2 Kostenberekening transportbedrijf
- Het nemen van juiste beslissingen vereist kennis van de kosten
o Zowel gebruiker en aanbieder willen kennis van K hebben
- MAAR vaak moet men terugvallen op ruwe berekeningen met opsplitsing tss vervoersK in:
o Tijdskosten
o Afstandskosten
- Verdeling werkt niet voor alle kostencomponenten
- Schaduwprijs = P die men vraagt indien de echte P (bedrag voor gebruiker) of K (bedrag voor
aanbieder) niet bepaald kan w
2.1 Tijdskosten en afstandskosten
2.1.1 Begrippen
Tijdskosten = K die puur afhankelijk zijn van factor ‘tijd’
- Het totaal aantal uren:
o Geeft de nodige hoeveelheid voertuig en staff weer
o Bepalend om tijdskosten door te rekenen aan individuele zendingen
- Elementen
o Loonkost
o Jaarlijkse verzekeringspremie voertuigen
Er zijn uitzonderingen voor personenauto’s
o Alle vaste K om bepaalde capaciteit in stand te houden
BV: huur garage, administratie
Afstandskosten = K die gekoppeld zijn aan het effectief bewegen van auto, boot, vliegtuig, …
- Toegewezen volgens kilometrage
- Elementen
o Brandstof
o Normale onderhoudskosten
o Afstandstoeslag personeel: als chauffeur meerdere dagen onderweg is naar een
locatie, hangen er soms extra K aan vast – discussie mogelijk waarbij te plaatsen
BV: eten, overnachting
o Boetes
Totale kosten = tijdskosten + afstandskosten
2.1.2 Complicaties:
- Een # kostenelementen zijn niet gerelateerd aan tijd of afstand
o BV:
uitgaven chauffeurs
tolgelden: eenmalig vast bedrag te betalen bij het passeren
havengelden
commissies: onvoorziene extra component
BV: panne -> bestelwagen moeten huren -> huurkost betalen
o OPL: aparte kostenpost
, - Afschrijvingen: deze zijn gerelateerd aan tijd en afstand
o OPL: onderscheid tss vaste en variabele afschrijving t.g.v. afgelegde afstand
o Verschillende methoden beschikbaar
BV: 50/50 regel, functie vervangingspolitiek, …)
2.1.3 Afschrijving i.f.v. jaren dienst
- 1: overblijvende waarde voertuig na … jaren
- 2: totaal waardeverlies
o = 100 – overblijvende waarde uit 1
- 3: jaarlijkse afschrijvingspercentage
o = waardeverlies uit 2/ aantal jaren
↓ doorheen de jaren maar
bijkomende verlies w steeds
kleiner
Oefening:
- Stel we vervangen een voertuig na 900 000 km
o Als we 150 000 km/ jaar afleggen -> je kan 6j met voertuig rijden
o Als we 180 000 km/ jaar afleggen -> 5j met voertuig rijden
- Berekening variabele afschrijving
o Na 6j: jaarlijkse afschrijving van 12,5% & Na 5j: jaarlijkse afschrijving van 13,8%
Zie tabel
o Als de jaarkilometrage stijgt met 30 000 km -> jaarlijkse afschrijving stijgt met 1,3%
13,8% - 12,5%
o Als de jaarkilometrage stijgt met 1 km -> jaarlijkse afschrijving stijgt met 0,0000433%
(van de nieuwwaarde). Dit is de variabele afschrijvingskost per km
1,3%/ 30 000 = 4,33*10−7
- Berekening vaste afschrijving
o Stel trekker van 150.000 km/jaar, vervangen na 6 jaar (900.000 km)
variabele afstandscomponent: 900 000 * 0,0000433% = 0,3897 ≈ 39%
nieuwwaarde
totale afschrijving op dat moment: 75% (zie tabel)
vaste afschrijving: 75% - 39% = 36% nieuwwaarde
- DUS:
o 39/75 variabel
o 36/75 is vast
Opmerkingen:
- Vervangingspolitiek van materiaal is cruciaal element in deze berekening
- Onderhoudskosten van het materiaal: theoretisch analoge redenering mogelijk
o Opsplitsing tss variabele onderhoudskosten per km en vaste onderhoudskost per uur
- Standaard: onderhoudskosten beschouwen als variabele kost per km
,2.2 Uurcoëfficiënt en kilometercoëfficiënt
Totale kost = u * U + d * D
- u = uurcoëfficiënt (in geld per uur)
- U = totale duurtijd van het vervoer, inclusief wachttijden, laden & lossen, …
- d = kilometercoëfficiënt (in geld per km)
- D = totale afstand, heen en terug (in km)
Verdere verfijning is mogelijk:
- Opsplitsing uurcoëfficiënt in manuren en voertuiguren
o = > tijdskosten uU opsplitsen in u1 U 1+ u2 U 2
u1 = kost van de chauffeur, U 1= uren van de chauffeur, u2= uurcoëfficiënt –
chauffeurskost, U 2= voertuiguren
- Opsplitsing kilometercoëfficiënt in beladen km en lege km
o WRM? Verschil in brandstofgebruik, onderhoudskosten, …
Bepalen van u en d kan o.b.v. gemiddelden uit boekhoudgegevens als men een voldoende lange
periode beschouwt
Bepaalde kosten vereisen toewijzingssleutel (p.103)
2.2.1 Kostencoëfficiënten voor wegvervoer
VOORBEELD: Trekker plus semi-trailer met 28 ton laadvermogen. Alle K zijn exclusief btw. Bepaalde K
zijn niet inbegrepen (commissies, uitgaven door chauffeur,..)
- Er is een verschil tss prijzen en kosten
o Indien men de werkelijke kost niet weet, gaat men werken met een schaduwkost of
schaduwprijs
Zelfstandigen: keren zichzelf geen loon uit maar uw tijd heeft wel waarde
Eigen kapitaal: er staat een kost tegenover de inbreng van eigen kapitaal
Verzekering: als je de echte kost niet weet, stel je hier een fictieve kost
tegenover
, OEF: Afstand van 130km. Tijd: 130km aan 65km/u = 2uur en 1,5 uur laden en lossen
Berekening totale kosten: uU + dD = €29,26 * 3,5 + €0,50 * 130 = € 167,41
OPM:
- De relatie trekker (bestuurder) – oplegger is niet altijd 1 op 1
o In dit voorbeeld veronderstelt men per tractor maar 1 oplegger, de tractor zal dus
moeten wachten als oplegger geladen w
OPL: meerdere opleggers per tractor zodat tractor/ trekker een andere
activiteit gaat uitvoeren terwijl oplegger geladen w
Bereken dan u voor tractor en oplegger apart & d voor 2 samen en
tractor alleen
- Verschillen tss voertuigen met verschillend laadvermogen
o Payload (laadvermogen) ↑ -> u en d ↑
2.2.2 Kostencoëfficiënten voor binnenvaart
- Minder grote kostenverschillen tss landen in vergelijking met wegvervoer (en spoorvervoer)
o Grootste deel van binnenvaartschepen in EU zijn geregistreerd in lidstaten rond de
Rijn, deze staan ongeveer op hetzelfde niveau inzake lonen en belastingen
- Scheepstypes tot 2 000 ton komen bijna niet meer voor in nieuwbouw
o Beginnende schippers willen met iets groot varen & dalende tendens in Eur vrachtP
o MAAR niet veel nieuwbouw in sector -> kleinere schepen blijven in markt
- In scheepvaart: veel familiebedrijven (beïnvloed uurkosten)
o Schipper is niet enkel eigenaar van schip als voertuig maar ook als woning van gezin,
als het schip niet aan het varen is, zijn er nog steeds kosten aan verbonden
2.2.3 Schaaleffecten
Uur- en kilometercoëfficiënt zijn een stijgende functie van ladingvermogen: hoe zwaarder het
voertuig, hoe hoger de uur- en kilometercoëfficiënt
- MAAR deze opwaartse beweging is minder dan proportioneel: lading verdubbelen leidt niet
tot een verdubbeling van de kosten
o Een grotere schaal leidt tot een lagere kost per ton
groter effect in wegvervoer dan binnenvaart
- DUS: schaalvoordelen door over te schakelen op groter laadvermogen
Verschil tss schaaleffecten op niveau van voertuiggrootte en schaaleffecten op niveau van
bedrijfsgrootte
- Hier hebben we het over schaaleffecten op niveau van voertuiggrootte
o Het is niet omdat grotere trucks de kost per ton verminderen dat grote
transportbedrijven een lagere gemiddelde kost hebben dan kleinere
2.3 Variabele kosten
Beslissingsnemer moet de vaste K negeren en zich enkel op variabele K moet concentreren
- Variabele kosten = de extra kosten die gekoppeld zijn aan een specifieke beslissing
o Berekening? Kijk alleen naar kmcoëfficiënt en stel uurcoëfficiënt = 0
OEF: Twee mogelijk routes:
- via tolroute (100 km, reistijd 1,2 u, tol €12)