2 refentiekader in de praktijk
- Waarden zijn de abstracte ideeën en overtuigingen over wat
belangrijk en wenselijk is in het leven.
- Normen zijn de concrete gedragsregels en verwachtingen die
voortkomen uit waarden.
- Refentiekader: Het geheel van persoonlijke waarden, normen,
opvattingen, overtuigingen, kennis en ervaringen
Kenmerken:
Bouwen we tijdens het leven op
Kan veranderen bij waarnemingen en beoordelingen van de
omgeving
Persoonlijk: voor iedereen anders
Dynamisch: kan veranderen
‘gekleurde bril’
Het stuurt onze interacties
- Bevoorbeeld amishe: De Amish zijn een religieuze gemeenschap. Ze
staan bekend om hun eenvoudige levensstijl, traditionele kleding, en
het vermijden van moderne technologieën zoals auto's en
elektriciteit. Ze hechten veel waarde aan familie, gemeenschap, en
geloof, en volgen vaak strikte religieuze regels en gebruiken.
- Waarden: geloof
- Normen : gezicht mag niet op camera
- Opvattingen en overtuigingen: het geloof is belangrijk
- Kennis: andere soort wasmachines
- Ervaringen: jongere hebben een ‘normaal’ leven gehad voor Amish
te zijn= ruimspringa
3 beïnvloedende factoren
3.1 individuele factoren
De manier waarop op wij naar de wereld kijken en reageren op situaties is
strek bepaald door persoonlijke factoren.
- Emoties - geheugen
- Motivatie - zelfbeeld
- Persoonlijkheid - ziekte/ beperking
Het geheugen speelt een grote rol in os referentiekader. Onze hersenen
slaan vroegere ervaringen op en beïnvloeden in sterke mate ons handelen.
Wie ooit een traumatische ervaring heeft op gelopen, zal zich op basis van
de herinnering aan die ervaring in gelijkaardige omstandigheid anders
gedragen dan de meeste mensen.