samenvatting sociaal recht

Sociaal recht
AP-2024/2025

Collectief arbeidsrecht
Collectieve arbeidsverhoudingen
Belangrijke begrippen
NAR: Nationale Arbeidsraad
Paritaire Comité(PC) : Comité dat de sector vertegenwoordigt
Ondernemingsraad: Orgaan in onderneming, wanneer je gemiddeld > 100 WN hebt.
CPBW: Comité voor preventie en beveiliging op het werk.
Vanaf gemiddeld 50 WN.
Vakbondsafvaardiging: Om de 4 jaar worden deze herverkozen, deze zijn duaal ingesteld. Laatste
verkiezingen waren in mei 2024.
Professionele en interprofessionele organisatie WN’s
Professionele vakorganisaties
 Vakcentrales of vakbonden
 Werknemers sluiten hier bij aan per bedrijfstak.

Voorbeelden:

 ACV puls
 ACV CSC METEA
 Setca

Interprofessionele organisaties
 Vakverbonden
 Professionele vakorganisaties sluiten hier bij aan.

Voorbeelden:

 ABVV
 ACLVB
 ACV
Professionele en interprofessionele organisaties WG’s
Professionele vakorganisaties
 Werkgever sluit hier aan per bedrijfstak

Voorbeelden:

 Agoria (Tech industrie)
 Comeos ( handel en diensten)
 Assuralia ( verzekeringsondernemingen)

Interprofessionele vakorganisaties
 Professionele vakorganisaties sluiten hierbij aan

Voorbeelden:

 VBO
Collectieve arbeidsovereenkomst
 CAO
 Een WN kan niet individueel een cao met zijn WG sluiten

,Overeenkomst of akkoord waarbij individuele en collectieve betrekkingen tussen werkgevers en
werknemers in ondernemingen of in een bedrijfstak worden vastgelegd en de rechten en verplichtingen
van de contracterende partijen regelt.

Wanneer er in een Cao staat dat er een bepaalde premie betaalt wordt, kan de WG er een voorwaarde in
zijn voordeel koppelen.

Wie sluit een CAO
 1 of meer werkgevers of representatieve werkgeversorganisaties
 1 of meer representatieve werknemersorganisaties

Wanneer het algemeen verbindend is op sectoraal niveau, is dit alleen in deze sector. Het zal altijd
gunstiger dan de wet, je mag nooit negatiever gaan.

De koning kan ook beslissen dat een bepaalde cao bindend is. Hiermee beslist hij dat dit niet alleen een
contract is, maar ook een wet.

Niveau
Nationaal (NAR)
Voorbeeld:

 CAO 109 kennelijk onredelijk ontslag
o Ontslag moet gelinkt zijn aan iets economisch, gedrag of competenties.

Sectoraal (PC of SubPC)
Voorbeeld:

 Barema’s/ minimumlonen, arbeidsduur, overuren,…

Ondernemingen
Voorbeeld:

 Extra voordelen die worden toegekend, reorganisatie, afstemming van voorwaarden in
verschillende ondernemingen
o Als je meer maaltijdcheques wilt geven, wordt dit hier in een CAO afgesloten.

, Werknemer VS. Zelfstandige
Zelfstandige Werknemer
 Aannemingsovereenkomst/  Arbeidsovereenkomst (schriftelijk of
dienstverleningsovk. mondeling)
Is zijn eigen baas  Band van ondergeschiktheid met
 Hoofdberoep effectieve gezagsuitoefening.
 Bijberoep
 Helper/ meewerkende partner
Verplichtingen:  Geen aansluiting verplichtingen
 Aansluiting ziekenfonds/hulpkas
 Aansluiting sociale verzekeringskas
 Sociale bijdragen betalen o.b.v. inkomen
lopend jaar in de vorm van voorlopige
bijdragen o.b.v. geherwaardeerd inkomen
van 3j geleden met regularisatie
 Geen inhoudingen door opdrachtgever op
inkomen- eigen taak
 Loon betaald door WG en alle fiscale en
parafiscale inhoudingen op het loon
verricht door WG
 Geen loon, maar een vergoeding (fee)  Minimum arbeidsduur en minimum
maandloon gewaarborgd
 Waarborg bij ziekte, schorsingen of
werkloosheid


Zelfstandige
 Gezinsbijslag= systeem voor werknemers
 Geen ziekte-uitkering voor ziekte < 8 dagen.
 Moederschapsrust is 12 weken ipv 15 weken
 Geboortesysteem= systeem WN
 Pensioen anders berekend
 Overbruggingsrecht bij faillissement ( beperkt tot 12 maanden over hele loopbaan)



Arbeidsovereenkomsten
Overeenkomst waardoor en werknemer zich verbindt, tegen betaling van loon, onder gezag van een
werkgever, arbeid te verrichten.

Taalgebruik
Vlaanderen: Vlaams taaldecreet, Op straffe van nietigheid.
Toepasselijke taal bepaald a.d.h.v. taal dat wordt toegepast op de plaats van tewerkstelling.

Vlaanderen: NL
Wallonië: FR
Brussel: FR of NL

Kenmerken
 Band van ondergeschiktheid
 Uitbetaling loon
 Verrichten van arbeid op de plaats, wijze en tijdstip dat is overeengekomen