THEMA 1: STRUCTUUR VAN CHROMATINE &
CHROMOSOMEN
LEVEN VAN EEN CEL IN EEN NOTENDOP
celcyclus = celgroei (interfase) gevolgd door celdeling
fase waarin de cel in omvang toeneemt en daarna deelt in 2
vooral in de celkern gebeuren grote veranderingen
CELKERN IN INTERFASE
Kernmembraan
- dubbele membraan, beide opgebouwd uit fosfolipiden
- kernporiën: uitwisseling van stoffen tussen cytosol en kerninhoud
passief transport voor ionen en kleine moleculen & actief transport
voor proteïnen en RNA
Nucleolus (kernlichaampje)
- aanmaakplaatsen van ribosomaal RNA (rRNA)
- plaats waar ribosomen worden opgebouwd uit rRNA en ribosomale
proteïnen (aangemaakt in het cytosol)
Chromatine
= netwerk van chromatine vezels in de celkern, opgebouwd uit DNA (nucleïnezuren) & histonen
chemische samenstelling van nucleïnezuren
opgebouwd uit nucleotiden:
- suikermolecule: desoxyribose (DNA) - ribose (RNA)
- fosfaatgroep
- organische base: adenine A, cytosine C, guanine G, thymine T (DNA), uracil U (RNA)
DNA = desoxyribonucleïnezuur
de accenten zijn er om duidelijk te maken dat het C-atomen zijn van de
suikermolecule en niet van de base
1’ ⇒ base 3’ ⇒ hydroxylgroep (OH) 5’ ⇒ fosfaatgroep (P)
tussen de fosfaatgroep v/h ene nucleotide en de 3’-hydroxylgroep v/e andere
nucleotide kunnen er bindingen voorkomen ⇒ lange ketens van nucleotiden
RNA = ribonucleïnezuur (nucleotide)
1
, ruimtelijke structuur van DNA:
James Watson & Francis Crick’ bevindingen over de ruimtelijke structuur van DNA:
DNA is een dubbele helix (2 strengen schroefvormig gedraaid)
heeft een complementaire structuur, basen zijn complementair:
- A vs T (2 H-bruggen / dubbele binding)
- G vs C (3 H-bruggen / driedubbele binding)
is een anti parallelle structuur (linkerstreng 5’ → 3’ / rechterstreng 3’ → 5’)
suikerfostaatruggengraten liggen 2nm van elkaar, omdat een purinebase tegenover een
pyrimidinebase ligt
adenine & guanine: purine thymine & uracil: pyrimidine
functies DNA:
- informatie om proteïnen aan te maken (basensequentie vertegenwoordigt die info)
- complementariteit vd basen voor exacte DNA replicatie
ruimtelijke structuur van RNA:
- enkelstrengig (1 keten)
- dezelfde oriëntatie (5’ ⇒ 3’)
- kan ruimtelijk opgevouwen worden
verband tussen DNA & gen:
de basensequentie / basenvolgorde in een DNA-molecule is een soort van code
het DNA fragment dat code bevat voor de aanmaak v/e polypeptide = gen
↳ lange keten van aminozuren
proteïnen bepalen de structuur en de werking van de cel & realiseren de erfelijke eigenschappen
waarvan de DNA-code in de genen ligt
2
CHROMOSOMEN
LEVEN VAN EEN CEL IN EEN NOTENDOP
celcyclus = celgroei (interfase) gevolgd door celdeling
fase waarin de cel in omvang toeneemt en daarna deelt in 2
vooral in de celkern gebeuren grote veranderingen
CELKERN IN INTERFASE
Kernmembraan
- dubbele membraan, beide opgebouwd uit fosfolipiden
- kernporiën: uitwisseling van stoffen tussen cytosol en kerninhoud
passief transport voor ionen en kleine moleculen & actief transport
voor proteïnen en RNA
Nucleolus (kernlichaampje)
- aanmaakplaatsen van ribosomaal RNA (rRNA)
- plaats waar ribosomen worden opgebouwd uit rRNA en ribosomale
proteïnen (aangemaakt in het cytosol)
Chromatine
= netwerk van chromatine vezels in de celkern, opgebouwd uit DNA (nucleïnezuren) & histonen
chemische samenstelling van nucleïnezuren
opgebouwd uit nucleotiden:
- suikermolecule: desoxyribose (DNA) - ribose (RNA)
- fosfaatgroep
- organische base: adenine A, cytosine C, guanine G, thymine T (DNA), uracil U (RNA)
DNA = desoxyribonucleïnezuur
de accenten zijn er om duidelijk te maken dat het C-atomen zijn van de
suikermolecule en niet van de base
1’ ⇒ base 3’ ⇒ hydroxylgroep (OH) 5’ ⇒ fosfaatgroep (P)
tussen de fosfaatgroep v/h ene nucleotide en de 3’-hydroxylgroep v/e andere
nucleotide kunnen er bindingen voorkomen ⇒ lange ketens van nucleotiden
RNA = ribonucleïnezuur (nucleotide)
1
, ruimtelijke structuur van DNA:
James Watson & Francis Crick’ bevindingen over de ruimtelijke structuur van DNA:
DNA is een dubbele helix (2 strengen schroefvormig gedraaid)
heeft een complementaire structuur, basen zijn complementair:
- A vs T (2 H-bruggen / dubbele binding)
- G vs C (3 H-bruggen / driedubbele binding)
is een anti parallelle structuur (linkerstreng 5’ → 3’ / rechterstreng 3’ → 5’)
suikerfostaatruggengraten liggen 2nm van elkaar, omdat een purinebase tegenover een
pyrimidinebase ligt
adenine & guanine: purine thymine & uracil: pyrimidine
functies DNA:
- informatie om proteïnen aan te maken (basensequentie vertegenwoordigt die info)
- complementariteit vd basen voor exacte DNA replicatie
ruimtelijke structuur van RNA:
- enkelstrengig (1 keten)
- dezelfde oriëntatie (5’ ⇒ 3’)
- kan ruimtelijk opgevouwen worden
verband tussen DNA & gen:
de basensequentie / basenvolgorde in een DNA-molecule is een soort van code
het DNA fragment dat code bevat voor de aanmaak v/e polypeptide = gen
↳ lange keten van aminozuren
proteïnen bepalen de structuur en de werking van de cel & realiseren de erfelijke eigenschappen
waarvan de DNA-code in de genen ligt
2