Stomatologie
Parodontale aandoeningen
Anatomie
Het parodont is de gingiva (het cement van de tand), het parodontaal ligament dat tussen het
cement en het alveolair bot zit en het alveolaire bot.
• Vrije gingiva en vastgehechte gingiva
• Gingivale sulcus
o Hond: 1-3 mm
o Kat: 0-1 mm
• Mucogingivale junctie
o Overgang gingiva – mondmucosa
Prevalentie
• Meest frequent gediagnosticeerde ziekten bij 39.500 dieren
• Meer dan 75% van de katten heeft min of meer erge gingivitis
Epidemiologie
• Parodontale aandoeningen bij de hond nemen toe met de leeftijd, kleinere rassen zijn erger
aangetast dan grotere rassen
• Parodontale aandoeningen bij de kat nemen toe met de leeftijd, boven 8 jaar is meer dan 40%
erg aangetast
Orale ecologie
• Bacteriën: normale bewoners van de mond → aëroben, facultatief anaëroben, strikte anaëroben
• Meer dan 500 soorten
• Distributie?
o Zuurstofspanning
o Onderlinge wisselwerkingen
Pathogenese
• ‘Propere’ tand?
o Onmiddellijk na professionele gebitsreiniging en polijsten
• Vorming van acellulaire film zodra speeksel op de tanden komt (‘pellicle’)
o Smeerfunctie, beschermt tegen uitdrogen
• Vasthechten van bacteriën
o Eerste kolonisatie: binnen enkele uren!
o Na 8u: 1.000 – 10.000/mm2 tandoppervlak
o Na 24u: x 100 – 1.000!
Gingivitis
• Plak zit georganiseerd in een biofilm
o 1 gram plak = 200 miljard bacteriën
o Kan enkel mechanisch worden verwijderd
• Initiële plak veroorzaakt een ontstekingsreactie in de gingiva
o Ontstekingsmediatoren, metabolieten
o Verbruik van zuurstof
o Plak groeit subgingivaal
Kan overgaan in een parodontitis.
1
, Parodontitis
• Aanhechtingsverlies!
o Apicaalwaartse verplaatsing van epitheliale aanhechting
o Botafbraak
o Afbraak van bindweefsel
• Deels direct effect van bacteriën
• Grotendeels indirect t.g.v. ontsteking en immuniteitsreacties die worden opgewerkt
• Primaire oorzaak = tandplak!
Pathogenese
Niet elke gingivitis evolueert naar een parodontitis; waarom bij sommige individuen, of op sommige
plaatsen in het individu een gingivitis overgaat in een parodontitis is nog steeds een vraagteken!
Wat weten we wel?
• Parodontitis zonder voorafgaande gingivitis is tot op heden nooit gedocumenteerd!
• Bestrijden van gingivitis = het doel
• Bestrijden van tandplak = het middel
Tandsteen
= gemineraliseerde tandplak
Klinische betekenis? → Ideale plak-retentieplaats
Favoriserende factoren
Factoren die plak-accumulatie bevorderen:
• Tandsteen
• Malocclusie
• Persisterende melktanden
• Tandfractuur (ruw oppervlak)
• Vreemde voorwerpen
• Kleverig voedsel
Factoren die de afweer verminderen:
• Immuniteitsstoornissen (neutrofielen!)
• Nieraandoeningen
• Ondervoeding
• Stress
• Andere systemische aandoeningen (diabetes, leverfalen, endocriene ziekten)
• Verminderde speekselvloei
Lokale gevolgen
• Parodontaal abces
o Lateraal
o Periapicaal
• Oronasale fistel
• Pathologische mandibula-fractuur
o Vnl. kleine rassen → kleine rassen hebben relatief lange wortels t.h.v. de
eerste molaar (scheurkies), wanneer dan parodontitis optreedt rond de
wortelpunt kan zoveel bot verloren gaan dat de kaak spontaan kan breken
2
Parodontale aandoeningen
Anatomie
Het parodont is de gingiva (het cement van de tand), het parodontaal ligament dat tussen het
cement en het alveolair bot zit en het alveolaire bot.
• Vrije gingiva en vastgehechte gingiva
• Gingivale sulcus
o Hond: 1-3 mm
o Kat: 0-1 mm
• Mucogingivale junctie
o Overgang gingiva – mondmucosa
Prevalentie
• Meest frequent gediagnosticeerde ziekten bij 39.500 dieren
• Meer dan 75% van de katten heeft min of meer erge gingivitis
Epidemiologie
• Parodontale aandoeningen bij de hond nemen toe met de leeftijd, kleinere rassen zijn erger
aangetast dan grotere rassen
• Parodontale aandoeningen bij de kat nemen toe met de leeftijd, boven 8 jaar is meer dan 40%
erg aangetast
Orale ecologie
• Bacteriën: normale bewoners van de mond → aëroben, facultatief anaëroben, strikte anaëroben
• Meer dan 500 soorten
• Distributie?
o Zuurstofspanning
o Onderlinge wisselwerkingen
Pathogenese
• ‘Propere’ tand?
o Onmiddellijk na professionele gebitsreiniging en polijsten
• Vorming van acellulaire film zodra speeksel op de tanden komt (‘pellicle’)
o Smeerfunctie, beschermt tegen uitdrogen
• Vasthechten van bacteriën
o Eerste kolonisatie: binnen enkele uren!
o Na 8u: 1.000 – 10.000/mm2 tandoppervlak
o Na 24u: x 100 – 1.000!
Gingivitis
• Plak zit georganiseerd in een biofilm
o 1 gram plak = 200 miljard bacteriën
o Kan enkel mechanisch worden verwijderd
• Initiële plak veroorzaakt een ontstekingsreactie in de gingiva
o Ontstekingsmediatoren, metabolieten
o Verbruik van zuurstof
o Plak groeit subgingivaal
Kan overgaan in een parodontitis.
1
, Parodontitis
• Aanhechtingsverlies!
o Apicaalwaartse verplaatsing van epitheliale aanhechting
o Botafbraak
o Afbraak van bindweefsel
• Deels direct effect van bacteriën
• Grotendeels indirect t.g.v. ontsteking en immuniteitsreacties die worden opgewerkt
• Primaire oorzaak = tandplak!
Pathogenese
Niet elke gingivitis evolueert naar een parodontitis; waarom bij sommige individuen, of op sommige
plaatsen in het individu een gingivitis overgaat in een parodontitis is nog steeds een vraagteken!
Wat weten we wel?
• Parodontitis zonder voorafgaande gingivitis is tot op heden nooit gedocumenteerd!
• Bestrijden van gingivitis = het doel
• Bestrijden van tandplak = het middel
Tandsteen
= gemineraliseerde tandplak
Klinische betekenis? → Ideale plak-retentieplaats
Favoriserende factoren
Factoren die plak-accumulatie bevorderen:
• Tandsteen
• Malocclusie
• Persisterende melktanden
• Tandfractuur (ruw oppervlak)
• Vreemde voorwerpen
• Kleverig voedsel
Factoren die de afweer verminderen:
• Immuniteitsstoornissen (neutrofielen!)
• Nieraandoeningen
• Ondervoeding
• Stress
• Andere systemische aandoeningen (diabetes, leverfalen, endocriene ziekten)
• Verminderde speekselvloei
Lokale gevolgen
• Parodontaal abces
o Lateraal
o Periapicaal
• Oronasale fistel
• Pathologische mandibula-fractuur
o Vnl. kleine rassen → kleine rassen hebben relatief lange wortels t.h.v. de
eerste molaar (scheurkies), wanneer dan parodontitis optreedt rond de
wortelpunt kan zoveel bot verloren gaan dat de kaak spontaan kan breken
2