Inhoud
Hoofdstuk 4: De ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel .................................................................. 2
4.6.1 Inleiding .................................................................................................................................. 2
4.6.2 De faryngale darm .................................................................................................................. 3
4.6.3 De voordarm ........................................................................................................................... 7
4.6.4 De middendarm ...................................................................................................................... 8
4.6.5 De einddarm ......................................................................................................................... 11
1
, Hoofdstuk 4: De ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel
4.6.1 Inleiding
De buis v/h spijsverteringsstelsel ontstaat wanneer het ENDODERMALE kiemblad door de
vorming v/d begrenzende plooien omgevormd wordt tot de primi eve darm
o Het ENDODERM vormt de epitheliale bekleding v/d tractus diges vus
o Ontwikkelen zich ook uit ENDODERM:
De lever
de pancreas
o A oms g v/h viscerale blad v/h MESODERM = splanchopleura
De spieren & bindweefsel v/d tractus diges vus
het peritoneum rond de wand van de tractus
o De primi eve darm is afgesloten door:
Craniaal: de oro of buccofaryngale membraan
Caudaal: de cloacale membraan
o Via de ductus vitellinus staat primi eve darm in verbinding met de dooierzak
o Aan de caudale zijde vertoont de primi eve darm een blind eindigende uitstulping:
de allantois ligt in de hechtsteel
In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling v/d primi eve darm zeer beknopt voorgesteld
De buis van de primi eve darm wordt in 4 zones onderverdeeld:
1) de faryngale darm
(vanaf de faryngale membraan tot aan de tracheobronchiale diver kel)
2) de voordarm
(vanaf tracheobronchiale diver kel tem de leveraanleg)
3) de middendarm
tot aan de overgang tussen het proximale 2/3 en het distale 1/3 van het colon
transversum)
4) de einddarm
(tot aan de cloacale membraan; tot anus )
2
Hoofdstuk 4: De ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel .................................................................. 2
4.6.1 Inleiding .................................................................................................................................. 2
4.6.2 De faryngale darm .................................................................................................................. 3
4.6.3 De voordarm ........................................................................................................................... 7
4.6.4 De middendarm ...................................................................................................................... 8
4.6.5 De einddarm ......................................................................................................................... 11
1
, Hoofdstuk 4: De ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel
4.6.1 Inleiding
De buis v/h spijsverteringsstelsel ontstaat wanneer het ENDODERMALE kiemblad door de
vorming v/d begrenzende plooien omgevormd wordt tot de primi eve darm
o Het ENDODERM vormt de epitheliale bekleding v/d tractus diges vus
o Ontwikkelen zich ook uit ENDODERM:
De lever
de pancreas
o A oms g v/h viscerale blad v/h MESODERM = splanchopleura
De spieren & bindweefsel v/d tractus diges vus
het peritoneum rond de wand van de tractus
o De primi eve darm is afgesloten door:
Craniaal: de oro of buccofaryngale membraan
Caudaal: de cloacale membraan
o Via de ductus vitellinus staat primi eve darm in verbinding met de dooierzak
o Aan de caudale zijde vertoont de primi eve darm een blind eindigende uitstulping:
de allantois ligt in de hechtsteel
In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling v/d primi eve darm zeer beknopt voorgesteld
De buis van de primi eve darm wordt in 4 zones onderverdeeld:
1) de faryngale darm
(vanaf de faryngale membraan tot aan de tracheobronchiale diver kel)
2) de voordarm
(vanaf tracheobronchiale diver kel tem de leveraanleg)
3) de middendarm
tot aan de overgang tussen het proximale 2/3 en het distale 1/3 van het colon
transversum)
4) de einddarm
(tot aan de cloacale membraan; tot anus )
2