Inleiding 1
Moderniteit Modern idee: cultuur = apart + te onderscheiden
Begint in de moderniteit (geheel van ideeën die overeenkomen
met de moderne tijd)
Reinhart Koselleck: Sattelzeit
Ontstaan moderne wetensch.
Cultuur met grote C: hoge cultuur
Two cultures (twee C.P Snow
culturen) Bedoelt daarmee niet 2 culturen.
Wel: Hoge cultuur + alles wat daarbuiten valt bv. wetenschap &
economie.
2 gescheiden werelden met eigen regels waardoor 1 zich niet
eens cultuur wil noemen.
Canon Een lijst van toonaangevende klassieke werken, instrument om
te zeggen dit zijn de klassieke werken die prestigieus zijn ->
eerste moderne definitie
Hoge cultuur Prestigieuze cultuur -> eerste moderne definitie
Cultureel kapitaal Pierre Bourdieu
Bepaalde vormen van cultuur geven prestige. Je kan het sparen -
> eerste moderne definitie
Dichotomieën / Basis idee van structuralisme
binaire opposities 1 vs 2 -> 1 altijd hoger dan 2
Ferdinand De Structuralisme
Saussure Grondlegger: cultuurtheorie: cultuur = structuur en alles in
cultuur is een structuur
Cours de Linguistique Générale
-> signe = signifiant (betekenende, betekenaar) + signifié
(betekenis, betekende)
Dichotomie: Vorm <-> betekenis
+ een woord betekent iets doordat het niet een ander
woord is
-> relatie is arbitrair (willekeurig)
Parole / langue Taalkunde: parole -> langue
Actief geproduceerde taal -> taalstructuur
Gesproken + gechreven -> bv. zinsontleding
Descriptief/ Berschrijven, analyseren/ voorschrijvend, opleggen
prescriptief
Jacques Derrida Poststructuralisme
La structure, le signe et le jeu dans les discours des sciences
humaines
Problemen met structuralisme:
Veronderstelt neutraliteit en orde
Veronderstelt perfectie in werkelijkheid en wetenschap
Altijd 1 beter dan andere in dichotomie
Deconstructie Derrida
Bijzondere aandacht voor wat niet klopt
Constructie + destructie = bestudeert die en maakt die in
wetenschap en die ongedaan maken d.m.v. een structuur weer
Aporie Wetend dat er iets is maar je zit vast -> structuur deconstrueren
1
, maar gaat niet wnt je hebt structuren nodig om het weer op te
bouwen
Retoriek Cultuur probeert te overtuigen hiermee
Gebruik van taal om onszelf en anderen te overtuigen van iets
(bv. elkaar overtuigen dat die aporieën geen aporieën zijn maar
een soort van bijverschijnsel)
Introductie 2
Tekst Focus op inhoud + formele eigenschappen
Medium Object dat iets overbrengt
Focus op transfer + materiele eigenschappen
Paratekst Objecten die de tekst omgeven
2
Moderniteit Modern idee: cultuur = apart + te onderscheiden
Begint in de moderniteit (geheel van ideeën die overeenkomen
met de moderne tijd)
Reinhart Koselleck: Sattelzeit
Ontstaan moderne wetensch.
Cultuur met grote C: hoge cultuur
Two cultures (twee C.P Snow
culturen) Bedoelt daarmee niet 2 culturen.
Wel: Hoge cultuur + alles wat daarbuiten valt bv. wetenschap &
economie.
2 gescheiden werelden met eigen regels waardoor 1 zich niet
eens cultuur wil noemen.
Canon Een lijst van toonaangevende klassieke werken, instrument om
te zeggen dit zijn de klassieke werken die prestigieus zijn ->
eerste moderne definitie
Hoge cultuur Prestigieuze cultuur -> eerste moderne definitie
Cultureel kapitaal Pierre Bourdieu
Bepaalde vormen van cultuur geven prestige. Je kan het sparen -
> eerste moderne definitie
Dichotomieën / Basis idee van structuralisme
binaire opposities 1 vs 2 -> 1 altijd hoger dan 2
Ferdinand De Structuralisme
Saussure Grondlegger: cultuurtheorie: cultuur = structuur en alles in
cultuur is een structuur
Cours de Linguistique Générale
-> signe = signifiant (betekenende, betekenaar) + signifié
(betekenis, betekende)
Dichotomie: Vorm <-> betekenis
+ een woord betekent iets doordat het niet een ander
woord is
-> relatie is arbitrair (willekeurig)
Parole / langue Taalkunde: parole -> langue
Actief geproduceerde taal -> taalstructuur
Gesproken + gechreven -> bv. zinsontleding
Descriptief/ Berschrijven, analyseren/ voorschrijvend, opleggen
prescriptief
Jacques Derrida Poststructuralisme
La structure, le signe et le jeu dans les discours des sciences
humaines
Problemen met structuralisme:
Veronderstelt neutraliteit en orde
Veronderstelt perfectie in werkelijkheid en wetenschap
Altijd 1 beter dan andere in dichotomie
Deconstructie Derrida
Bijzondere aandacht voor wat niet klopt
Constructie + destructie = bestudeert die en maakt die in
wetenschap en die ongedaan maken d.m.v. een structuur weer
Aporie Wetend dat er iets is maar je zit vast -> structuur deconstrueren
1
, maar gaat niet wnt je hebt structuren nodig om het weer op te
bouwen
Retoriek Cultuur probeert te overtuigen hiermee
Gebruik van taal om onszelf en anderen te overtuigen van iets
(bv. elkaar overtuigen dat die aporieën geen aporieën zijn maar
een soort van bijverschijnsel)
Introductie 2
Tekst Focus op inhoud + formele eigenschappen
Medium Object dat iets overbrengt
Focus op transfer + materiele eigenschappen
Paratekst Objecten die de tekst omgeven
2