python
, Programmeren in Python
Werkcollege 1: Variabelen, operatoren, functies, if
• Variabelen
= een manier om woordjes op te slaan
= veranderlijke gegevens bewaren in een programma
= gebruikt om andere uitdrukkingen te maken
à Waarden toevoegen zoals woorden, getallen, complexe zaken
à Letters, cijfers, _
à Gevolgd door =
o Aanmaken van variabelen
à Waarden toevoegen zoals woorden, getallen, complexe
zaken
à Letters, cijfers, _
à Gevolgd door =
à een uitdrukking is een stukje code dat een resultaat kan
geven, het resultaat wordt opgeslagen om later te gebruiken
We kunnen de twee getallen optellen en de tekst weergeven
via:
à Voor de getallen op te tellen gebruiken we onze twee
variabelen x en y met de + operator
à Voor de tekst gebruiken we de functie print()
, o Type variabele
à Automatisch gedefinieerd door python
• Int = integer
o Geheel getal
o + zal de getallen optellen
• Str = string
o Tekst
o ‘’ of “”
o + zal de getallen
aan elkaar plakken
o concatenation
• Float = floating point
o Kommagetallen
• Bool = Boolean
o True or False
o Hoofdletter
o Geen aanhalingstekens
à Type bepalen
Adhv type()
Bij var3 à e = 10^x met x
hier = 6