WAT VOORAF GING …
Nieuw burgerlijk wetboek: 10 boeken
Boek 1: Algemene bepalingen
o In werking op 1 januari 2023
Boek 2: Personen, familie en relatievermogensrecht
o In werking op 1 juli 2022.
Boek 3: Goederen
o In werking op 1 september 2021.
Boek 4: Nalatenschappen, schenkingen en testamenten
o In werking op 1 juli 2022.
Boek 5: Verbintenissen
o In werking op 1 januari 2023
Boek 6: Buitencontractuele aansprakelijkheid
o In werking vanaf 1 januari 2025
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
o Wetsvoorstel ingediend op 16 april 2024
Boek 8: Bewijs
o In werking op 1 november 2020
Boek 9: Zekerheden
o Nog in bespreking
Boek 10: Verjaring
o Nog in bespreking
Boek 5: Verbintenissen
Wet van 28 april 2022 houdende boek 5 “Verbintenissen” van het
Burgerlijk Wetboek
Inwerkingtreding: 1 januari 2023
Van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die plaatsvinden
na 1/1/2023!
Tenzij partijen anders bepalen, blijft oude recht van toepassing op:
o Toekomstige gevolgen van rechtshandelingen en rechtsfeiten
daterend van voor 1 januari 2023
o Rechtshandelingen en rechtsfeiten na 1 januari 2023 die betrekking
hebben op een verbintenis ontstaan uit een rechtshandeling of
rechtsfeit ontstaan voor 1 januari 2023
Wat contracten en verbintenissen betreft blijven de wijzigingen inhoudelijk
beperkt.
Toch een aantal wijzigingen onder de aandacht brengen:
Invoering imprevisieleer: recht op heronderhandeling of beëindiging
Ontbinding wegens wanprestatie ook zonder rechterlijke tussenkomst
Flexibelere, op maat gesneden remedies bij tekortkoming: zoals
prijsvermindering of gedeeltelijke ontbinding
‘Anticipatory breach’
, SE kan contract laten ontbinden bij voortijdige niet-nakoming door SA
Imprevisieleer: juridische theorie die aanvaardt dat contracten kunnen worden
heronderhandeld of door de rechter kunnen worden aangepast op grond van een
contractueel onevenwicht, dat is ontstaan door omstandigheden die zich hebben
voorgedaan na het sluiten van een overeenkomst, maar die de partijen niet
hebben gewild en niet konden voorzien waardoor de nakoming van de
overeenkomst voor één van de partijen, of beide partijen, bijzonder moeilijk
wordt of aanzienlijk wordt verzwaard.
INLEIDING
HET BEGRIP ‘OVEREENKOMST’: = een contract
Meerzijdige rechtshandeling
o Een handeling die je stelt met beoogde rechtsgevolgen.
o Een contract is altijd een meerzijdige rechtshandeling.
Bijvoorbeeld : Als u deze ochtend een broodje kocht, heeft u
rechtsgevolgen beoogd nl. u wil de nieuwe eigenaar zijn van
dat broodje
Wilsovereenstemming = een rechtshandeling die u stelt met het oog op
rechtsgevolgen
Eén of meerdere partijen
Ten aanzien van één of meerdere anderen
Afdwingbare verbintenissen aangaan
Artikel 5.4 NBW: “Een contract, of overeenkomst, is een wilsovereenstemming
tussen twee of meer personen met de bedoeling rechtsgevolgen te doen
ontstaan”
Strekt ertoe rechtgevolgen te doen intreden
rechtshandeling (zie artikel 5.125 NBW)
Geldig aangegane overeenkomsten verbinden de partijen tot wet =
‘pacta sunt servanda’
Art. 1134 BW Als u een contract sluit, dan moet u dat nakomen!
SOORTEN OVEREENKOMSTEN:
CONSENSUEEL / ZAKELIJK / PLECHTIG (art. 5.5 NBW):
Consensualisme = algemene regel naar Belgisch recht
De loutere wilsovereenstemming tussen de partijen zorgt ervoor dat
er een contract gesloten is.
Als men een overeenkomst niet nakomt, pleegt men contractbreuk.
Zakelijk contract = overhandiging van een zaak is vereist (bv. bruikleen,
bewaargeving en handgift). De overhandiging is een voorwaarde.
Vb. bruikleen: iets ‘huren’ zonder ervoor te moeten betalen
- Je geeft je kat in bewaargeving aan je buurman.
, Het contract komt pas tot stand wanneer je buurman je kat in handen
neemt.
Er is maar 1 persoon die een verbintenis heeft nl. de bewaarnemer.
De bewaarnemer moet de zaak (de kat) teruggeven. Het gaat dus om
een eenzijdig contract.
-Je auto is stuk en staat in de garage.
Je mag van je buurman gratis zijn fiets gebruiken totdat je wagen is
gemaakt.
Aangezien je de fiets moet teruggeven, spreekt men in dit geval van
bruikleen.
Vb. bewaargeving: Het contract komt tot stand op het moment van de
afgifte.
Je gaat naar een fuif en daar is er een vestiaire aanwezig.
In ruil voor je jas, krijg je een ticket. Wanneer je jouw ticket teruggeeft,
krijg je jouw jas terug.
De verplichting van de bewaargever is om voor uw jas te zorgen en
hem terug te geven. Soms moet je daarvoor betalen, soms niet, maar
vanaf het moment dat je jouw jas afgeeft, is er sprake van
bewaargeving en dus van een overeenkomst.
Vb. handgift: Dit is een oplossing wanneer je geen schenking wilt doen.
Je moet daarvoor niet naar de notaris gaan.
Als jouw ouders je geld willen geven, van de ene hand naar de andere
(kan ook via overschrijving = bankgift). Contract komt pas tot stand
wanneer je jouw geld krijgt.
Als je een cadeau geeft aan jouw lief, dan is dat een handgift.
Als je het cadeau hebt afgegeven, dan is dat cadeau van hem.
Het is pas wanneer je dat cadeau nog niet hebt afgegeven, dat het nog
van u is.
Uw moeder doet u een handgift van 1.000 euro. Men doet dit om
successierechten te vermijden.
Bij een handgift moet men immers 0€ betalen aan successierechten op
voorwaarde dat diegene die het geld geeft (moeder) nog 3 jaar leeft na
de gift.
Plechtig contract (in het NBW noemen ze vormelijk) = onderworpen aan
vormvereisten
Vb. huwelijk
Om geldig te zijn, moet het vast gelegd worden door de ambtenaar van
de burgerlijke stand. Het is onderworpen aan vormvereisten.
Vb. Schenking
Moet door de notaris worden vastgelegd.
Een schenking is onderworpen aan wilsovereenstemming. Indien men
niet wil schenken, zal er geen schenking plaatsvinden.
, EENZIJDIGE VS. WEDERKERIGE OVEREENKOMSTEN (artikel 5.6 NBW):
Steeds meerzijdige rechtshandeling
Wederkerige overeenkomst = zich over een weer verbinden (art. 1102
BW)
Vb. Koop (de verkoper moet geven wat u wil en jij moet ervoor betalen) en
huur (de verhuurder moet het huis of iets anders ter beschikking stellen en
jij moet betalen).
Vb. Rune zegt dat hij zijn computer verkoopt en Bert koopt hem, dan moet
Rune de computer leveren en Bert moet betalen beide partijen hebben
een verbintenis.
De levering, wat hij moet doen, is een gevolg van het contract en is geen
noodzakelijke voorwaarde voor het tot stand komen van een overeenkomst
Eenzijdige overeenkomst = slechts één partij moet verbintenis nakomen
Vb. Schenking
Je kan niet schenken wanneer de andere niet akkoord is, dus er is pas een
schenking wanneer beide partijen wilsovereenstemming hebben.
Een schenking is een meerzijdige rechtshandeling, maar een eenzijdige
overeenkomst, want slechts 1 partij heeft een verbintenis.
Vb. bruikleningsovereenkomst
Uw auto moet een week naar de garage en persoon X zegt dat u zijn fiets
een week mag gebruiken. Bruikleningsovereenkomst komt pas tot stand op
het moment van afgifte van die fiets. Enkel de bruiknemer heeft
verbintenissen nl. de fiets teruggeven aan persoon X en goed zorgen voor
de fiets. De bewaargever, persoon X, heeft geen verbintenissen.
Let op. Stel dat je moet betalen voor een bruiklening, dan is
het geen bruiklening meer maar huur en dan wordt het een
wederkerige overeenkomst
Vb. bewaargeving
Stel dat men voor de vestiaire moet betalen, dan is het geen
bewaargeving meer omdat het dan gaat over een wederkerig
overeenkomst.
Niet verwarren met eenzijdige rechtshandeling (artikel 5.125. NBW):
Eén wilsuiting volstaat!
Vb. Testament, aanbod, opzegging overeenkomst, …