Samenvatting Thema 7 - Oplijsting - Achterbeen - SVAA

Thema 7: Achterbeen
D. Anatomie van de ledematen bij de huisdieren
1. Achterste lidmaat

Heup tot knie: Dijbeen (Bovenbeen)  Femur

- Bekken (pelvis) opgebouwd uit heupbeen (os coxae) en heiligbeen
(sacrum)
 Verbindingsspieren achterste lidmaat: M. coccygeus (staartspier),
m. psoas minor, tevens m. iliopsoas (m. psoas major en m. iliacus)
en evt. supinatoren te vermelden
 Ligamenten en spieren van het bekken
- M. psoas minor (verbindingsspier)
- M. coccygeus (verbindingsspier)
- Ligamentum sacroiliaca
- Ligamentum sacrotuberale = Bekkenband
- Ligamentum sacrotuberale latum = Brede bekkenband
 Foramen ischiadicum majus
 Foramen ischiadicum minus
 Ligamenten van de heup en heupkom
- Ligamentum transversum acetabuli
- Ligamentum capitis ossis femoris
 Buigers van de heup en supinatoren
- M. iliopsoas (buiger)
 M. psoas major (buiger)
 M. iliacus (buiger)
- Mm. gemelli (supinator)
- M. obturatorius internus (hond en paard) (supinator)
- M. obturatorius externus (supinator)
- M. quadratus femoris (supinator)
 Strekkers van de heup
- M. gluteus profundus
- M. gluteus medius
 M. gluteus medius
 M. gluteus accessorius (paard en rund)
 M. gluteus piriformes
- M. gluteus superficialis (hond en paard)  Bij rund
versmolten met m. biceps femoris van de broekspieren tot
m. gluteobiceps)

 Broekspieren (Bij paard naast een bekkenhoofd ook steeds een
sacraalhoofd!!)