Nationale rechter mag geen wet toetsen aan GW wel aan verdrag en mag
wel alles onder de wet.
Gedeeld exclusieve bevoegdheden als er onverminderd staat of met
uitzondering van.
Gewest art 6 en bhg zelfde bevoegdheden obv artikel 4
Brussel en gemeenschapsbevoegdheden art 63 en 64
Principe is exclusief maar ook uitzonderingen, bevoegdheidsconflicten niet
uitgesloten(Materieel bevoegdheidsverdeling en niet territoriaal)
Niet doel vh maatregel mr het onderwerp -> aanpassing productnorm.
Kwaliteitslabel.
SR OG 6: Grondrechten
3 toetsingsvormen.
Opdracht 1
Op welke gronden willen verzoekers de introductie van dat remgeld laten
vernietiging? Waar vind je het? Wat is het oordeel van GwH?
https://www.stradalex.com/nl/sl_src_publ_jur_be/document/grondhof_2018-
77
- Schending recht op een eerlijk proces (eerste onderdeel middel 6 en
7) art 6 EVRM
- Schending standstil-verplichting artikel 23 GW ivm recht op
juridische bijstand
- Schending gelijkheid beginsel en non-discriminatie wet (onderdeel 3-
5 zelfde middel) – art 10 en 11 GW
B.17.3 – juridische bijstand
Het hof oordeelde dat deze verplichting een aanzienlijke vermindering
betekende van de bescherming van het recht op juridische bijstand (art 23
GW) en dat er geen redenen van algemeen belang waren die deze
vermindering konden rechtvaardigen. (art 508/17Ger.W)
Ze onderzoeken de andere middelen niet omdat een bepaling uit de
wetgeving in strijd was met de grondwet en dus heeft het hof de bepaling
vernietigd.
Opdracht 2
2.1. Waar vind je dit? B.18.1 en nee er is geen sprake van een schending
van het gelijkheidsbeginsel. De betrokken bepalingen van de wet zijn
ongrondwettig.
, 4 Voorwaarden:
- Wettig doel
- Objectief
- Subj/pertinent
- Evenredigheid
Vergelijkbaarheidstoets beter ook doen
Onderdeel 1 vh 2de middel
Onderdeel 2 vh 2e middel: B.24
- Wettig doel: 2 B.26.1
- Pertinent: het kan het doel bereiken B.27.1
- Evenredigheid: B.27.3
- Objectief criterium is niet terug te vinden
2.2.
Derde middel. Schending recht op eigendom art 16 GW en art 1 Pr.no1
EVRM. Volgens het hof is er geen schending van het recht op eigendom.
De belastinglaatregel werd als verenigbaar met de grondwettelijke en
internationale normen beschouwd.
Opdracht 3
- Wettig doel: (luchtvervuiling tegengaan) het milieu -> ja
- Objectief criterium: niet de auto’s tussen de 25 en 40 jaar -> ja (is
het objectief vaststelbaar) (als je het niet objectief waarneembaar bv
lelijk of mooi) vaststellen of auto jonger is dan 40 jaar of niet
- Subjectief criterium: ja of nee bv nee want meer vervuild kan worden
of ja omdat er al weinig oldtimers er zijn.
- Evenredigheid: andere opties mogelijk zoals het openbaar vervoer
gratis maken of prijs dalen. Nee
- Vergelijkbaarheid: eigenaars van oldtimers ouder dan 40 en jonger
dan 40. Gaat het niet verder dan he noodzakelijk zijn bv met kanon
op mug om te doden)
Gewone toets
Opdracht 4
4.1. Welk grondrecht is in het geding en op welke manier zou er sprake zijn
van een schending ervan? Schending van recht op meningsuiting artikel
10.2 EVRM. Er is een beperking geweest tegen de vrije meningsuiting en
dat dat rechtvaardig is als het nodig is in een democratische samenleving
en ze beantwoordt aan de dringende sociale noodwendigheid op
voorwaarde dat de evenredigheid wordt geëerbiedigd tussen het middel
wel alles onder de wet.
Gedeeld exclusieve bevoegdheden als er onverminderd staat of met
uitzondering van.
Gewest art 6 en bhg zelfde bevoegdheden obv artikel 4
Brussel en gemeenschapsbevoegdheden art 63 en 64
Principe is exclusief maar ook uitzonderingen, bevoegdheidsconflicten niet
uitgesloten(Materieel bevoegdheidsverdeling en niet territoriaal)
Niet doel vh maatregel mr het onderwerp -> aanpassing productnorm.
Kwaliteitslabel.
SR OG 6: Grondrechten
3 toetsingsvormen.
Opdracht 1
Op welke gronden willen verzoekers de introductie van dat remgeld laten
vernietiging? Waar vind je het? Wat is het oordeel van GwH?
https://www.stradalex.com/nl/sl_src_publ_jur_be/document/grondhof_2018-
77
- Schending recht op een eerlijk proces (eerste onderdeel middel 6 en
7) art 6 EVRM
- Schending standstil-verplichting artikel 23 GW ivm recht op
juridische bijstand
- Schending gelijkheid beginsel en non-discriminatie wet (onderdeel 3-
5 zelfde middel) – art 10 en 11 GW
B.17.3 – juridische bijstand
Het hof oordeelde dat deze verplichting een aanzienlijke vermindering
betekende van de bescherming van het recht op juridische bijstand (art 23
GW) en dat er geen redenen van algemeen belang waren die deze
vermindering konden rechtvaardigen. (art 508/17Ger.W)
Ze onderzoeken de andere middelen niet omdat een bepaling uit de
wetgeving in strijd was met de grondwet en dus heeft het hof de bepaling
vernietigd.
Opdracht 2
2.1. Waar vind je dit? B.18.1 en nee er is geen sprake van een schending
van het gelijkheidsbeginsel. De betrokken bepalingen van de wet zijn
ongrondwettig.
, 4 Voorwaarden:
- Wettig doel
- Objectief
- Subj/pertinent
- Evenredigheid
Vergelijkbaarheidstoets beter ook doen
Onderdeel 1 vh 2de middel
Onderdeel 2 vh 2e middel: B.24
- Wettig doel: 2 B.26.1
- Pertinent: het kan het doel bereiken B.27.1
- Evenredigheid: B.27.3
- Objectief criterium is niet terug te vinden
2.2.
Derde middel. Schending recht op eigendom art 16 GW en art 1 Pr.no1
EVRM. Volgens het hof is er geen schending van het recht op eigendom.
De belastinglaatregel werd als verenigbaar met de grondwettelijke en
internationale normen beschouwd.
Opdracht 3
- Wettig doel: (luchtvervuiling tegengaan) het milieu -> ja
- Objectief criterium: niet de auto’s tussen de 25 en 40 jaar -> ja (is
het objectief vaststelbaar) (als je het niet objectief waarneembaar bv
lelijk of mooi) vaststellen of auto jonger is dan 40 jaar of niet
- Subjectief criterium: ja of nee bv nee want meer vervuild kan worden
of ja omdat er al weinig oldtimers er zijn.
- Evenredigheid: andere opties mogelijk zoals het openbaar vervoer
gratis maken of prijs dalen. Nee
- Vergelijkbaarheid: eigenaars van oldtimers ouder dan 40 en jonger
dan 40. Gaat het niet verder dan he noodzakelijk zijn bv met kanon
op mug om te doden)
Gewone toets
Opdracht 4
4.1. Welk grondrecht is in het geding en op welke manier zou er sprake zijn
van een schending ervan? Schending van recht op meningsuiting artikel
10.2 EVRM. Er is een beperking geweest tegen de vrije meningsuiting en
dat dat rechtvaardig is als het nodig is in een democratische samenleving
en ze beantwoordt aan de dringende sociale noodwendigheid op
voorwaarde dat de evenredigheid wordt geëerbiedigd tussen het middel