Advanced Financial Accounting
Boek Samenvatting
Tentamen 20 juni
Week 1
H4 regelgevers en toezichhouders
IFRS= International Financial Reporting Standards voor beursgenoteerde bedrijven (alleen in
geconsolideerde JRN). Deze wordt vastgesteld door de IASB (International Accounting Standards
Board). Door AIS-verordeningen zijn de regels van IFRS die goedgekeurd zijn door een comité zijn
van toepassing in praktijk. Een IASB framework vertelt grondbeginselen van een JRN zijn:
toerekeningsbeginsel en het continuïteitsbeginsel en kwalitatieve kenmerken zijn begrijpelijkheid,
relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid.
Nationale wetgeving voor niet-beursgenoteerde ondernemingen gebaseerd op EU/EG-richtlijnen. Dit
is meer een raamwerk waar sommige dingen nog open gelaten worden. De RJ (Raad voor de
verslaggeving) vult deze open plekken verder in d.m.v. richtlijnen. Echter, niet beursgenoteerde
ondernemingen mogen er ook voor kiezen om de IFRS te volgen. Geheel van wetgeving + RJ = GAAP.
Micro en kleine rechtspersonen mogen hun JRN obv fiscale grondslagen opstellen.
Resultaatbepaling = valuation
Opnemen in balans = recognition
Rubricering JRN = presentation
Toelichting = disclosure
Verslaggevingsprincipes
- Toerekeningsbeginsel: baten en lasten toegerekend aan periode waarop zij betrekking
hebben
- Continuïteitsprincipe: doel om onderneming voort te laten bestaan
- Voorzichtigheidsprincipe: laagste waardering
- Bestendigheidsprincipe/stelselmatigheid
o Gelijktijdig: getrouw, duidelijk en stelselmatig beeld van RR/balans logisch volgen uit
posten en toelichtingen
o Volgtijdelijk: indeling balans en RR hetzelfde als voorgaand jaar
> formeel ten aanzien van presentatie en rubricering, materieel ten aanzien van waardering
en resultaatbepaling
NBA = Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
AFM = Autoriteit Financiële Markten. Zij geven vergunningen aan kantoren af om
controlewerkzaamheden te verrichten. Ze houden toezicht op accountants, steekproef JRN
onderzoek, thematisch onderzoek
H6 Vaste Activa
De RJ laat toe dat er een voorziening wordt gevormd voor groot onderhoud.
, Waardering VA
Historische kostprijs: fiscaal verplicht
Actuele waardebegrippen
- Actuele kostprijs: actuele inkoopprijs + bijkomstige kosten – afschrijvingen
- Bedrijfswaarde: CW van toekomstige kasstromen uit het actief
- Opbrengstwaarde: verkoopwaarde – te maken kosten bij verkoop
- Marktwaarde: huidige marktwaarde actief
Week 2
H6 Immateriële VA
Kosten van onderzoek (meteen naar RR) en ontwikkeling (mag je activeren en op afschrijven) In
praktijk maakt dit wel of niet activeren en afschrijven vaak niet uit omdat de kosten van afschrijven
ongeveer overeen komen met de kosten van het lab (ontwikkelingskosten) die je anders ook had
moeten activeren als kosten.
H7 Vlottende Activa
Technische voorraad = daadwerkelijk aanwezig (alleen deze activeren als activa)
Economische voorraad = technische voorraad + nog te ontvangen inkopen – nog uit te voeren
verkopen
Langlopende termijnen verwerken door
- Opname passiva zijde balans: vooruitgefactureerde bedragen
- Opname activa zijde balans: onderhanden werk (saldomethode)
Winsttoerekening langlopende termijnen
- Resultaatrealisatiemethode: winst nemen bij oplevering (percentage of completion method
with zero profit)
- Werkrealisatiemethode: winst tussentijds nemen (percentage of completion method). Deze
methode is volgens IFRS en RJ (en ook fiscaal) verplicht als de projectopbrengsten
betrouwbaar kunnen worden bepaald. Anders moet de zero profit methode toegepast
worden.
Volgens IFRS elk project individueel op balans, volgens RJ mag dit collectief (dus de
negatieve waarde van een balanspost van het ene project wordt gecompenseerd met
een positieve waarde van een ander project.
Week 4
H6 lease
Operational lease: off-balance
Financial lease: on-balance met een tijdsduur van economische levensduur. Er is sprake van financial
lease volgens RJ als: min 75% van eco levensduur geleased wordt of CW min 90% van aanschafprijs.
Financiële vaste activa
Financiële instrumenten
Boek Samenvatting
Tentamen 20 juni
Week 1
H4 regelgevers en toezichhouders
IFRS= International Financial Reporting Standards voor beursgenoteerde bedrijven (alleen in
geconsolideerde JRN). Deze wordt vastgesteld door de IASB (International Accounting Standards
Board). Door AIS-verordeningen zijn de regels van IFRS die goedgekeurd zijn door een comité zijn
van toepassing in praktijk. Een IASB framework vertelt grondbeginselen van een JRN zijn:
toerekeningsbeginsel en het continuïteitsbeginsel en kwalitatieve kenmerken zijn begrijpelijkheid,
relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid.
Nationale wetgeving voor niet-beursgenoteerde ondernemingen gebaseerd op EU/EG-richtlijnen. Dit
is meer een raamwerk waar sommige dingen nog open gelaten worden. De RJ (Raad voor de
verslaggeving) vult deze open plekken verder in d.m.v. richtlijnen. Echter, niet beursgenoteerde
ondernemingen mogen er ook voor kiezen om de IFRS te volgen. Geheel van wetgeving + RJ = GAAP.
Micro en kleine rechtspersonen mogen hun JRN obv fiscale grondslagen opstellen.
Resultaatbepaling = valuation
Opnemen in balans = recognition
Rubricering JRN = presentation
Toelichting = disclosure
Verslaggevingsprincipes
- Toerekeningsbeginsel: baten en lasten toegerekend aan periode waarop zij betrekking
hebben
- Continuïteitsprincipe: doel om onderneming voort te laten bestaan
- Voorzichtigheidsprincipe: laagste waardering
- Bestendigheidsprincipe/stelselmatigheid
o Gelijktijdig: getrouw, duidelijk en stelselmatig beeld van RR/balans logisch volgen uit
posten en toelichtingen
o Volgtijdelijk: indeling balans en RR hetzelfde als voorgaand jaar
> formeel ten aanzien van presentatie en rubricering, materieel ten aanzien van waardering
en resultaatbepaling
NBA = Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
AFM = Autoriteit Financiële Markten. Zij geven vergunningen aan kantoren af om
controlewerkzaamheden te verrichten. Ze houden toezicht op accountants, steekproef JRN
onderzoek, thematisch onderzoek
H6 Vaste Activa
De RJ laat toe dat er een voorziening wordt gevormd voor groot onderhoud.
, Waardering VA
Historische kostprijs: fiscaal verplicht
Actuele waardebegrippen
- Actuele kostprijs: actuele inkoopprijs + bijkomstige kosten – afschrijvingen
- Bedrijfswaarde: CW van toekomstige kasstromen uit het actief
- Opbrengstwaarde: verkoopwaarde – te maken kosten bij verkoop
- Marktwaarde: huidige marktwaarde actief
Week 2
H6 Immateriële VA
Kosten van onderzoek (meteen naar RR) en ontwikkeling (mag je activeren en op afschrijven) In
praktijk maakt dit wel of niet activeren en afschrijven vaak niet uit omdat de kosten van afschrijven
ongeveer overeen komen met de kosten van het lab (ontwikkelingskosten) die je anders ook had
moeten activeren als kosten.
H7 Vlottende Activa
Technische voorraad = daadwerkelijk aanwezig (alleen deze activeren als activa)
Economische voorraad = technische voorraad + nog te ontvangen inkopen – nog uit te voeren
verkopen
Langlopende termijnen verwerken door
- Opname passiva zijde balans: vooruitgefactureerde bedragen
- Opname activa zijde balans: onderhanden werk (saldomethode)
Winsttoerekening langlopende termijnen
- Resultaatrealisatiemethode: winst nemen bij oplevering (percentage of completion method
with zero profit)
- Werkrealisatiemethode: winst tussentijds nemen (percentage of completion method). Deze
methode is volgens IFRS en RJ (en ook fiscaal) verplicht als de projectopbrengsten
betrouwbaar kunnen worden bepaald. Anders moet de zero profit methode toegepast
worden.
Volgens IFRS elk project individueel op balans, volgens RJ mag dit collectief (dus de
negatieve waarde van een balanspost van het ene project wordt gecompenseerd met
een positieve waarde van een ander project.
Week 4
H6 lease
Operational lease: off-balance
Financial lease: on-balance met een tijdsduur van economische levensduur. Er is sprake van financial
lease volgens RJ als: min 75% van eco levensduur geleased wordt of CW min 90% van aanschafprijs.
Financiële vaste activa
Financiële instrumenten