep mensen
- Stereotype (opgebouwd door anderen) vs prototype (opgebouwd door
onszelf)
- Bv. uiterlijk van een burgemeester, prototype van een kapper = vrouw,
beeld van een atleet, …

,  Script: verloop van opeenvolgende acties, weten hoe het gaat verlopen
- Bv. stil zijn in de kerk, mensen eerst laten uitstappen van de trein,
jeugdbeweging, op date gaan, …
! gedrag niet conform aan script geeft meer info !  gedrag dat niet past
bij het script, geeft ons meer informatie dan gedrag dat er wel bij past

1.2 SCHEMA’S: KENMERKEN
 Gestalt = geheel, geheel is meer dan dan de som van de delen
 Top-down of theory-driven (vanuit mijn hersenen gaat er een kleuring
plaatsvinden)
- Waarbij a-priori-kennis onze perceptie & interpretatie mee bepaalt
- Cognitief gegenereerde kennis toetst de binnenkomende informatie af
& geeft die betekenis
- Top-down-verwerking is handig als we op zoek zijn naar patronen in
onze omgeving
- Bottom-up of data-driven processing, waarbij we vertrekken vanuit de
ruwe feiten zullen uiteindelijk worden gekleurd door schema’s
 Sturen persoonsperceptie
 vooral aandacht voor wat past binnen geactiveerd schema
 Schema’s beïnvloeden de herinnering
- Experiment: ene groep moest beoordelen over een bibliothecaris &
andere groep moest oordelen over een makkelaar als dit in het schema
past ja of nee  conclusie: een schema beïnvloedt onze herinnering
 Prescriptief:
- Bieden een beeld van hoe iets moet/kan zijn & stuurt ons gedrag
- Attributies zoeken die schema in stand houden
o Attributies = verklaringen voor bepaald gedrag
- Need for cognition (mensen die nood hebben om te gaan reflecteren,
outside off the box-denken)  need for certainty (mensen die graag
een zekerheid, houvast nodig hebben)
 Toegankelijker naarmate
- Vaker opgeroepen
- Recenter opgeroepen
 Door schema’s vlugger verwerking info
 Label (niet altijd werkelijkheid)
- Experiment: test afleggen over Indonesië, 2 groepen: ene groep kregen
informatie over de persoon (geen schema), andere groep kreeg te
horen dat het een ‘skinhead’ is (wel schema)  conclusie: eerste groep
had betere resultaten dan tweede groep
 Schema’s activeren uit onszelf zonder externe aanleiding
 Schema’s kunnen opgeroepen worden door een stimulus uit de omgeving
(bewust of onbewust – subliminaal (zodanig snel iets tonen, zijn zich niet
bewust))
- Stereotypen worden automatisch geactiveerd bij het zien van foto’s van
een gestereotypeerde groep

Laag- of hoogbevooroordeelde mensen: activeren dezelfde stereotypen, maar
gebruiken ze veschillend:
 Personen die laagbevooroordeeld zijn: activatie van negatieve stereotypen
maar proberen die daarna te onderdrukken of bedwingen vanuit
plichtsbesef of schuld
- Systeem 2 = rationeel, traag, weloverwogen

,  Personen die hoogbevooroordeeld zijn: activatie van negatieve stereotypen
& betrekken de geactiveerde stereotypen bij hun beoordeling van
personen  vooroordelen
- Systeem 1 = intuïtief, snel, automatisch

2. CONFIGUREREN
Maar welk schema gebruiken we nu wanneer? Hoe komt het dat we op bepaalde
manieren denken?
 Verschillende effecten
 Effecten zorgen soms voor vertekening

2.1 CONFIGUREREN: OPVALLENDE KENMERKEN
 Wat opvalt, valt op. Dit schema wordt onmiddellijk en als eerste
geactiveerd
- Naam
- Geslacht
- Huidskleur
 Opvallendheid wordt bepaald door de context!

2.2 CONFIGUREREN: PRIMACY-EFFECT
= informatie die wij eerst over iemand krijgen beïnvloedt het globale
oordeel meer dan later verworven informatie
 Je kan maar een keer een eerste indruk maken
 Eerste indruk: vooral door lichaamstaal

Verklaringen  werking korte termijngeheugen
 Aan later verkregen informatie wordt minder aandacht besteed
 Latere informatie geïnterpreteerd in het licht van vroegere informatie
 Behoefte aan afsluiten, zodra men ongeveer ene beeld heeft (maar je kan
je wapenen)
 recency effect: wat als laatst komt, beïnvloedt meer het globale oordeel!

2.3 CONFIGUREREN: CONFIGURATIEMODEL ASCH
Configureren verwijst naar het opbouwen van een product uit losse
componenten.

Van een persoon vormt men zich een Gestalt:
 Een intern consistent beeld
 Betekenis die men aan de andere elementen geeft en omgekeerd
 Beeld kan dus bepaald worden door enkele dominante eigenschappen
- Experiment: lijst van kenmerken persoon + ‘warm’ of ‘koud’  andere
beeldvorming bij identieke lijsten, associatie ‘warm’ met genereus,
gelukkig & altruistisch
KENMERK WARME BETEKENIS KOUDE BETEKENIS
Fier Zelfrespect Verwaand
Vol durf Moedig Roekeloos
Discreet Tactvol Heimelijk
Kalm Sereen Berekend

2.4 IMPLICIETE PERSOONLIJKHEIDSTHEORIE (lmPt)
De term impliciete persoonlijkheidstheorie verwijst naar onze neiging om van
iemand een compleet persoonlijkheidsprofiel uit te werken op basis van intuïtieve
veronderstellingen, waarvan we ons niet altijd bewust zijn en die we vaak niet
kunnen expliciteren.

,  Veronderstelling dat bepaalde persoonstrekken samen voorkomen &
andere trekken niet
 Intuïtieve veronderstellingen, die niet expliciet of bewust zijn
 Belangrijke rol bij indruksvorming
- lmPt vervolledigt ons beeld van een persoon
- lmPt beïnvloedt interpretatie & verwerking van informatie
 vb: halo-effect, horn-effect (=negativiteitseffect), astrologie)

Forer-effect
 = Barnum-effect
 De neiging van mensen om vage & algemeen geldende uitspraken over de
eigen persoon te accepteren als rake, typerende omschrijving, zonder zich
te realiseren dat diezelfde omschrijving voor bijna iedereen opgaat

3. PERSOONSPERCEPTIE
Uiterlijke kenmerken & gedragingen spelen rol bij indruksvorming

Eerste ontmoetingen
 Weinig info beschikbaar
 Opvallende kenmerken
 Controle over kleding en haar
 Babyface = lief en vriendelijk

Non-verbaal gedrag meer invloed dan verbaal
 Emoties lezen
 Ook context speelt rol
 Aanraking
 Emotie (genegenheid) & dominantie
 Gedrag natuurlijk ook!

4. PRIMING
 Als een schema recent gebruikt is, wordt het gemakkelijker geactiveerd,
zeker
- De nieuwe situatie ambigu is
- Enige gelijkenis vertoont met de vorige
 Manifestatie van impliciete/niet-declaratieve geheugen (=onbewust)

4.1 PRIMING: ONDERZOEKSRESULTATEN?
 Chinese vrouw
 Geel  banaan
 Trager lopen na woorden lezen zoals grijs, rimpelig, rollator

Soorten priming:
 Repetitiepriming: herhaling van het schema
- Verwijst naar het feit dat een voorafgaande presentatie van een prikkel
de manier beïnvloedt waarop een persoon zal reageren als die prikkels
opnieuw wordt aangeboden
- Vb: sneller letterreeksen herkennen die meermaals getoond werden
 Semantische priming: recent schema heeft te maken met hetzelfde
concept
- Berust op een invloed van de conceptuele eigenschappen van een
woord
- Vb: ‘peer’ doet rapper reageren op ‘appel’ dan op ‘stoel’

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
joliennotebaert Hogeschool Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
24
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
3
Documenten
28
Laatst verkocht
2 weken geleden

3,3

3 beoordelingen

5
0
4
1
3
2
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen