100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting farmacologie deel 1

Beoordeling
-
Verkocht
3
Pagina's
68
Geüpload op
16-01-2025
Geschreven in
2023/2024

GESLAAGD EERSTE ZIT combinatie van cursus deel 1, ppt en nota's uit les.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 januari 2025
Aantal pagina's
68
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

FARMACO DEEL 1: Inleiding tot farmacologie en
begrippen farmacokinetiek
Inleiding en terminologie
 Farmacologie = de wetenschap die de wisselwerking onderzoekt tussen levende organismen en scheikundige
stoffen
 Dierexperimentele – klinische (humane) farmacologie
 Farmacotherapie = onderdeel klinische farmacologie
 gebruik in therapeutische context
o Causale therapie
o Profylactische therapie
o Symptomatische therapie
o Substitutietherapie
 Bijwerkingen en iatrogene ziekten  vage grens farmacologie – toxicologie
 Rationele farmacotherapie: begrippen algemene farmacologie voor verantwoord gebruik geneesmiddelen
 Farmacokinetiek = wat het lichaam doet met het geneesmiddel
 Farmacodynamiek = wat het geneesmiddel doet met het lichaam
 Voorwaarden om medicijn te testen = gestandardiseerde omstandigheden
o Nuchtere patiënt: 8u lang
o Innemen met 240 ml water
 Medicatie moet ingeslokken worden: niet bijten / pletten vanwege 2 redenen:
o Actieve stof kan toxisch zijn  komt vrij in mond  lokaal toxisch
o Actieve stof kan slecht overleven  al afgebroken voor opname in darm  geen effect




1

,1. Absorptie: transport van farmaco over biologische membranen
 In alles wat volgt wordt uitgegaan van orale inname als tablet of capsule onder nuchtere omstandigheden
 Absorptiefase bij orale inname ontbreekt bij intraveneus toegediende geneesmiddelen
 Principes hier beschreven over passage van farmaca over barrières na orale inname zijn ook van toepassing bij alle
andere extra vasculaire toedieningsvormen (subcutane injectie, inhalatie, sublinguaal)
 transepitheliaal transport noodzakelijk om vasculaire compartiment te bereiken
 systemische effecten veroorzaken
 Inname via mond – passage doorheen slokdarm – maag
 Farmaceutische fase = maag dient om geneesmiddelen in oplossing te brengen
o Actieve bestanddeel in maag vrijgesteld alvorens het ter beschikking komt voor absorptie (in darm)
 behalve bij geneesmiddelen met vertraagde vrijstelling of maagsapresistente tabletten
o Desintegratie toedieningsvorm + dissolutie farmacon in waterig milieu maag
 actieve stof beschikbaar voor opname
o Vlotter als ingenomen met voldoende water
o Bruistabletten: farmaceutische fase niet in patiënt maar in glas
 versnelling absorptie en start werking
 Longitudinaal GI- transport (proximaal – distaal) tgv beweging spijsbrij en axiaal transport tgv diffusie
 Eigenlijke absorptie in bloedbaan vnl in proximale dundarm (duodenum en jejunum)
o lymfe voor zeer lipofiele stoffen
 maag: doorgeefluik: aanbieden geneesmiddel aan dundarm, vnl invloed op opnamesnelheid en dus indirect op
werking geneesmiddel

FARMACEUTISCHE FASE

1 desintegratie
2 dissolutie
 waterig milieu
 zuur (pH 1-2)
3 duur 1u




2

,1.1 Mechanismen bij de opname van stoffen over biologische membranen
1.1.1 Paracellulair transport (filtratie doorheen poriën)
 transport van stoffen doorheen poriën tussen cellen
 kwantitatieve bijdrage aan totale opname van geneesmiddelen beperkt
 enkel kleine, goed wateroplosbare farmaca zo opgenomen

1.1.2 Transcellulair transport
 transport van stoffen doorheen de celmembraan
 kwantitatief belangrijkste route voor opname farmaca over biologische membranen
 onderscheid tussen:

a) Passieve diffusie
 drijvende kracht: concentratiegradiënt van hoog naar laag
 transportsnelheid / flux (J) als gevolg diffusie = aantal deeltjes per tijdseenheid over membraan verplaatst 
beschreven door diffusiewet van Fick:
o J = dS/dt = D . (A/d) . P . (C0-Ci)
 D = diffusieconstante
 Groter bij kleinere moleculen
 Kleiner bij grotere moleculen
 A = oppervlakte
 D = dikte celmembraan
 P = partitiecoëfficiënt (bepaalt of door membraan kan, vetoplosbaarheid?)
 P<1 wateroplosbaar (Daling P: wateroplosbaar  daling snelheid diffusie)
 Ideaal rond 1
 P>1 vetoplosbaar (te hoog dan te lipofiel en blijft het in membraan en dan toxiciteit)
o Beschrijft lineair verband tussen diffusiesnelheid en concentratiegradiënt
o Snellere absorptie indien:
 Klein molecule (MV<500 Da) (heeft grote diffusieconstante)
 Oppervlakte A waarover diffusie plaatsvindt groot is, maw: dundarm > maag
 Lipofiele stof (Log P>1)
 Nadeel: wateroplosbaarheid kleiner
 Concentratiegradient groot tussen darmlumen en bloedbaan
 Concentratie in darmlumen bep door oplosbaarheid geneesmiddel in intestinale vocht
 Dissolutie in waterig milieu van de maag beter naarmate hydrofieler
 Absorptie door diffusie sneller naarmate lipofieler




3

,  Dissolutie en opname farmaco beinvloed door:
o Fysiochemische eigenschappen
 Molecuulgrootte
 Vetoplosbaarheid
o pKa geneesmiddel
o omgevingspH
 verhouding pKa en pH  ionisatiegraad farmacon
= mate waarin het onder lipofiele (niet geioniseerd) en hydrofiele (geioniseerde) vorm aanwezig is
 meeste farmaca zwakke zuren of zwakke basen
 verschillen in pH aan 2 zijden membraan  verschillen in ionisatiegraad en oplosbaarheid aan beide zijden
 pH-partitietheorie: farmacon hoopt op aan zijde waar het overwegend in geïoniseerde vorm (meest
wateroplosbaar) aanwezig is
 enkel ongeladen (niet-geïoniseerde) vorm kan door membranen diffunderen
o zwak zuur in zure milieu maag (Ph 1-2) snel geabsorbeerd
o zwakke base in zure milieu maag slecht geabsorbeerd
 concentratie aan 2 zijden kan ook verschillend zijn door affiniteit voor weefsel en/of plasmaproteïnen
 binding aan proteïnen: ophoping in bepaalde weefsels of in plasma

b) Carrier-gemedieerd actief transport
 gepolariseerd transport tegen een concentratiegradiënt in waarvoor energie vereist is
 belangrijk voor hydrofiele stoffen die anders celmembraan niet kunnen passeren (glucose, az, galzouten)
 Dit transport is selectief: afhankelijk van affiniteit carrier en molecule
o Hoge affiniteit: kleine wateroplosbare moleculen (kunnen er zelf niet over, moeten geholpen worden)
 bv. L-dopa, penicillinen, cefalosporinen, ACE-inhibitoren, methotrexaat
 thv dundarm, galwegen, niertubuli, BBB
 dragereiwit is:
o substraatspecifiek
o verzadigbaar
o onderhevig aan competitie
 snelheid opname volgt Michaëlis-Menten kinetiek:
dS C .( maximale snelheid )
o =
dt K m +C
 Snelheid transport gelimiteerd door aantal carriers = saturatie
 Moet nuchter ingenomen worden, anders compteitie tussen verschillende stoffen van bv in het eten
 Kenmerken
o Saturatie
o Affiniteit
o Competitie

4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
lottemols Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
11 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
22
Laatst verkocht
2 weken geleden

5,0

2 beoordelingen

5
2
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen