BIOLOGIE
2DE BACH
,Inhoud
1. Inleiding
a. De geschiedenis
b. De structuur van DNA
c. Het centrale dogma
2. De structuur van DNA
a. De primaire structuur
b. De secundaire structuur
c. Denaturatie en renaturatie van DNA
d. De tertiaire structuur
3. Genoomorganisatie en evolutie
a. Ontrafelen van genoomsequenties
b. Variaties in genoomorganisatie
c. Repetitief DNA in eukaryoten
d. Extrachromosomaal DNA en horizontale gentransfer
e. Genenclusters
f. Polymorfismen in het menselijk genoom
g. Condensatie van het genoom
4. DNA Replicatie
a. Semi-conservatief
b. Bidirectioneel
c. DNA-polymerase
d. Multi-eiwit moleculaire machines
e. Topo-isomerasen
f. Kenmerken van eukaryote DNA-replicatie
g. Laboratoriumtechnieken gebaseerd op DNA-replicatie
5. DNA-schade en herstelmechanismen
a. Mutaties en DNA-schade
b. Mutaties op nucleotide niveau
c. Structurele beschadigingen van de dubbele helix
d. DNA-herstelmechanismen
6. Het ontstaan van genetische variatie
a. Puntmutaties
b. Genherschikkingen
c. Variaties op chromosoomniveau
d. Variaties op genoomniveau
7. Transcriptie en RNA maturatie
a. De structuur van RNA
b. De boodschapper tussen DNA en eiwit
c. Basiskenmerken van transcriptie
d. Transcriptie bij prokaryoten
e. Transcriptie bij eukaryoten
8. Eiwitsynthese en eiwitadressering
a. De genetische code gekraakt
b. Het ribosoom
c. De eiwitsynthese
, d. TRNAs en aminoacyl-TRNA synthetasen
e. Translatieproces
f. AUG als startsignaal
g. Elongatie
h. Terminatie
i. Kwaliteitscontrole
j. Gereguleerde eiwitafbraak
k. Prionen
l. Eiwitadressering
m. Sortering van eiwitten aangemaakt op vrije ribosomen
n. Sortering naar mitochondriën en chloroplasten
o. Import en export van eiwitten naar de celkern
p. Het signaalpeptide en co-translocatie in het ER
q. Topogene sequenties en membraaneiwitten
r. Het golgiapparaat en vesiculair transport
s. Sortering van ER-residente eiwitten
t. Kwaliteitscontrole in ER
u. Endocytose en sortering van opgenomen eiwitten
v. Cholesterol opname via LDL receptor
w. Fe3+ transport door transferrine receptor
x. Transcytose
y. Virale infecties via aendocytose
z. Adressering van eiwitten voor lysosomale afbraak
9. Methoden in de moleculaire biologie
a. Kloneren van genen
b. Gebruik van plasmiden als vector
c. Knippen en plakken
d. Inbrengen van plasmide vectoren in gastheercellen
e. Heterologe expressie van eiwitten
f. Methoden voor inhibitie van genexpressie
g. Rapporteergenstudies
h. DNA-bibliotheken
i. Studie van eiwit-eiwit interacties: het gist twee hybride systeem
, HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Moleculaire biologie = studie v/h leven op moleculair niveau
A. De geschiedenis
a. Gregor Mendel
= ontdekking van dominant/recessief
à patroon van overerving bij erwten
b. Walther Flemming
= beschrijving celdeling + “chromosoom”
à chroma = lichaam = kleur + soma
à ontdekking mitose
c. Sutton & Boveri
= connectie chromosomen en determinant Mendel
à beschrijving meiose
à segregatie v allelen = splitsing v homologe chromosomen
à onafh overerving indien kernmerk op =/ chromosomen