COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN
DOELGROEPGERICHT SCHRIJVEN
BEPAAL JE DOELGROEP
Nadenken tot wie je richt bepaalt :
- Inhoud
- Bronnenmateriaal
- Taal
- Lay-out
Ijkpersoon = fictieve persoon die model staat voor de hele groep , ook voor heterogene groepen
- Belangrijk om te kijken naar leeftijd, geslacht, politieke achtergrond, sociale achtergrond, culturele
achtergrond, religieuze achtergrond, werk + functie , hobby + interesses, …
Referentiekader van de zender ≠ de doelgroep
Om de doelgroep te leren kennen :
1) Doelgebonden vragen
Gesteld doel Anticiperen op doelgroep
Informatief doel Op welke voorkennis kun je rekenen
Emotief doel Welke gevoelens verwacht je
Persuasief doel Welke meningen en houdingen leven er
Activerend doel Welke voornemens heeft de doelgroep nu
Diverterend doel Wat beschouwt de doelgroep als grappis
2) Doelgroepgebonden vragen (= eerder algemeen)
Vragen rond ijkpersoon en diens referentiekader
Hoeveel belangstellingen zijn er
Wat is de omvang van de doelgroep
Welk beeld heeft de doelgroep van de zender
…
! Werkplan uitschrijven :
- Leesmotief doelgroep bepalen
- Ijkpersoon en diens referentiekader (geheel van normen, waarden, overtuigingen, ervaringen , kennis,
…) bepalen
- Doel(groep)gebonden vragen beantwoorden
PAS JE INHOUD AAN
Denk aan informatie over vaccinaties :
- Voor personen met een medische achtergrond
vs
- Voor de ‘gewone bevolking’
, HANTEER DE JUISTE TAAL
- Woordkeuze : vakjargon of niet
o Snel en eenvoudig communiceren jargon
o Gemengd publiek
Technische gegevens isoleren en ze in een apart tekstkadertje plaatsen
- Lengte van de tekst
- Tone of voice (= stijl waarin bedrijf of merk communiceert met doelgroep)
o Formeel of informeel
o Serieus of luchtig
o Commercieel of informatief
- U of je
o Afstand die je creëert tussen lezer en schrijver
ZORG VOOR EEN AANTREKKELIJKE LAY-OUT
- Lettertype en grootte
- Voldoende witruimte
- Niet teveel opmaakmogelijkheden
- Functionele afbeeldingen, grafieken, tabellen, schema’s, …
DOELGERICHT SCHRIJVEN
!
INFORMEREND SCHRIJVEN
Informerende tekst geeft alleen feiten en is dus objectief. Schrijver wil kennis overbrengen op he lezer en
vertelt iets wat hij weet.
Kennis overbrengen :
- Val met de deur in huis : kernboodschap in eerste zin (lezer meer concentratie in het begin)
o Kernzin of topische zin
- 5 w’s en h
o Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
OVERTUIGEND / PERSUASIEF SCHRIJVEN
Met een opiniërende tekst wil je je mening overbrengen aan je lezer en hoop je dat je hem kan overtuigen je
standpunt te delen. Deze teksten zijn subjectief
Hoe overtuigen ? :
- Onmiddellijk duidelijk tov lezer
- Schrijf met passie
- Niet enkel mening maar ook heldere argumenten
o Zowel pro als contra : toont dat je genuanceerd argumenteert
- Stel ook een oplossing voor
ACTIVEREND SCHRIJVEN
Je wil als schrijver dat de lezer iets gaat doen, daarvoor moet je hem eerst overtuigen.
Inhoudelijke kenmerken :
DOELGROEPGERICHT SCHRIJVEN
BEPAAL JE DOELGROEP
Nadenken tot wie je richt bepaalt :
- Inhoud
- Bronnenmateriaal
- Taal
- Lay-out
Ijkpersoon = fictieve persoon die model staat voor de hele groep , ook voor heterogene groepen
- Belangrijk om te kijken naar leeftijd, geslacht, politieke achtergrond, sociale achtergrond, culturele
achtergrond, religieuze achtergrond, werk + functie , hobby + interesses, …
Referentiekader van de zender ≠ de doelgroep
Om de doelgroep te leren kennen :
1) Doelgebonden vragen
Gesteld doel Anticiperen op doelgroep
Informatief doel Op welke voorkennis kun je rekenen
Emotief doel Welke gevoelens verwacht je
Persuasief doel Welke meningen en houdingen leven er
Activerend doel Welke voornemens heeft de doelgroep nu
Diverterend doel Wat beschouwt de doelgroep als grappis
2) Doelgroepgebonden vragen (= eerder algemeen)
Vragen rond ijkpersoon en diens referentiekader
Hoeveel belangstellingen zijn er
Wat is de omvang van de doelgroep
Welk beeld heeft de doelgroep van de zender
…
! Werkplan uitschrijven :
- Leesmotief doelgroep bepalen
- Ijkpersoon en diens referentiekader (geheel van normen, waarden, overtuigingen, ervaringen , kennis,
…) bepalen
- Doel(groep)gebonden vragen beantwoorden
PAS JE INHOUD AAN
Denk aan informatie over vaccinaties :
- Voor personen met een medische achtergrond
vs
- Voor de ‘gewone bevolking’
, HANTEER DE JUISTE TAAL
- Woordkeuze : vakjargon of niet
o Snel en eenvoudig communiceren jargon
o Gemengd publiek
Technische gegevens isoleren en ze in een apart tekstkadertje plaatsen
- Lengte van de tekst
- Tone of voice (= stijl waarin bedrijf of merk communiceert met doelgroep)
o Formeel of informeel
o Serieus of luchtig
o Commercieel of informatief
- U of je
o Afstand die je creëert tussen lezer en schrijver
ZORG VOOR EEN AANTREKKELIJKE LAY-OUT
- Lettertype en grootte
- Voldoende witruimte
- Niet teveel opmaakmogelijkheden
- Functionele afbeeldingen, grafieken, tabellen, schema’s, …
DOELGERICHT SCHRIJVEN
!
INFORMEREND SCHRIJVEN
Informerende tekst geeft alleen feiten en is dus objectief. Schrijver wil kennis overbrengen op he lezer en
vertelt iets wat hij weet.
Kennis overbrengen :
- Val met de deur in huis : kernboodschap in eerste zin (lezer meer concentratie in het begin)
o Kernzin of topische zin
- 5 w’s en h
o Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
OVERTUIGEND / PERSUASIEF SCHRIJVEN
Met een opiniërende tekst wil je je mening overbrengen aan je lezer en hoop je dat je hem kan overtuigen je
standpunt te delen. Deze teksten zijn subjectief
Hoe overtuigen ? :
- Onmiddellijk duidelijk tov lezer
- Schrijf met passie
- Niet enkel mening maar ook heldere argumenten
o Zowel pro als contra : toont dat je genuanceerd argumenteert
- Stel ook een oplossing voor
ACTIVEREND SCHRIJVEN
Je wil als schrijver dat de lezer iets gaat doen, daarvoor moet je hem eerst overtuigen.
Inhoudelijke kenmerken :